Nieuws
2 juli 2025

Arnold Michielsen: ‘Besturen is ook veel netwerken en met de juiste mensen praten’

Na tientallen jaren bestuurswerk neemt Arnold Michielsen afscheid van LTO Noord. In de loop der jaren heeft hij zich beziggehouden met uiteenlopende onderwerpen: van pachtprijzen en windmolens tot bodemkwaliteit en glasvezel. In dit gesprek blikt Michielsen terug op de dossiers die hem bezighielden en op de lessen die hij leerde als belangenbehartiger in Flevoland.

Arnold Michielsen in een weiland.

Arnold Michielsen was al op jonge leeftijd bestuurlijk actief. Eerst bij de plaatselijke voetbalvereniging in Dronten, later zette hij zich jarenlang in voor de motorsport. ‘We organiseerden enduro’s, superbike en strandraces. Zelf reed ik ook motor, maar toen mijn vader onverwacht een hartaanval kreeg, ben ik mij meer gaan richten op het bedrijf.’

Kort daarna kwam het bestuurswerk in de landbouw op zijn pad. Via ABTB, FLTO tot het huidige LTO Noord. Al die fusies heeft hij van dichtbij meegemaakt.

Waarom besloot u zich actief in te zetten?

‘Ik vind het belangrijk dat boeren zich organiseren en hun stem laten horen. Ik zag dingen gebeuren waarvan ik dacht: dit kan beter. Zo speelden er in Flevoland destijds veel discussies over windmolens. Iedereen wilde er wel een op het eigen perceel, wat leidde tot wildgroei en spanningen tussen buren.’

‘Binnen de afdeling Dronten zijn we gaan nadenken, om als sector met een beter voorstel te komen. Zo ontstond het idee voor lijnopstellingen en participatiemodellen, waarbij meer boeren konden meeprofiteren. De provincie heeft die plannen uitgewerkt, waarbij de lasten en lusten eerlijker werden verdeeld.’

Vereist belangenbehartiging volgens u een bepaalde aanpak?

‘Absoluut. Je moet goed netwerken en zorgen dat je op de juiste momenten met de juiste mensen praat. Dat leerde ik ook toen ik meedraaide bij de TT in Assen. Veel besluiten worden niet aan de vergadertafel genomen, maar daarbuiten voorbereid. Je moet weten wie de spelers zijn en hoe je partijen bij elkaar houdt. Als het ingewikkeld wordt, is wegduiken geen optie. Juist dan moet je samen blijven zitten totdat er een oplossing ligt.’

‘Na twaalf jaar lokaal actief te zijn geweest, was ik even klaar. Ik wilde me op mijn bedrijf focussen. Drie jaar later werd ik gevraagd om provinciaal voorzitter te worden. In die tijd merkte ik dat de overheid soms een afstand tot de landbouw voelde. Boeren werden al snel gezien als klagers, terwijl Flevoland een belangrijke landbouwprovincie is. We gingen het gesprek aan en hebben ervoor gezorgd dat ons verhaal op tafel ligt bij provincie en Rijk.’

Kunt een voorbeeld noemen?

‘Het pachtbeleid is een belangrijk dossier. In 2006 kreeg de toenmalige secretaris pachtzaken bij LTO een hartaanval. Als Flevolandse vertegenwoordiger werd ik naar voren geschoven om dat landelijk op te pakken. Er was veel discussie over de pachtprijzen. Ons uitgangspunt is: de pacht moet in verhouding staan tot wat je met het land kunt verdienen.’

‘Later speelde de geliberaliseerde pacht. Boeren werden geconfronteerd met aanbestedingen op gronden die ze al jaren gebruikten. We zagen dat er woekerprijzen werden geboden die een gezonde bedrijfsvoering onder druk zetten. Dat vond ik oneerlijk en daar hebben we stevig over onderhandeld.’

‘Ik bleef in Flevoland bij pacht betrokken. Veel pachtbedrijven verkeerden in slechte staat. Lekkende daken, achterstallig onderhoud. We hebben er bij het Rijk flink op aangedrongen om dat op orde te brengen en ervoor gepleit dat ondernemers de kans kregen hun erf en gebouwen over te nemen. Inmiddels hebben bijna 60 van de 130 bedrijven zich ingeschreven voor aankoop.’

Wat waren verder nog belangrijke thema’s?

‘Water en bodem springen er ook uit. Vroeger was het waterschap vooral handhaver, maar als mensen niet begrijpen waarom die regels er zijn, leidt dat tot weerstand. We zijn daarom het gesprek aangegaan: waar lopen boeren in de praktijk tegenaan? Aan welke richtlijnen moeten we voldoen.’

‘Zo hebben we water- en bodembeheer nadrukkelijk gekoppeld. Een gezonde bodem zorgt voor een betere waterhuishouding en sterkere gewassen. Door die integrale benadering hebben we samen goede stappen gezet.’

Die proactieve aanpak komt steeds terug.

‘Klopt. Ik geloof daarin. De aanleg van glasvezel in onze provincie is nog zo’n voorbeeld van zelf de regie pakken. We zijn in 2017 gestart met een groep burgers. In plaats van te wachten op marktpartijen, hebben we als bewoners en boeren zelf een programma van eisen opgesteld en gekeken wie het kon uitvoeren.’

‘Zo hebben we ervoor gezorgd dat het hele buitengebied werd aangesloten, zonder dat eerst alleen de makkelijk bereikbare gebieden werden bediend. Door slimme aanlegtechnieken hoefden niet alle bermen te worden omgespit. Inmiddels is het hele project afgerond. Misschien wel het meest tastbare project waar ik bij betrokken was.’

En nu draagt u het stokje dus over aan de volgende generatie.

‘Ja. Zowel bestuurlijk als op het bedrijf. Onze zoon Roy heeft het bedrijf overgenomen. Ik ga binnenkort naar Dronten verhuizen. Roy heeft ervoor gekozen om biologisch te telen, iets wat ik volledig respecteer. De biologische teelt vraagt wel een heel andere aanpak. Minder middelen, dus meer vooruitkijken en het juiste moment kiezen om in te grijpen. Maar hij gaat er vol voor. Ik blijf nog wel betrokken bij het werk, met name bij het praktische stuk, maar hij bepaalt nu de koers. En zo hoort het ook.’

Is het lastig om los te laten?

‘Dat valt best mee. Ik heb er vrede mee. Dit is het moment voor een volgende generatie. En bovendien: ik wil ook tijd hebben voor andere dingen, zoals de kleinkinderen. Het bestuurswerk heeft me veel gebracht: contacten, inzicht, maar vooral het besef dat je alleen verder komt als je samen blijft praten.’

Van windmolens tot glasvezel

Arnold Michielsen stond jarenlang bekend als iemand die partijen bij elkaar wist te brengen. Hij was voor een proactieve aanpak. Zo was hij al in de jaren negentig nauw betrokken bij het Flevolandse windmolenbeleid. Door boeren, overheid en burgers in gesprek te brengen, ontstond het model van lijnopstellingen en participatie.

Iets vergelijkbaars deed hij later bij de aanleg van glasvezel: niet wachten op aanbieders, maar zelf de regie pakken met bewoners en samen een plan van eisen opstellen. Dat pragmatische overlegtype werd zijn handelsmerk. ‘Je bereikt meer als je partijen bij elkaar brengt. Niet ieder zijn eigen route, maar samen een koers uitzetten en breedgedragen oplossingen zoeken.’

Bron: Tekst en beeld: Bert Hartman, Nieuwe Oogst

LTO Dichtbij app

Blijf up-to-date met het laatste nieuws voor jouw agrarische bedrijf via de LTO Dichtbij app.

Word lid

Word lid van LTO Noord en versterk je positie in de agrarische sector. Meld je nu aan!

Boer aait koe in weiland.