LTO Noord wil adequate schaderegeling bij dassenoverlast in maisvelden

  • Regio Oost
  • Gelderland

Hoe houden we de dassenschade voor de landbouw beperkt en zorgen we ervoor dat gedupeerde agrariërs een adequate vergoeding voor directe en indirecte schade krijgen? Samen met gedeputeerde Harold Zoet van Gelderland ging LTO Noord het veld in.

Waar pleit LTO Noord voor bij de overlast van de das?

LTO Noord pleit voor een adequate taxatie- en vergoedingsregeling van alle directe en indirecte schade die de das aanricht. Naast het aanvreten van maisplanten (de directe schade) blijven er ook regelmatig resten van plant en kolf liggen. Omdat de hakselaar niet al die restanten mee kan pakken, vraagt dit ook weer extra tijd en inzet van de boer om het bijvoorbeeld te klepelen. Ook is er indirecte schade in grasland door zand in de kuil wat leidt tot kwaliteitsverlies, en in enkele gevallen gebroken poten van dieren.  

“Vraatschade in maisvelden nalopen is tijdsintensief”

Martien Nillesen, bestuurder LTO Noord regio Oost, met de portefeuille Fauna en nabij Groesbeek wonend, weet uit eigen ervaring wat de das voor schade en overlast kan opleveren. “We zijn op ons bedrijf net met de maisoogst begonnen. Met een dassenburcht in de omgeving, zouden we alle mogelijke vraatschade moeten inventariseren voor je gaat hakselen. Dat is bij meerdere hectares erg tijdsintensief, dus boeren melden daarom niet altijd alle schade. De problematiek is dan ook groter dan cijfers nu doen vermoeden.” 

Aandachtspunten bij dassenoverlast

Naast een adequatere en snellere taxatie- en schadevergoedingsregeling wil LTO Noord ook aandacht voor de gebruiksvriendelijkheid van het schademeldsysteem van BIJ12. We vermoeden dat dat de meldingsbereidheid remt. LTO Noord roept leden op om vooral wel melding te doen en daarnaast een tegemoetkoming van de schade aan te vragen.