Wat is de planning?
Inmiddels zijn over en weer – met inbreng van LTO Noord – deze versies aangepast. Voor 1 oktober 2024 moeten de provincies een nieuwe versie van het gebiedsprogramma bij het Rijk aanleveren. Voorlopig blijft deze deadline in de meeste provincies staan als het gaat om nieuwe uitvoeringsplannen voor het landelijk gebied.
Hoofdlijnenakkoord biedt hoop en onzekerheid
Het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet brengt hoop voor veel boeren en tuinders. Toch zijn de resultaten van het kabinet in de lobby naar de EU onzeker. Daarom zijn veel provincies zoekende wat ze aan moeten met de doelen en plannen voor het landelijk gebied. Een groot deel van het geld uit het transitiefonds lijkt te verdwijnen, maar er is voor de komende twee jaar nog wel geld beschikbaar om te investeren in maatregelen om bepaalde doelen van het NPLG te behalen. In plaats van de beschikbaar gestelde 24,3 miljard tot 2035 in het vorige plan, is er in de huidige plannen 1,3 miljard gedurende twee jaar beschikbaar voor de maatregelpakketten en voor het vormgeven van het gebiedsprogramma.
Meer of minder (Europese) mestwetgeving?
De (NPLG-)doelen blijven voorlopig staan. Het nieuwe kabinet wil echter proberen of het met een andere aanpak die de agrarische sector meer comfort geeft, toch de Europese doelen kan behalen. Een andere aanpak van het rijk, zal invloed hebben op de inhoud van de provinciale plannen voor het platteland. De gesprekken met Brussel moeten nog worden gestart. Elke provincie heeft van het rijk een bepaald bedrag toegezegd gekregen dat besteed kan worden aan de zogenaamde koploperprojecten. Een aantal van die projecten is erop gericht om samen met boeren in kwetsbare gebieden aan de slag te gaan met doelen op het gebied van de Kaderrichtlijn Water (KRW), natuurkwaliteit en klimaat in combinatie met een toekomstbestendige landbouw.
Wat vindt LTO Noord van deze NPLG-ontwikkelingen?
Bert Zandman, regiovoorzitter Oost en portefeuillehouder Platteland & Omgeving bij LTO Nederland: “Nu er minder geld beschikbaar komt, zul je ook je ambities moeten bijstellen als overheid. Het is zaak dat het Rijk daar snel duidelijkheid over geeft; ambities hebben mag, maar het kan niet zo zijn dat de boeren en tuinders voor de kosten gaan opdraaien. Natuurlijk hebben we enige verwachtingen van het nieuwe kabinet. Dat wil sterker inzetten op innovatie en vernieuwing. Dit zal z’n doorvertaling naar de provincies moeten krijgen. Zodat er weer ruimte komt voor vergunningverlening, innovaties op gang kunnen komen en we onze agrariërs daarmee weer perspectief geven. Daar zetten we als LTO op in.”
Wat is de stand van zaken in de 9 verschillende provincies voor wat betreft het PPLG?
Drenthe
- Uitstel nieuwe versie DPLG; wachten op nieuwe kabinet.
- Totaal maatregelenpakket € 130,3 - 269,9 miljoen
Groningen
- Doorgaan met afronding gebiedsprocessen.
- Totaal maatregelenpakket € 54,7 - 60 miljoen
Friesland
- Doorgaan met provinciale visie en hoofdlijnen van provinciale beleid.
- Totaal maatregelenpakket € 150,3 - 179,9 miljoen
Overijssel
- PPLG: door met 3*3 aanpak zolang er middelen zijn, de maatregelenpakketten bieden zicht op die middelen.
- Totaal maatregelenpakket € 142 - 244 miljoen
Gelderland
- VLGG blijft met Focus op Groen-Blauwe dooradering, natuurinclusieve landbouw en wateropgave, Rijk is verantwoordelijk voor klimaat en stikstofbeleid in landbouw.
- Totaal maatregelenpakket € 30 miljoen
Flevoland
- Middelen voor uitvoering zijn onzekerder, maar voorbereiding gaat door. Er is nog wel geld voor koploperprojecten.
- Totaal maatregelenpakket € 10,3 - 12,9 miljoen
Utrecht
- Onduidelijkheid lange termijn door hoofdlijnenakkoord. Wel duidelijkheid over richtlijnen en doelen, die blijven staan.
- Totaal maatregelenpakket € 234,6 - 249,5
Noord-Holland
- Inzet gebiedsprocessen gaat door, opleverdatum voor volgende versie PPLG is onduidelijk.
- Totaal maatregelenpakket € 11,7-20,8 miljoen
Zuid-Holland
- Gebiedsprocessen gaan door.
- Totaal maatregelenpakket € 179,7 - 188,3 miljoen