'Bij ons op het bedrijf zien jonge kinderen al waar melk en vlees vandaan komen. Veel mensen weten dat niet. Als burgers nog verder vanaf onze sector komen te staan, wordt het belang van de sector weggevaagd.' Dat zegt Joke Boekel in Wij van LTO Noord.

Naam: Joke Boekel (50)
Bedrijf: melkvee en kinderopvang De Koebel
In: Assendelft (NH)
Lid: sinds 2013

Wat voor bedrijf heeft u?

‘Wij hebben een biologisch melkveebedrijf en kinderopvang aan huis. Mijn vriend Hans en ik houden ongeveer zeventig melkkoeien, bijbehorend jongvee en twaalf schapen. We hebben 60 hectare grond in gebruik, grotendeels in eigendom. In 2018 heb ik het melkveebedrijf overgenomen van mijn vader. Daarvoor zat ik sinds 2013 met hem in de maatschap.’

U bent een samenwerking aangegaan met een externe partij?

‘Dat klopt. Een tijdje geleden zijn wij benaderd door Bekavlees, een biologisch vleesveebedrijf in Westzaan. In aanloop naar deze samenwerking hebben wij de keuze gemaakt om om te schakelen naar een biologische bedrijfsvoering. Vanaf mei werken we officieel samen met Walter Benecke en zijn zoon Kees. Op dit moment zijn we in het kader daarvan nog bezig met de verbouwing van de stal. De bestaande ligboxenstal wordt verbouwd tot een ingestrooide hellingstal, een doorontwikkeling van de potstal.’

Kunt u meer vertellen over uw kinderopvang?

‘We zijn in 2014 begonnen met de kinderopvang als neventak. Die wens kwam bij mij vandaan. Van jongs af aan wilde ik al boer worden, maar ik heb twee broers en de familie ging er gemakshalve van uit dat een van jongens het bedrijf over zou nemen. Ik koos voor een baan als gymdocent in het onderwijs. Toen duidelijk werd dat mijn broers mijn vader niet wilden opvolgen, heb ik de knoop doorgehakt en ben ik in maatschap gekomen.

‘Mijn moeder was gastouder. Die combinatie met het melkveebedrijf vind ik leuk. Ik zag daar wel kansen. Zo kan ik beide beroepen mooi combineren.’

Hoe groot is de kinderopvang nu?

‘In de leeftijdscategorie van 0 tot 4 jaar – de dagopvang – hebben we plek voor dertig kinderen. In de naschoolse opvang hebben we plek voor twintig kinderen en in januari kunnen er zestien peuters bij. We hebben een hoofdgebouw en een tweede gebouw erbij laten bouwen. We hebben dertien personeelsleden in dienst, zowel fulltime als parttime.’

Waarom bent u lid van LTO Noord?

‘Het lidmaatschap is eigenlijk van huis uit met de paplepel ingegoten. Mijn vader was voorzitter van de lokale afdeling van toen nog de Westelijke Land- en Tuinbouworganisatie. Zelf heb ik ook een tijdje in het afdelingsbestuur gezeten. Eerst in de voormalige LTO Noord-afdeling Noordzeekanaalgebied en later nog een jaar in LTO Noord-afdeling Kennemerland-Zaanstreek.

‘Ik vind het belangrijk dat boeren en tuinders een stem hebben in de politiek en politieke besluiten op basis daarvan worden genomen. Het is daarom belangrijk dat we met elkaar blijven praten, vanuit een boerencollectief.’

Welke inzet verwacht u de komende jaren van LTO Noord?

‘Dat de vereniging op meerdere vlakken laat zien waar wij mee bezig zijn. Bij ons op het bedrijf zien jonge kinderen al waar melk en vlees vandaan komen. Veel mensen weten dat niet. Als burgers nog verder vanaf onze sector komen te staan, wordt het belang van de sector weggevaagd. Dat moet niet.’