Agrariërs in de gemeente Lochem zien weinig in een koers waarin de gemeente de landbouw verplicht stuurt richting meer natuurinclusieve en kringlooplandbouw.

Dat blijkt uit een enquête die donderdagavond werd gehouden tijdens een onlinebijeenkomst over de op handen zijnde omgevingsvisie van gemeente Lochem. Op de bijeenkomst kregen leden van AJK Laren & Lochem en LTO Noord de kans om input te leveren voor een gezamenlijke reactie op het eerste ontwerp.
Robbert Haijtink, bestuurslid van LTO Noord-afdeling Achterhoek-Noord: ‘Ons contact met de gemeente is goed. We worden eigenlijk overal wel voor uitgenodigd. In dit geval heeft de gemeente belanghebbenden gevraagd om de houtskoolschets van de omgevingsvisie te bespreken.’
De houtskoolschets bevat volgens Haijtink nog maar weinig input vanuit de landbouw. De uitkomsten van de enquête moeten dat veranderen. Bewust zijn de jongeren betrokken bij het geheel. Haijtink: ‘Zij zijn degenen die uiteindelijk verder moeten. Het is mooi dat zij ook enthousiast zijn om mee te denken. Door het samen te doen, kunnen we een gezamenlijke visie neerleggen bij de gemeente.’
De LTO’er denkt dat gemeente Lochem best openstaat voor de input vanuit agrarische hoek. ‘Als je met goede ideeën komt, willen ze daar best wel in mee.’ Lochem telt volgens de meest recente CBS-cijfers zo’n 250 melkveehouderijen, 69 akkerbouwbedrij-ven en enkele tientallen varkens-, pluimvee- en geitenhouderijen. Zo’n veertig van hen deden donderdag mee aan de enquête, onder wie ook veel jongeren.

Meeste consensus
De meeste consensus was er over de transitie naar meer natuurinclusieve en kringlooplandbouw. Vrijwel unaniem werd aangegeven dat de regie over deze transitie niet bij de gemeente, maar bij de boeren en tuinders zelf moet liggen.
‘Anders valt alle vrijheid weg’, aldus de een. ‘Het moet geen verplichting zijn’, aldus een ander. ‘De gemeente moet de visie niet te veel naar de stoel van de ondernemer sturen’, voegde een derde toe. En een vierde: ‘Er is nu al genoeg verweving tussen landbouw en natuur..
Er werd ook gesproken over de energieopgave die er ligt vanuit de Regionale Energiestrategie. Gevraagd werd welke methoden van energieopwek de voorkeur genieten. Zon op dak bleek het meest populair, gevolgd door kleine windmolens en biogas. Voor grote windmolens en zon op land daarentegen kan de gemeente niet op steun vanuit agrarische hoek rekenen.