Windmolens in de Duin en Bollenstreek nodig voor de duurzame energiemix

  • Duin en Bollenstreek

De Duin - & Bollenstreek is goed op weg om klimaatneutraal te worden doordat de ondernemers zich al inspannen voor onder andere de opwek van zonne-energie.

noord-holland-landschap-1

Dit is nog niet voldoende om aan de klimaatdoelen voor het gebied te voldoen. Er moeten andere manieren van hernieuwbare energie ingezet worden om dit te realiseren. In het onderzoek dat de Greenport Duin en Bollenstreek liet doen door LTO Noord, stonden windturbines centraal.

Één van deze mogelijkheden om nieuwe duurzame energie op te wekken is het plaatsen van kleine tot middelgrote windturbines. Naast de toename van duurzame opwek, vergroot windenergie de stabilisatie van teruglevering van duurzame elektriciteit op het net. Dit is omdat windturbines draaien op de momenten dat er veelal geen zonne-energie wordt opgewekt. 

Deelnemers erg actief met duurzame energie
In de verkenning deed een grote diversiteit aan bedrijven in de sierteeltketen mee en met een grote bandbreedte in het energiegebruik. Veel van de bedrijven hadden al zonnepanelen. Door de relatief grote stroomaansluiting en de goede netinfrastructuur is het dak de beperkende factor. Veel ondernemers wilden daarom de overige energie met wind opwekken. Voor kleinverbruikers is – na verruiming van de ruimtelijke mogelijkheden door de gemeente – een windmolen achter de meter denkbaar. Voor deze ondernemers is de kostprijs van reguliere stroom relatief hoog en dat kan door windenergie en vaak in combinatie met zonnepanelen worden vermeden. Voor de implementatie zijn nog stappen nodig om de rentabiliteit te vergroten; ondernemers beschouwen een terugverdientijd van 6-10 jaar noodzakelijk. Toch is de nieuwe ISDE regeling voor kleine windmolens daarvoor een stap in de goede richting.

Rentabiliteit SDE++ projecten onder druk
Windmolens zitten daar nog wel iets boven die terugverdientijd. Voor grote(re) molens is een lijnopstelling denkbaar langs bestaande infrastructuur. De SDE++ bedragen zijn elk jaar lager dus kom je wel op een grotere molen uit om het rendabel te laten zijn. Uiteraard is naast de hoogte van de mast, de oppervlakte van de rotorbladen belangrijk. Voor het stroomnet is het belangrijk om te streven naar een 50-50% verhouding in zon en wind.  Daarom wil het niet zeggen dat het een verloren zaak is. Om die doelen te halen zal na overleg met bevoegd gezag nieuwe mogelijkheden moeten komen in het ruimtelijk beleid en nieuwe verdienmodellen worden uitgedacht. LTO Noord bespreekt dit met de gemeente.  

Ruimtelijk beleid
De Provincie Zuid Holland maakt kleine windmolens al wel mogelijk. Dat de provinciale verordening de ruimte biedt, betekent nog niet dat de gemeente deze ruimte ook moet invullen. Omdat de Regionale EnergieStrategie (RES) ambitieuze doelen stelt aangaande duurzaamheidsambities staat de gemeente hier vaak open voor. De Ruimtelijke Verordening biedt onder voorwaarden en in concrete situaties wel mogelijkheden voor een masthoogte van 45 meter binnen bestaand stads- en dorpsgebied of binnen een glastuinbouwgebied. Omdat de windcondities goed zijn maakt een grote windmolen de terugverdientijd richting de 10 jaar mogelijk. Maar het vergt een zorgvuldige ruimtelijke afweging met de juiste balans tussen energieproductie en impact op het landschap. Daarmee is een samenwerking met de gemeente belangrijk om de verduurzaming van onze sector te vergroten.