'Omdat we in Nederland al zeventig jaar zeker zijn van voldoende voedsel, verdwijnt het besef dat dit belangrijk is. Dat zie je in discussies. Wij kunnen het ons als Nederland veroorloven om discussie te voeren over onbelangrijke dingen en daarmee voedselzekerheid minder belangrijk te maken.'

Naam: Evert-Jan Aalpoel (55)
Bedrijf: melkveehouderij
In: Twello (GD)
Lid: weer sinds 2010

Wat voor bedrijf heeft u?

‘We melken 110 koeien met robots. Ik heb vier kinderen, van wie twee agrarische interesse hebben. De tweede zoon is nu thuis aan het werk. Dat kon omdat we een aantal extra klussen hebben opgepakt. Maar er komt een moment dat hij of ik buiten het bedrijf moet werken. Dat is ook prima.’

Kunt u nog meer over uw bedrijf vertellen?

‘Sinds vijf jaar maakt een Syrisch gezin Syrische kaas in onze oude melkstal. Het werk en de verkoop doen zij met melk van mijn boerderij. Dat loopt goed. Ruim de helft van mijn melk wordt verwerkt tot kaas. Als je zelf zuivel maakt, kom je erachter dat het niet makkelijk is. Mijn waardering voor FrieslandCampina is daardoor juist hoger dan in de tijd dat ik ledenraadslid was.’

Met wie runt u het bedrijf?

‘Met mijn zoon Martijn. Van oudsher laat ik veel van het landwerk door een loonwerker doen, want ik was veel bestuurlijk actief.’

Wat zijn uw toekomstplannen?

‘De samenwerking in de kaasmakerij voortzetten. Daarna heb ik twee scenario’s: is er opvolging, dan werken we naar een geleidelijke overname. Is er geen overname, dan ga ik niet op deze manier tot mijn 67ste door.’

Waarom bent u lid van LTO Noord?

‘Samen belangen behartigen is belangrijk. Ik ben ook een tijd geen lid geweest. In 2001 was LTO met haar standpunt in de MKZ-crisis niet mijn belangenbehartiger. Wij zaten er middenin. LTO kreeg een duivels dilemma. Onze dieren zijn destijds gevaccineerd en later alsnog geruimd. Ik was voorzitter van het actiecomité. Die periode is slecht geweest voor de positie van LTO in dit gebied.

Daarna was ik een tijd lid van de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV), maar ik voelde mij daar later minder goed thuis. In 2010 maakte ik weer de stap naar LTO. Wij boeren in het gebied vinden elkaar gelukkig weer, lid of geen lid. Het wrange vind ik dat er nog steeds hetzelfde dilemma is voor gevaccineerde dieren. Ze mogen geconsumeerd worden, maar er komen ongetwijfeld problemen met export.’

Wat zijn voor u belangrijke thema’s?

‘Ik maak mij zorgen over de opkoopregeling. Hoe nieuwer of groter de stal, hoe interessanter het is om mee te doen aan de regeling. Dat is slecht voor de structuur van de sector.

‘Een ander belangrijk thema is voedselproductie. Omdat we in Nederland al zeventig jaar zeker zijn van voldoende voedsel, verdwijnt het besef dat dit belangrijk is. Dat zie je in discussies. Wij kunnen het ons als Nederland veroorloven om discussie te voeren over onbelangrijke dingen en daarmee voedselzekerheid minder belangrijk te maken. LTO en BBB werken gelukkig wel aan dat besef.’

Wat zou u doen als u een dag voorzitter van LTO zou zijn?

‘Ik was voorzitter van het NAJK en het MKZ-actiecomité. Daarvan waren de belangen helder. Voorzitter van LTO zou ik niet willen zijn. Met alle tegengestelde belangen kan ik daar moeilijk voldoening in vinden.’