Hij doet mee aan Netwerk Praktijkbedrijven, een initiatief van LTO Noord, Wageningen University & Research (WUR) en LNV.
In het project werken 110 melkveehouders samen, verspreid over Nederland. Met hulp van adviseurs en WUR proberen ze de emissie van ammoniak en methaan te verminderen. Hun doel: 30 procent minder uitstoot ten opzichte van 2020.
Korrel heeft onder de rook van Amsterdam een typisch veenweidebedrijf. Hij melkt 130 koeien en heeft 80 hectare grasland. Op ongeveer 20 hectare heeft hij beheercontracten met uitgestelde maaidatum gericht op weidevogels. De koeien komen veel buiten.
Het ruwvoerrantsoen bij Korrel bestaat doorgaans volledig uit gras(kuil). Dit maakt vooral het reduceren van de methaanemissie een uitdaging. Verminderen van methaan door meer energie in het rantsoen via extra snijmaisteelt kan op dit bedrijf niet.
Toch is Korrel positief over zijn kansen. ‘De afgelopen tien jaar heb ik meegedraaid in diverse projecten. Samen leren in de praktijk met collega’s vind ik prettig. Daarbij zoek ik graag het randje op, erop vertrouwend dat adviseurs me helpen te voorkomen dat ik eraf val.’ In Proeftuin Veenweiden ervoer de melkveehouder dat hij de ammoniakuitstoot flink kan drukken. Korrel verdunt onder meer zijn drijfmest voor het uitrijden.
‘Ook binnen Netwerk Praktijkbedrijven focussen we ons eerst op het verbeteren van de efficiency via voer- en managementmaatregelen op grond van bestaande kennis. Daarna komen mogelijk aanvullende specifieke stal en/of mestmaatregelen in beeld’, vertelt projectleider Cathy van Dijk van LTO Noord.
‘Een mooi aspect van dit project is dat een breed scala aan bedrijven meedoet’, stelt Van Dijk. ‘Dat varieert van ondernemers die je in de categorie ‘voorloper’ kunt scharen tot ondernemers die nog niet eerder aan een project meededen. Hopelijk leidt dit tot resultaten waarmee een grote groep melkveehouders uit de voeten kan.’
Korrel verwacht minder methaanuitstoot te bereiken door gras eerder te oogsten. ‘Bij de eerste snede maai ik 40 hectare, meestal in drie keer om groeitrappen te creëren. Eigenlijk beginnen we ieder jaar iets te laat en gemiddeld is het kuilgras daardoor te grof. Met bladrijker gras in het rantsoen vermindert de methaanemissie.’
Belangrijk is dat eerder maaien niet mag leiden tot minder stikstofefficiency, benadrukt Korrel. ‘Want dan span ik het paard achter de wagen voor zowel ammoniak als methaan. Het is voor andere LTO Noord-leden van belang dat zij ook aan de slag gaan en voor henzelf uitproberen wat wel of niet werkt.’
Meer informatie: www.netwerkpraktijkbedrijven.nl