Na de presentatie van de EU-begrotingsvoorstellen voor de zomer, gaan de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) voor na 2027 nu echt van start. Het demissionaire kabinet deelde afgelopen vrijdag haar standpunt in een kamerbrief. Op 22 en 23 september zullen EU-landbouwministers een eerste discussie hebben over de voorstellen in de landbouwraad.
In een eerste appreciatie van de begrotingsvoorstellen stelt LTO Nederland vast dat klimaat- en milieumaatregelen in de landbouw in de knel dreigen te komen. Mede dankzij het GLB is er in Nederland meer dan 100.000 hectare aan agrarisch natuurbeheer, waarmee boeren bijdragen aan de herstel van biodiversiteit op het platteland. Daarnaast nemen boeren en tuinders in de zogenoemde eco-regeling aanvullende maatregelen voor klimaat en bodem-, lucht- en waterkwaliteit. Daarnaast heeft Nederland een programma voor erkende telersorganisaties in de groenten- en fruitsector. Door het drastisch verlagen van de GLB-begroting dreigen deze activiteiten nu deels niet meer gefinancierd te kunnen worden.
Het demissionaire kabinet stelt dat wanneer landen ambities hebben die verder gaan dan gefinancierd kan worden uit de EU-begroting, dat zij zelf nationaal extra middelen vrij kunnen maken. Maar tegelijkertijd blijft het onduidelijk welke en hoeveel nationale middelen Nederland zelf bereid is vrij te maken om de GLB-maatregelen te behouden. De toekomst van het agrarisch natuurbeheer en andere vergroeningsmaatregelen in de landbouw, en de steun aan telersorganisaties groenten- en fruit wordt daardoor onzeker. Bovendien wordt de deur opengelaten voor andere landen om wel meer geld in de landbouw te steken, waardoor de concurrentiepositie van Nederlandse boeren en tuinders verslechterd.
LTO Nederland roept op om in EU-verband juist te pleiten voor behoud van het GLB-budget. Daarbij is het essentieel dat er eerlijk en realistisch wordt gekeken naar de spanning tussen steeds hogere ambities op het gebied van duurzaamheid en voedselzekerheid, en een tegelijkertijd krimpend budget. Zonder voldoende middelen dreigen doelstellingen onhaalbaar te worden en worden boeren geconfronteerd met onrealistische verwachtingen.
LTO benadrukt daarnaast dat verschillen tussen lidstaten, zoals nationale cofinanciering, niet mogen leiden tot een ongelijk Europees speelveld. Daarnaast steunt LTO de modernisering van het GLB met meer focus op doelsturing, duurzaamheid, risicomanagement en ondersteuning van jonge boeren, vrouwen en zijinstromers. Ook vraagt LTO blijvende financiële steun voor sectorale programma’s zoals in de groenten- en fruitsector en invoering van een dierpremie voor de schapen- en vleesveehouderij. Tot slot pleit LTO voor minimaal één overgangsjaar, omdat invoering van een nieuw GLB per 2028 nu al niet haalbaar wordt geacht.
Bron: LTO