Hoopvolle resultaten BIMAG: pilot Boeren tellen zelf dag en nachtvlinders

  • Boeren Insecten Monitoring Agrarische Gebieden

In de zomer van 2019 is de pilot Boeren Insecten Monitoring Agrarische Gebieden (BIMAG) afgerond in opdracht van het LNV. Het project is in goede samenwerking uitgevoerd door LTO Noord, BoerenNatuur en De Vlinderstichting.

Het doel van de pilot was om na te gaan of agrarische ondernemers met behulp van eenvoudige meetmethoden zelf dag en nachtvlinders kunnen monitoren en of de meetdata geschikt is om te gebruiken binnen het reeds opgezette Netwerk Ecologische Monitoring. De bijvangst van het project is dat boeren door zelf te meten inzicht krijgen in welke mate een teelt of agrarisch natuurbeheer maatregel invloed heeft op het aantal insecten.

Meetresultaten boven verwachting positief
In totaal hebben 22 boeren die lid zijn van LTO en/of agrarische collectieven meegedaan aan de pilot.  De meetresultaten van de pilot waren boven verwachting positief. Zo zijn er in totaal door de boeren in 238 nachten 3.495 nachtvlinder-exemplaren geteld en 103 van de 850 in Nederland voorkomende nachtvlinders gezien. Daarnaast is de dagvlinder-telroute 28 keer gelopen op 4 agrarische bedrijven waarbij 20 soorten dagvlinders zijn geïdentificeerd. Bijzonder was daarbij dat zowel de schaarse Argusvlinder als het Bruin Blauwtje zijn waargenomen op deze agrarische bedrijven. 

De resultaten zijn terug te vinden in onderstaande infographic:

De sleutel van het succes van de BIMAG-pilot is dat leden van het projectteam en de deelnemende boeren gedurfd hebben buiten de gebaande paden te treden zonder het gemeenschappelijke projectdoel uit het oog te verliezen: samen dag- en nachtvlinders monitoren om zo bruikbare gegevens te verzamelen die zowel waardevol zijn voor de boer als de wetenschap.

Vervolg BIMAG
In de periode 2020-2022 willen LTO Noord, BoerenNatuur en de Vlinderstichting het succes van BIMAG-pilot voorzetten en is het doel gesteld om van 22 deelnemende boeren door te groeien naar 100 deelnemende boeren aan het meetnetwerk. De uitdaging is om hiervoor voldoende enthousiaste tel-vrijwilligers te vinden, buiten het agrarisch bedrijf omdat niet iedere enthousiaste boer tijd heeft om zelf de metingen uit te voeren. Hierdoor ontstaat ook een kans om burgers met een agrarisch bedrijf te verbinden met burgers zonder een agrarisch bedrijf. Zo kan het BIMAG-monitoringsnetwerk naast de verzameling van telgegevens en kennisuitwisseling ook stad en platteland dichter bij elkaar brengen.