Greet Ruitenberg rolt nog net niet met haar ogen als ze het over de graslandgebruikskalender – formaat festival poster – heeft. ‘Op papier, in dit tijdperk wil je deze gegevens digitaal hebben.’ Ze bedoelt meer dan alleen het digitaal registreren van het maaien, weiden, bemesten, kwaliteit ruwvoer en aan wie wat wordt gevoerd. ‘De digitale graslandgebruikskalender is meer dan dat. Het is een registratie- en een planningstool. In deze digitale kalender willen we alle informatie rondom de ruwvoerderwinning, dus van bodem-, kuil- en mestmonsters en gegevens van de opbrengst van percelen, samenbrengen en ook in samenhang kunnen bekijken. Het is een tool voor jaren, om jaren met elkaar te kunnen vergelijken.’
Analyse op bedrijfsniveau
Samen met haar man Tjerk Hof zit Ruitenberg in een maatschap voor hun melkveebedrijf in Olderberkoop. Ze zijn al langer gefascineerd door de digitalisering binnen de melkveehouderij. ‘Ik ben deelnemer van Smart Farming geweest’, vertelt Tjerk. ‘Daar werd veel data opgehaald bij de deelnemers, maar ik miste de analyse, de terugkoppeling hiervan op bedrijfsniveau.’
Dat plantte wel een zaadje. De digitale graslandgebruikskalender is eigenlijk de eerste kiem die moet uitgroeien naar een volledige datamanagementtool voor melkveehouders waar ze zelf aan het stuur zitten. Dat betekent dat boeren eigenaar van zijn data zijn. Dat boeren met een dashboard zelf kunnen bepalen waar ze op willen sturen. En dat alle gegevens binnen het bedrijf aan elkaar gekoppeld kunnen worden, dus bijvoorbeeld ook van de krachtvoercomputer, koeien en de melkrobot.
Makkelijker beslissingen nemen
‘Met de huidige data en dataprogramma’s is het probleem dat het altijd vanuit een bepaalde organisatie is geschreven. Het geeft geen grip op de eigen bedrijfsvoering. Hoeveel kunstmest gooi je op een perceel, hoeveel ruwvoer haal je eraf, wat voor kwaliteit is het en is de koe erbij gebaat? Ik wil juist grip op de ruwe, onbewerkte data en dat kunnen koppelen aan bestaande gegevens. Ik wil een programma of instrument om makkelijker beslissingen te nemen. Met deze tool kun je makkelijker data opslaan over je ruwvoerwinning en nagaan waar en waarom het beter kan’, schetst Tjerk zijn ideaal.
Zo gezegd, alleen niet zo gedaan. Met enkele collega-melkveehouders die ze kennen van Smart Farming, Farm Hack en de stichting Boer en Data zijn ze een project gestart. ‘Het moeilijkste van dit soort projecten is dat je nergens aan kunt kloppen’, aldus Tjerk. ‘Iedereen denkt dat het al het goed geregeld is. Dan is er geen geld voor dit soort initiatieven. Het is heel mooi dat er dan een partij is als het LTO Noord Innovatiefonds die ons een zetje geeft om dingen mogelijk te maken.’
Dubbele bijdrage
‘En op het moment dat je bij het Innovatiefonds geld aan gaat vragen, dan heb je ook contacten binnen de organisatie die je in de breedte verder kunnen helpen. Want je moet het toch wel hebben van goede contacten om dingen in de goede volgorde te doen. Het is wat dat betreft een dubbele bijdrage.’
Wilmar Rohaan vertegenwoordigt de agrarische jongeren in de Beoordelingscommissie van het LTO Noord Innovatiefonds. ‘Dit project is bij ons gekomen als heel grof idee, geïnitieerd door boeren zelf en dat is voor ons heel belangrijk’, vertelt hij. ‘Ook dat het zonder winstoogmerk is en het ten goede komt aan de hele sector. Als land- en tuinbouw willen we vooruit. Ideeën of projecten die daaraan bijdragen willen we graag onze steun aan geven. En als veehouders, tuinbouwers of akkerbouwers willen we dat zelf beoordelen en daar is het LTO Noord Innovatiefonds voor.’