Over de ziekte Chlamydia abortus bij schapen en geiten is nog weinig bekend. Hier een aantal vragen en antwoorden.
Wat is Chlamydia abortus?
Chlamydia abortus is een bacterie die abortus kan veroorzaken bij kleine herkauwers en die ook bij mensen problemen kan veroorzaken. Uit onderzoek komt naar voren dat dit vaker voorkomt bij melkleverende schapen- en geitenbedrijven dan bij niet-melkleverende bedrijven met deze diersoorten. Gemiddeld is 50 procent van de melkleverende bedrijven besmet.
De bacterie kan het eerste jaar na introductie op een bedrijf tot grote problemen leiden, zoals abortus en de geboorte van verzwakte of dode lammeren. Verwerpers zijn meestal niet of slechts heel kort ziek. Een enkele keer blijft een dier aan de nageboorte staan.
De jaren daarna treedt een stabilisatie van de problemen op en vindt op termijn bijna alleen abortus plaats bij dieren die voor de eerste keer werpen en bij aangekochte dieren. Dieren die hebben geaborteerd, worden immuun en zullen niet opnieuw vanwege Chlamydia aborteren.
Hoe ga ik om met een besmetting?
Wanneer op een bedrijf een besmetting voorkomt, bestaan twee mogelijkheden om de schade te beperken. Belangrijk is dat bedrijven de schade zoveel mogelijk beperken door hygiënemaatregelen toe te passen. Ook moet het risico voor de volksgezondheid zoveel mogelijk worden beperkt, vooral op kinderboerderijen.
Verder is het goed om de ziekte uit te bannen. Dat kan als de dieren worden gevaccineerd of de besmette dieren worden afgevoerd. Voor dit laatste kunnen de dieren individueel worden getest. Er zijn twee vaccins op de markt. De ene, van de Franse producent CEVA, heeft geen Nederlandse toelating, terwijl de andere, van Intervet, beperkt leverbaar is. Van het vaccin van Ceva komt dit jaar een beperkt aantal vaccins naar Nederland.
Wanneer wordt de bacterie uitgescheiden?
Uitscheiding van de verwekker vindt plaats met de geboorte van de vrucht en met de schedeuitvloeiing van enkele dagen vóór de abortus tot 12 dagen na de abortus. Ooien die hebben geaborteerd kunnen tijdens de bronst weer Chlamydia abortus uitscheiden. Het is niet bekend hoe lang dit het geval blijft.
Wanneer is Chlamydia aan te tonen?
Ongeveer 3 weken na een opgetreden abortus zijn de eerste antistoffen tegen Chlamydia abortus met de ELISA aantoonbaar. Het beste tijdstip voor onderzoek is tussen 3 weken en 3 maanden na een abortus.
Hoe beperk ik de kans op een besmetting?
De infectie wordt in de regel op een bedrijf geïntroduceerd door de aanvoer van besmette dieren. Preventie begint met het vermijden van contact met koppels waar problemen met Chlamydia abortus spelen. Bij aankoop weet de koper vaak niet dat de ziekte op het verkopende bedrijf aanwezig is. Een jaar na aankoop is vaak moeilijk te bewijzen dat de problemen met aankoop zijn binnengehaald.
Hoe verloopt een abortusuitbraak?
Het verloop van een abortusuitbraak is afhankelijk van het tijdstip waarop de infectie wordt geïntroduceerd. In een vroeg stadium van de dracht kan het eerste aborterende dier de drachtige koppelgenoten nog besmetten. Dit kan leiden tot een abortusgolf, met als gevolg abortus bij méér dan 50 procent van de dieren.
Als het eerste geval van een Chlamydia-besmetting laat in het aflamseizoen optreedt, dan blijft het aantal abortusgevallen in het jaar van introductie in de regel beperkt. Verkeert een aantal schapen of geiten in het gevoelige stadium van de dracht, dan kunnen deze hetzelfde jaar nog aborteren. Zo niet, dan is een massale abortus door de geïnfecteerde dieren het jaar daarop mogelijk.
Mag ik nog wel bij mijn dieren komen?
Aanwezigheid van Chlamydia abortus op een bedrijf is een risico voor zwangere vrouwen. Infectie van een zwangere vrouw kan namelijk leiden tot verlies van de vrucht en ernstig ziek zijn. Mensen die assistentie verlenen bij de geboorte van een lam op een bedrijf met abortusproblemen doen er goed aan om nadien de handen goed te wassen en te ontsmetten.
Bij mannen en niet zwangere vrouwen kan een besmetting griepachtige verschijnselen veroorzaken die vanzelf weer overgaan.
Ik heb een miskraam gehad, kan de oorzaak worden onderzocht?
Volgens het RIVM is onderzoek naar Chlamydia bij mensen alleen gericht op de SOA-variant. Dit onderzoek vindt enkel na klinische verschijnselen plaats. Er is geen test die onderscheid maakt tussen de verschillende soorten van Chlamydia.
Naast de SOA-vorm en de variant van kleine herkauwers is er ook een variant die door papegaaien wordt overgedragen en kan leiden tot longontstekingen. Verder zijn er enkele minder bekende varianten.
Kunnen andere diersoorten de ziekte ook krijgen?
Vooral kleine herkauwers, schapen en geiten, zijn gevoelig voor Chlamydia abortus. Runderen en varkens kunnen ook besmet raken met de bacterie, en er zijn ook gevallen beschreven in de paarden. Hier is nog weinig onderzoek naar gedaan.
Wat gaat er nu gebeuren?
Er komt een plan van aanpak om de abortussen op bedrijven te verlagen en daarmee betere resultaten te behalen en de uitstraling van de schapen- en geitensector te verbeteren.