LTO Nederland reageert, als één van de drie werkgeversorganisaties van Nederland, positief op de sociaaleconomische Prinsjesdagplannen van het nieuwe kabinet. “Deze plannen stralen realisme uit”, zegt LTO-voorzitter Ger Koopmans. “Maar daar moet het niet bij blijven."
'Alle ministeries moeten hard aan de slag met het omzetten van de plannen in zichtbare daden om de uitdagingen van werkgevers op te lossen. Het kabinet moet nu handelen om de lastenverlichting voor werkgevers aan te pakken!”
LTO vraagt aandacht voor de sterk gestegen werkgeverslasten. Koopmans: “Het kan niet zo zijn dat werkgevers continue een hogere rekening krijgen terwijl werknemers er netto niet of nauwelijks op vooruit gaan. Dat helpt werkenden niet in hun bestaanszekerheid en koopkracht. Het kabinet moet daarom werk maken van lagere werkgeverslasten en gelijktijdig meer loon naar werken. De aangekondigde lastenverlichting voor het bedrijfsleven is een kleine eerste stap, maar er is meer voor nodig om van Nederland weer een echt ondernemersland te maken.”
Werkgevers in de land- en tuinbouw willen vooruit, willen investeren én innoveren. Ondernemers hebben daarvoor ruimte nodig; niet alleen fysieke ruimte maar ook regelruimte. De voorstellen van het kabinet helpen om de land- en tuinbouw toekomstperspectief te bieden. “Maar het kabinet moet nu wel doorpakken” stelt Koopmans: “Werkgevers in onze sector snakken naar daadkracht.”
Werkgevers in de land- en tuinbouw bieden veel werkgelegenheid, maar ondervinden ook de grote krapte op de arbeidsmarkt. Terecht noemde koning Willem-Alexander tijdens zijn Troonrede personeelstekorten, specifiek ook in de land- en tuinbouw, als een belangrijke hindernis voor de ontwikkeling van economie en maatschappij. Koopmans: “LTO is positief over het plan van het kabinet om de ontwikkeling van arbeidsbesparende technologie in de land- en tuinbouw te stimuleren met het innovatieprogramma ‘Robots naar de boerenpraktijk’. Dat neemt niet weg dat in de komende jaren de inzet van arbeidsmigranten noodzakelijk is en blijft; zeker voor seizoenswerk.”