'Zelf de touwtjes graag in handen houden'

  • LTO Noord

Groentekwekerij Smits uit het Gelderse De Heurne was lange tijd een begrip in de preiteeltwereld. Na een aantal tegenvallende jaren werd besloten om de transitie in te zetten van intensieve tuinbouw naar een teelt die voor Nederland uniek is: oliepompoenen. Edwin Smits ontwikkelt graag door.

Zijn vader Gert Smits begon een goede dertig jaar geleden een bedrijf met diverse groenteteelten. De afzet vond plaats via regionale veilingen en op een gegeven moment ook vanuit een winkel in een schuurtje rechtstreeks aan de consument. Eind jaren negentig brak er brand uit op het bedrijf. ‘Dat leidde tot een moment van herbezinning’, blikt Edwin Smits (28) terug.

‘De vraag was: hoe nu verder? Mijn vader heeft toen de stap gezet naar intensieve tuinbouw, met de focus op prei: zo’n 90 hectare. Dat ging jarenlang goed, ook dankzij de export naar Duitsland en Scandinavië’, geeft de teler aan. ‘We konden de prei in een grote verpakkingsvariëteit aanbieden, daarin school de kracht van ons bedrijfsmodel.’

Slechte jaren

En toen brak er een aantal slechte jaren aan. ‘Lage prijzen door veel overproductie en stijgende arbeidskosten leverden een financiële strop op. Om het bedrijfsrisico wat te spreiden, kozen we voor verbreding. Naast prei en kool gingen we ook met andere teelten aan de slag, zoals asperges en aardbeien. Tegelijkertijd hebben we onze winkel ieder jaar wat uitgebreid en de preiteelt geleidelijk afgeschaald.’

Vier jaar geleden kwamen vader en zoon Smits op een lokale markt in contact met iemand die oliepompoenpitten verkocht. ‘Dat heeft ons aan het denken gezet’, schetst de jonge Smits. ‘Ik zat destijds op de Aeres Hogeschool en heb een afstudeerwerkstuk aan oliepompoenen gewijd. Waar worden die pitten voor gebruikt, wat zijn de afzetmogelijkheden?’

Leermeester uit Oostenrijk

‘Parallel aan mijn afstudeerwerkstuk kwamen we in contact met een Oostenrijkse pompoenpittenspecialist. In Oostenrijk is een grote markt voor veredelde oliepompoenen. Die specialist werd onze leermeester. Hij bracht ons de kneepjes van de teelt en van de verwerkingsmethoden bij’, zegt Smits.

Zo gewend als de Oostenrijkers aan pompoenpitten zijn, zo nieuw zijn die voor Nederlanders. ‘In ons land is pompoenpittenolie een onbekend product’, vervolgt hij. ‘De pitten zelf worden hier wel gebruikt, in brood en granola. Vrijwel de hele productie komt uit China. In Nederland zijn wij de eerste en tot dusver enige producent. We telen de pompoenen inmiddels op 50 hectare, deels gebeurt dat biologisch.’

Bij de oogst gebruiken ze een speciale Oostenrijkse machine die de pitten van het vruchtvlees scheidt. Het vruchtvlees zelf blijft liggen, goed voor de bodem. ‘Het gaat dus puur om de pitten, waar we de olie uit winnen.’ Dat levert een mooie donkere olie op. Voor salades bijvoorbeeld, weet hij. ‘De olie smaakt ook heerlijk op ijs. We zijn volop bezig met de ontwikkeling van een nieuw product: een borrelsnack van pompoenpitten in allerlei smaken, zoals kaneel, honing en chili.’

Nieuwe winkel

Familie Smits opende vorig jaar februari een grote nieuwe landwinkel, met als corebusiness aardappelen, groente en fruit (agf), aangevuld met brood en met vlees. Die wordt uitgebaat door een Duitse slager waar al een tijdje een samenwerkingsverband mee bestaat. Een succes, zo blijkt na het eerste jaar. Ook de verkoop van panklare op maat gesneden producten aan de horeca verloopt naar wens.

Smits laat weten dat hij altijd bezig is met de verdere doorontwikkeling van het bedrijf. Vanuit het Nuffield Scholarship-programma waar hij aan deelneemt, komen er buitenlandse reizen aan waarmee hij inspiratie voor aanvullende vernieuwende teelten hoopt op te doen.

Het unieke van de oliepompoenenteelt past in zijn overtuiging. ‘Onderscheidend vermogen is belangrijk’, benadrukt de ondernemer. ‘Sta open voor verandering en houd daarbij zelf de touwtjes in handen. Blijf altijd nadenken over nieuwe mogelijkheden.’ Uitgedacht en uit gepionierd is de teler zeker nog niet. ‘Onze jongste ontwikkeling? De teelt van vuurbonen, een soort bruine boon die ook weer heel goed smaakt in combinatie met pompoenpittenolie.’

Brood op de plank op boerenerf

Boeren en tuinders kenmerken zich door hun ondernemersdrang, creativiteit en het denken in oplossingen. Dat resulteert in verdienmodellen waar misschien voorheen nog nooit over nagedacht was. Er moet brood op de plank komen en het liefst ook met beleg. Nieuwe Oogst bezoekt deze zomer negen boeren in de LTO Noord regio’s Noord, Oost en West die hun ondernemersverhaal vertellen. Dit keer is dat Edwin Smits uit het Gelderse De Heurne, die in het familiebedrijf behalve groenten ook oliepompoenen teelt.

Bron:

Nieuwe Oogst