De boer op met: projectleider Tjeerd Hoekstra over schoon drinkwater

  • Drenthe
  • Melkveehouderij
  • Deltaplan Agrarisch Waterbeheer

Waterbedrijf Groningen haalt oppervlaktewater uit de Drentsche Aa voor de bereiding van drinkwater. Een schone bron is van groot belang. Henk Tiems doet mee aan een project om de afspoeling naar oppervlaktewater te beperken.

De boer op - schoon drinkwater NO

Henk en Bea Tiems uit het Drentse An-loo zijn melkveehouders in een oeroud landschap. Het landschap van de Drentsche Aa ontstond duizenden jaren geleden en is nu het best bewaarde beekdal- en esdorpenlandschap van West-Europa. Het stroomgebied van de Drentsche Aa is een stelsel van stroompjes die allemaal in het gebied ontstaan en samenkomen in één beek, de Drentsche Aa. Dit water wordt gebruikt voor de winning van drinkwater.

Daarom is het belangrijk dat de kwaliteit goed is. Het Uitvoeringsprogramma Oppervlaktewaterwinning Drentsche Aa, een initiatief van waterschap Hunze en Aa’s, Waterbedrijf Groningen en provincie Drenthe, richt zich op het verbeteren van die kwaliteit.

Onderdeel van dit uitvoeringsprogramma is het project ‘Perceelsemissie Drentsche Aa’ waarin boeren in het stroomgebied van het Anlooërdiep samenwerken om de afspoeling van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen van hun percelen terug te dringen. Henk Tiems is deelnemer aan het project. Geertje Enting, ook boerin in het gebied en lid van LTO Noord, is projectleider.

Deltaplan Agrarisch Waterbeheer

Projectleider Tjeerd Hoekstra van LTO Noord werkt voor perceelsemissieprojecten voor het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW). ‘Dat is veel breder dan dit Drentsche Aa-gebied, maar ik vind het interessant om te zien hoe beperking van perceelsemissie in verschillende regio’s en onder verschillende omstandigheden wordt opgepakt. Voor het kleigebied zijn andere maatregelen effectief dan hier in het beekdallandschap’, zegt de boerenzoon, afkomstig van de Friese klei. Hij is daarom benieuwd wat Tiems doet om het oppervlaktewater schoon te houden.

‘Een deel van mijn percelen watert af op de Drentsche Aa’, zegt Tiems. ‘Daarom doe ik mee aan dit project. Concreet gaat het om een perceel van 2,5 hectare waarop ik snijmais teel en waarlangs ik nu een akkerrand van 6 meter heb aangelegd. In deze rand is bovendien een sleuf gegraven waarin het water bij extreme buien wordt gebufferd en niet meteen wegstroomt’, licht hij toe.

Experimenteren

‘Ik vind het mooi om wat te experimenteren, maar het moet me niet te veel werk kosten. We hebben een bedrijf met honderd melkkoeien en 65 hectare land. Daar heb ik genoeg werk aan. Maar als je in zo’n project wordt geholpen door bijvoorbeeld de loonwerker die de maatregelen uitvoert, is het wel in te passen. Ik heb ook meegedraaid in het project ‘Grondig boeren met mais en geëxperimenteerd met onderzaai van vanggewassen. Daar heb ik goede ervaringen mee. In dit project hebben we proeven gedaan om het verschil in bodembewerking tussen een ecoploeg en een gewone ploeg te ervaren. Ik ben benieuwd.’

Vanuit het DAW is subsidie mogelijk voor diverse maatregelen die perceelsemissie beperken. Dat is het werkgebied van Hoekstra. ‘Maken jullie hier gebruik van?’ wil hij weten. ‘Een boer in Gasteren heeft een frees voor infiltratiegreppels gekocht die andere boeren in het gebied ook kunnen gebruiken. En we zijn bezig met de aanschaf van een nieuw type onkruidmaaier voor mechanisch beheer van akkerranden. Als daar subsidie voor is, is dat mooi meegenomen’, antwoordt Tiems.

‘Die financiële prikkel is nodig. Als je stappen wilt maken, heb je slagkracht nodig. Je verdient je investeringen niet meteen terug. Daarom zijn de subsidies belangrijk. De insteek van het DAW is dat een betere waterkwaliteit hand in hand moet gaan met een economisch sterke landbouw’, zegt Hoekstra.

Boeren enthousiast houden

‘Dankzij jouw inzet is de financiële afhandeling redelijk vlot verlopen’, zegt Enting. ‘Dat is belangrijk, want daarmee houd je de boeren enthousiast. Het is mooi om met een groep boeren aan zo’n project te werken. Boeren zijn innovatief en hebben bijvoorbeeld suggesties om machines op een andere manier in te zetten. Die samenwerking is ook een meerwaarde van dit project waarin zowel melkveehouders als akkerbouwers meedraaien.’

Samenwerking is kenmerkend voor het beekdallandschap, legt de projectleider uit. ‘De es was vroeger voor de akkers en het grasland bij de beek voor het vee, waarvan de mest naar de akkers ging. Die kringlooplandbouw bestaat hier nog steeds door samenwerkende akkerbouwers en veehouders. Helaas is een gemengde bedrijfsvoering binnen één bedrijf door de wet- en regelgeving lastig.’

Hoekstra is onder de indruk van de activiteiten binnen het project. ‘Het bevestigt mijn overtuiging dat je uitdagingen gebiedsgericht moet aanpakken. Iedere streek en grondsoort heeft een andere aanpak nodig. Boeren weten het beste wat in hun gebied werkt. Van die kennis en ervaring moet je gebruikmaken’, stelt de LTO Noord-projectleider.

In de zomerserie van 2021 gaan medewerkers van LTO Noord in gesprek met leden op hun bedrijf.

Bron:

Nieuwe Oogst