Welke ontwikkelingen hebben impact op landbouwgrond?
In het Nederlandse veenweidegebied daalt de bodem en komt CO2 vrij als gevolg van veenoxidatie. Een van de oorzaken is de ontwatering van het veen, waardoor het veen oxideert en dus langzaam verdwijnt en de bodem daalt.
Ook is het beperken van CO2-uitstoot uit veenweidegronden een opgave vanuit het nationale Klimaatakkoord. Vernatting ziet men als de belangrijkste maatregel om veenoxidatie tegen te gaan. Tegelijk leidt die verhoging van het waterpeil tot afremming van de veenoxidatie en dus vermindering van de uitstoot van CO2.
Wat vindt LTO Noord van deze ontwikkeling?
LTO Noord vindt dat de plannen het toekomstperspectief van een gezonde agrarische sector in het veenweidegebied verhinderen. Een aantal zaken, mede gebaseerd op onderzoek wijst dat uit:
Het hanteren van een grondwaterstand van 15 à 20 cm onder het maaiveld stelt dat de veenbodem dusdanig zacht wordt dat er onvoldoende draagkracht is voor machines en weidegang van koeien.
Peilverhoging leidt tot verslechtering van het grassenbestand door de zuurstofloze omstandigheden in de wortelzone en ook de opbrengst van het gewas zal teruglopen vanwege het kortere groeiseizoen en/of het niet meer kunnen oogsten van het gewas.
Peilverhoging gaat ten koste van diergezondheid/dierwelzijn, onder andere door toename van infectieziekten zoals leverbot.
Tegelijk worden veenweidegebieden maatschappelijk hoog gewaardeerd; het mooie polderlandschap met groene weides, koeien en weidevogels draagt daar zeker aan bij. Sterke vernatting van het veenweidegebied leidt dus tot een ander landschappelijk beeld, mede door het verdwijnen van de koe in de wei.
Ten slotte vinden wij dat het van belang is vast te stellen dat maaivelddaling/bodemdaling in diverse laagveengebieden wordt versterkt door ‘mijnbouw’ zoals de winning van gas, zout en water.
Waar pleit LTO Noord voor binnen het veenweidegebied?
Inmiddels heeft iedere veenweideprovincie voor de periode tot 2030 een zogenaamde Regionale Veenweidestrategie vastgesteld. Dit geeft de inzet en maatregelen weer voor de periode tot 2030 en een doorkijk naar 2050. We willen daarin toekomstperspectief voor de melkveehouderij in het veenweidegebied. We zetten in op passend beleid en maatregelen, zodat bodemdaling en CO2 uitstoot wordt geremd, mét perspectief voor de huidige en toekomstige agrariërs. Er moeten goede regelingen komen voor stoppers en verplaatsers en voor de boeren die in het gebied blijven zijn aanvullende verdienmodellen nodig die goed passen bij het bedrijf en met toekomstperspectief. Dit is van belang voor de landbouw, maar ook voor de leefbaarheid van het platteland. We willen allemaal wonen en werken in een aantrekkelijke leefomgeving.
Een aantal speerpunten binnen het veenweidegebied:
Schade moet zoveel mogelijk voorkomen worden, onder andere door inzet van waterinfiltratiesystemen en andere innovaties.
Als schade optreedt als gevolg van peilverhoging, moet deze vergoed worden.
Peilverhoging is alleen mogelijk met flankerend beleid en een schaderegeling waarbij inkomensschade, vermogensschade en bijkomende schade vergoed worden.
We steunen de zoektocht en introductie van nieuwe, vervangende teelten met de meest hoogwaardige toepassing en een goed verdienmodel.