Hoe pak je ammoniak en methaan aan? “Wat niet in de veestapel gaat, komt er ook niet uit”

  • Netwerk Praktijkbedrijven

Op 13 en 14 december 2023 heeft LTO Noord twee bijeenkomsten georganiseerd door deelnemers van Netwerk Praktijkbedrijven. Bestuurders waren uitgenodigd om te spreken over de vermindering van ammoniak- en methaanemissies in de veehouderij en hoe dit kan bijdragen aan belangenbehartiging. De essentie: aan welke knoppen kun je draaien om effect te behalen?

In Netwerk Praktijkbedrijven werken boeren aan het verminderen van ammoniak- en methaanemissies via voer- en diermanagementmaatregelen. Dit omvat onder andere het schoonhouden van stalvloeren, het verminderen van stuks jongvee en het beperken van eiwitinname in het rantsoen. Het laatste aspect is met name van belang, omdat - volgens de filosofie van het Netwerk - alles begint met het rantsoen. “Wat niet in de veestapel gaat, komt er ook niet uit”, aldus de moraal in de praktijk. Na rantsoen en veestapel kun je vervolgens kijken naar de stal en mestuitrijding.

Wat zijn de leerpunten uit de praktijk?

De bijeenkomsten waren op de melkveebedrijven van Christiaan van Dalfsen uit Staphorst en Richard Korrel uit Ouderkerk a/d Amstel, beiden deelnemers van Netwerk Praktijkbedrijven. Bij beide bedrijven werd opgemerkt dat aanzienlijke vooruitgang kon worden geboekt op het gebied van ammoniakemissies. Echter, vanwege de afhankelijkheid van eigen gras in het voer, bleek het moeilijk om iets te doen aan methaanemissies.

Wat is de meerwaarde van mestvergisters?

Tijdens deze bijeenkomsten werd daarnaast ook gesproken over de techniek van mestvergisters in combinatie met stikstofstrippers. Met deze innovatie kunnen bedrijven een deel van hun emissies verminderen en de methaan- en ammoniakverbindingen nuttig gebruiken als meststof of brandstof. Hierdoor kunnen ook in de stal emissies worden verminderd. Het grootste nadeel is dat dit gepaard gaat met aanzienlijke investeringen, die rendabel zijn bij meer dan 200 koeien.

Welke zorgen en kansen zijn er voor de toekomst?

In de gesprekken met bestuurders over het gebruik van deze innovaties kwamen zowel zorgen als kansen naar voren. Een belangrijke zorg is de haalbaarheid van de invoering. Tegelijkertijd werden veel van de diermanagement- en voermaatregelen om ammoniak te verminderen als kosteneffectief beschouwd, en werd benadrukt dat het belangrijk is om vooral te beginnen met het borgen ervan voor de toekomst.

Hoe manifesteert LTO Noord zich hierin?

Het belang van lobbyen voor maatwerk rondom de gestelde doelen blijkt cruciaal, omdat de mate waarin de uitstoot van methaan en ammoniak kan worden verminderd ook afhangt van het specifieke gebied. We zetten ons, samen met alle LTO-regio’s via dit project, in om dergelijke innovaties verder te ontwikkelen en samen te werken met LNV aan de toekomst van onze leden.