Sinds woensdag is er geen sprake meer van een landelijk watertekort in Nederland, blijkt uit berichtgeving van het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat.
Hoewel de droogte nog niet overal voorbij is worden maatregelen afgebouwd, en wordt het managementteam Watertekorten opgeheven. Voor de land- en tuinbouw heeft de droogte van dit jaar over het algemeen geresulteerd in lagere opbrengsten, waarbij door regionale verschillen situaties uiteenlopen.
De zomer van 2022 was een van de droogste en warmste zomers. De eerste groeimaanden van het jaar relatief droog, viel er eind mei begin juni gelukkig wat neerslag, en waren de maanden juli en augustus bijzonder droog.
Het algemene beeld is dat de schade van de droogte is terug te zien in lagere opbrengsten van gewassen, zoals consumptieaardappelen en uien. Daarnaast zijn opbrengsten van ruwvoer (mais en gras) slecht, wat zorgen voor veehouders oplevert. Veel van de gewassen zijn door de droogte eerder begonnen met de vruchtvorming en rijping, wat over het algemeen resulteert in lagere opbrengsten.
De situatie voor de landbouw is per regio erg verschillend. Met name Zuidwest Nederland, Zuidoost Nederland en de Achterhoek hadden te kampen met de grootste neerslagtekorten. Bijvoorbeeld in Zeeland, Zuid-Limburg en Oost-Nederland is het groeiseizoen met matige opbrengsten afgelopen. Terwijl in Midden-Limburg dit ondanks het hoge neerslagtekort enigszins meeviel.
Ook is de diversiteit in de Nederlandse land- en tuinbouw groot. Sommige teelten gedijen nu eenmaal beter onder droge omstandigheden dan andere. Ook kunnen verschillen in bedrijfsvoering (wel of geen beregeningsmogelijkheden) grote verschillen maken in de uiteindelijke opbrengst.
Naar aanleiding van de droogte in 2018 is er een sectoroverleg ‘droogte landbouw en natuur’ in het leven geroepen. LTO Nederland is hier onderdeel van, en is tevreden over de samenwerking. Via dit overleg worden relevante signalen vanuit de land- en tuinbouw doorgegeven aan de droogtemonitor van Rijkswaterstaat. Dat gebeurt in overleg met de verschillende vakgroepen, regionale LTO-organisaties en gelieerde sectororganisaties. Op basis van de droogtemonitor schetst de Landelijke Coördinatiecommissie Wateroverleg (LCW) een landelijk waterbeeld, en adviseert Rijkswaterstaat over maatregelen.