Of die redenering klopt, doet er eigenlijk niet zoveel toe.
Het perspectief is er en ik hoor dat breder onder jongeren. Werk aan de winkel. Gelukkig hebben we al een basis. We beschikken in onze vereniging over een mooie groep jonge, talentvolle medewerkers. Daarnaast zijn we een aantal jaren geleden begonnen met een jongerenraad en hebben we in ons algemeen bestuur een plek toegekend aan de jongeren. Er is dus aandacht voor jongeren.
Laat ik helder zijn: we willen niet het werk of de positie van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) overnemen. Als oud-NAJK-voorzitter ben ik er een groot pleitbezorger van dat jongeren een eigen vereniging hebben waar ze zelf de volle verantwoordelijkheid voor dragen en onafhankelijk zijn. Dat is een groot goed en enorm leerzaam.
Tegelijkertijd wil ik een beroep doen op de jongeren. De toekomst van een sterke belangenbehartiger hangt af van het feit of er een permanente aanwas van de nieuwe generatie is. Natuurlijk moeten die zich dan wel thuis voelen. Ik snap dat dat sterk afhankelijk is van het beeld dat je hebt. Dat heeft te maken met hoe je communiceert, wat je communiceert, de activiteiten die je organiseert, et cetera.
Maar wie weten het best hoe je dat moet doen? Juist, de jongeren zelf. De toekomst begint vandaag. De lobby die we nu inzetten, heeft zijn uitwerking in de toekomst. Een programma of project beginnen doen we om iets te onderzoeken of te bewijzen wat we in de toekomst nodig hebben of kunnen. Ik zou dus zeggen tegen alle jongeren: ‘Vind je dat LTO Noord een oudegrijzemannenvereniging is, kom dan in actie. Want jullie zijn degenen die dat kunnen veranderen.’