Altijd nieuwsgierig hoe andere ondernemers te werk gaan

  • Bollenteelt
  • Zuid-Holland
  • Regio West

Aad van Ruiten bereisde bijna alle continenten. Stuk voor stuk leerzame trips, waarbij hij elke kans op een agrarisch bedrijfsbezoek met beide handen aangreep. Het maakt de 79-jarige bollenteler uit Noordwijkerhout tot de perfecte aanjager van de jaarlijkse excursie van de lokale LTO Noord-afdeling. Vorige maand mochten ze eindelijk weer eens op pad.

 

Bollentelers zijn van huis uit geen grote vakantiegangers, weet Aad van Ruiten uit het Zuid-Hollandse Noordwijkerhout. Het is voor de meesten lastig in te plannen door alle werkzaamheden op het land, in de schuur of in kas. Toch heeft hij er zelf altijd tijd voor vrijgemaakt, ook al als jonge jongen. Het is goed om het hoofd leeg te maken en weer fris en met een open blik naar het vak te kijken, vindt hij.

Agrarische bedrijfsbezoeken zijn een passie voor Van Ruiten, maar gelukkig ook voor zijn vrouw. Anders had hij er nooit zoveel kunnen doen, lacht hij. ‘Corry heeft altijd in het bedrijf meegewerkt en is ook geïnteresseerd naar de ervaringen in andere landen. In 2003 is onze zoon Joost met zijn vrouw Brigitte in het bedrijf gestapt. Toen kregen we nog iets meer tijd om te reizen. Vaak is een kwekerij of boerderij een van de topbestemmingen en daar bouwen we dan als het ware een reis omheen.’

Hoe is het idee voor de excursies ontstaan?

‘Ik zat in het bestuur van de LTB-afdeling Noordwijkerhout en was vroeger ook altijd al nieuwsgierig hoe andere ondernemers te werk gaan. Zo’n 35 jaar geleden heb ik eens een balletje opgegooid om bij een kwekerij aan de andere kant van het land te gaan kijken. Voor ik het wist, hadden we een touringcar vol. Sindsdien is het een traditie. Meestal gaan we de derde donderdag van maart met z’n allen op stap.’

Waar gaan de reizen naartoe?

‘In het begin gingen we vooral naar collega-kwekers, maar we hebben bijvoorbeeld ook wel eens een kartonfabriek, een proeftuin, een vuilverwerkingsbedrijf, een veiling en kunststofbedrijf bezocht. Ook dat is leerzaam en die kennis is ook weer bruikbaar op het bedrijf. Soms ontstaat het idee voor een bezoek gedurende het jaar, door een nieuwe trend in het vak of doordat collega’s met een specifieke vraag zitten. Als bestuurder heb ik een aardig netwerk opgebouwd, zodat een contact voor een bezoek snel is gelegd.’

Naast de binnenlandse excursie zijn jullie ook al vaker de grens over gegaan. Hoe is dat zo gekomen?

‘De eerste keer was in 2002 naar Kenia, waar de rozenteelt toen een enorme vlucht nam. Hoewel zoiets mooi is, was het voor ons ook concurrentie, want in elke vaas met rozen staan geen bolbloemen. Samen met iemand van LTO Groeiservice hebben we toen een programma opgesteld waarbij we diverse bedrijven hebben bezocht. Dat sloeg enorm aan en die reis smaakte naar meer. Een jaar later gingen we naar het Engelse Cornwall, waarbij er voor het eerst op een dagtrip ook vrouwen mee gingen.

‘Behalve nuttig zijn de uitstapjes vooral ook een sociaal gebeuren. Meestal bestaat de groep uit ondernemers die al een opvolger in het bedrijf hebben, zodat ze iets gemakkelijker van het erf af kunnen.

‘Zo zijn we ook naar Spanje, Polen en Schotland gegaan. Zulke trips maken een iets uitgebreider programma mogelijk. Je bent dan te lang onderweg voor een heen en weertje. Ik regel zelf dan de excursieadressen. De reis en logies besteed ik meestal uit aan een reisbureau. Op basis van het aantal deelnemers kunnen we dan de prijs bepalen. We begroten dat veilig, zodat er meestal wel wat overblijft. Dat steken we dan in de promotie van ons vak.’

Wat voor promotie is dat?

‘Samen met een groep collega’s verzorgen we bloemenexposities, hebben we de rotondes in Noordwijkerhout versierd en ook al eens concerten georganiseerd in de bloeiende bollenvelden. De gemeente betaalt daar vaak aan mee, hoewel die bijdrage steeds kleiner wordt. Dat is jammer, want de bloembollenbranche is toch een economische factor van formaat. Dat mag best meer worden uitgedragen. Dat komt ook omdat de sector geen echte vertegenwoordigers meer heeft in de gemeenteraad.’

U hebt zelf een politieke achtergrond, toch?

‘Ik heb twaalf jaar voor het CDA in de raad gezeten, met onder andere ruimtelijke ordening in de portefeuille. In 2002 ben ik afdelingsvoorzitter van de LTO Noord-afdeling geworden, zodat mijn voorganger zijn fractiewerk in de raad kon voortzetten. Ik vind het belangrijk dat de belangen van de sector politiek worden behartigd. Dat is tegenwoordig geen vanzelfsprekendheid meer. Ook de kennis over ons vak verwatert. Ik kon het niet aanzien, vandaar dat ik Bollenpraat ben begonnen.’

Wat is Bollenpraat?

‘Sinds 2012 schrijf ik elke week een column in het Noordwijkerhouts Weekblad. Ik heb ruim vijfhonderd columns geschreven. De ene keer hang ik het op aan een bloem, de andere keer aan een spreuk of een actuele gebeurtenis, maar altijd in relatie tot de bollenteelt. Ik vind dat leuk om te doen. De hele week zit ik op een onderwerp te broeden. Dat houdt me scherp. Het is mooi om er reacties op te krijgen. Dat betekent dat de lezers toch weer iets over ons vak te weten zijn gekomen. Daarom hoop ik daar nog lang mee door te gaan.’

Bewonderenswaardig op uw 79ste. Hebt u nog geen behoefte aan pensioen?

‘Ik vind het nog veel te leuk. Elke dag ben ik op het bedrijf te vinden. Niet met een vaste taak, maar er zijn altijd wel klussen te doen. Dat voelt niet als werken. Net als de organisatie van de excursies een pure liefhebberij is.

‘Het was zo lekker om na twee jaar lockdown eindelijk weer eens in de bus te stappen en met elkaar op reis te gaan. Dit keer bezochten we Texel en een tulpenbroeierij in Bovenkarspel, echt een indrukwekkend bedrijf. Het is toch geweldig om daar een kijkje in de keuken te mogen nemen? Daar kan ik geen genoeg van krijgen.’

Bron:

Nieuwe Oogst