Afdelingsvoorzitter Stefan te Selle: 'Realiteitsbesef over stikstofaanpak nodig'

  • Oost Achterhoek

‘Kijk niet alleen naar stikstof als oplossing voor het herstel van de natuur, kijk breder’. Die boodschap heeft Stefan te Selle, de nieuwe voorzitter van LTO Noord-afdeling Oost Achterhoek voor de betrokken partijen bij de gebiedsgerichte stikstofaanpak.

‘Er zijn veel meer zaken die een rol spelen in hoe de natuur te herstellen, er is niet één ding wat van belang is. Ga je niet vastleggen op alleen de stikstofaanpak.’ Stefan te Selle is sinds eind februari voorzitter van afdeling Oost Achterhoek. Hij volgde Mark Ormel op, die na acht jaar de voorzittershamer doorgaf aan de 37-jarige. 

‘Er was al eens met mij gesproken over het opvolgen van Mark’, vertelt Te Selle. ‘Ik zit in maatschap met derden op een melkveebedrijf en werkte fulltime ernaast. Eerst bij Rabobank, later bij Agrifirm. Afgelopen zomer ben ik daarmee gestopt en sindsdien ben ik volledig op het bedrijf aan het werk. ‘Nu zal hij wel tijd hebben om voorzitter te worden’, hebben ze denk ik gedacht’, lacht hij.Te Selle was onder andere vier jaar gemeenteraadslid. Momenteel is hij bestuurder bij Vruchtbare Kringloop Achterhoek. ‘Ik vond het tijd de handschoen op te pakken en voor het voorzitterschap te gaan. Juist nu er zoveel speelt.’ Ormel: ‘De afdeling mag blij zijn met de fanatieke nieuwe voorzitter.’

Stikstof en Natura 2000

Stikstof en Natura 2000 bepalen een groot deel van de agenda van Ormel en Te Selle. In de afdeling liggen vier Natura 2000-gebieden en de afdeling hoort voor de gebiedsgerichte stikstofaanpak bij de Achterhoek.
Het afdelingsbestuur ging eind vorig jaar ‘de boer op’, naar politieke partijen in Winterswijk en Aalten. Ze brachten bij hen in beeld wat de gevolgen zijn van de stikstofwet. ‘Deze wet zet de regio Oost-Achterhoek op slot als de stikstofuitstoot omlaag moet om de kritische depositie waarden (KDW) te halen’, zegt Ormel. 
Te Selle: ‘Als je naar de doelstellingen kijkt voor ons gebied, zijn die niet reëel. Door externe invloeden, zoals de achtergronddepositie vanuit het buitenland en de aanvliegroute voor Schiphol over ons gebied, zijn de doelen onhaalbaar. Ook al zouden we hier stoppen met alle activiteiten, dan nog voldoe je niet aan de doelstellingen.’ 

Verdiencapaciteit

Het afdelingsbestuur wilde beide gemeenten duidelijk maken dat ze zich bewust moeten zijn van de verdiencapaciteit van het buitengebied, laten Ormel en Te Selle weten. De sector zorgt volgens hen ook voor veel werkgelegenheid en binding en is essentieel voor de leefbaarheid van het platteland. Zorg ervoor dat je samen het gebied in stand houdt, die oproep deed het bestuur.
De lobby leidde in beide gemeenten tot moties waarin werd opgeroepen de problemen rondom stikstof aan te kaarten bij provincie Gelderland. En via de provincie bij de landelijke politiek en landbouwminister Carola Schouten. De afdeling wil met de minister in gesprek om haar, maar ook de verantwoordelijken in de Tweede Kamer, ervan te doordringen dat niet zomaar alles kan worden ‘weggehaald’ in het buitengebied. Met overgrote meerderheid werden de moties aangenomen.
‘Twee weken geleden is in het WCL-overleg, mede naar aanleiding van de moties, gesproken met gedeputeerde Peter Drenth (CDA) en wethouder Ted Kok (CDA) van Aalten’, zegt Te Selle. ‘Vanuit het landelijke hebben we nog geen reactie.’

Ander initiatief als het gaat om de stikstofproblematiek is dat LTO Noord een analyse heeft laten doen van monitoringsrapporten over Korenburgerveen, een van de vier Natura 2000-gebieden in de afdeling. Deze rapporten zijn opgesteld door provincie Gelderland en Natuurmonumenten. De natuur ontwikkelt zich positief dankzij gerichte maatregelen die zijn getroffen in het gebied, blijkt uit de analyse door een gerenommeerde ecoloog. 
‘Voor het herstel van de natuur zijn hier vooral hydrologische maatregelen getroffen’, zegt Te Selle. ‘Die zijn effectief. Ook al is er emissie van de landbouw, toch weet de natuur zich te herstellen. Zelfs zo, dat er planten groeien die er volgens stikstofmodellen niet voor kunnen komen.’

Gebiedsgerichte aanpak

De afdelingsvoorzitter roept betrokkenen bij de gebiedsgerichte aanpak op om niet eenzijdig te kijken naar stikstof en KDW’s, maar te kiezen voor een brede aanpak. ‘Ga je niet alleen vastleggen op stikstofreductie. Er zijn veel meer zaken die een rol spelen in hoe de natuur te herstellen. Dat laten de maatregelen in Korenburgerveen zien.’
Te Selle benadrukt dat de boeren best wat willen doen, dat ze gemotiveerd zijn zich in te spannen voor een betere natuur. Maar ze willen niet voor alles opdraaien. ‘Er is al veel gedaan door boeren, maar het lijkt nooit genoeg. Een realistische kijk op stikstof en wat je precies wilt, óf voldoen aan de KDW óf herstel van de natuur, is hard nodig.’
Ander groot onderwerp dat aandacht vraagt zijn zonneparken. ‘Voor de sector is het de doodsteek dat landbouwgrond hiervoor wordt onttrokken’, zegt Te Selle. ‘Het doet afbreuk aan de andere opgaven die de maatschappij van ons vraagt: grondgebondenheid, weidegang en biodiversiteit.’ Ormel vult aan: ‘Voorstanders zeggen dan, er stoppen toch zoveel boeren. Maar boerengrond wordt altijd weer gebruikt door boeren. De ruimte hebben we hard nodig als we moeten extensiveren.’
De LTO-afdelingen in de regio Achterhoek hebben een RES-manifest opgesteld met de veelzeggende titel ‘Ga begrazen in plaats van beglazen’. Te Selle: ‘We zoeken hierin graag de verbinding met andere organisaties als medeondertekenaars.’

Veel kennis in huis

Ormel en Te Selle geven aan in hun bestuurswerk niet zonder de ondersteuning te kunnen van de LTO Noord-beleidsadviseurs. Dat brengt Te Selle op het belang van georganiseerd zijn binnen LTO. ‘Er is zoveel kennis in huis en geen enkele organisatie is zo tot in de haarvaten van de regio georganiseerd.’ Alle boeren en tuinders zouden bij LTO uit moeten komen als dé belangenbehartiger, stelt hij.
‘Hoe kunnen we de tegenstellingen die er zijn verkleinen?’, vervolgt de afdelingsvoorzitter. ‘Voorzitter Sjaak van der Tak zoekt de verbinding met andere organisaties. Want waar verschillen we op? Op 5 tot 10 procent van de standpunten, maar voor alle organisaties geldt dat we staan voor de volgende generatie. Vanuit die basis moet je elkaar toch kunnen vinden.’
Ormel: ‘Een goede belangenbehartiger is nodig. Er komt veel op ons af, maar ik hoop dat boeren plezier houden in hun werk en de toekomst positief tegemoet zien.’

Zilveren LTO Noord-speld voor belangenbehartiger pur sang Mark Ormel

Mark Ormel ontving bij zijn afscheid de zilveren speld van LTO Noord. ‘Mark heeft een enorme staat van dienst in de belangenbehartiging voor agrariërs en veel kennis over de landbouw. Hij gaat het overleg aan omdat hij weet dat je op die manier het meest kunt bereiken en zoekt altijd de nuance. Hij is een verbinder en heeft bijgedragen aan de goede teamgeest in ons bestuur’, zo stond in het aanvraagformulier voor de speld. Over zijn drijfveer zegt Ormel: ‘Ik sta voor honderd procent achter LTO Noord, daar wilde ik mijn steentje aan bijdragen. Mensen fysiek ontmoeten, het informele gesprek, hoorde daar voor mij echt bij.’ Volgens de bescheiden Ormel staat LTO Oost Achterhoek, waar hij en medebestuurder Carla Schurink vanaf de start bestuurlijk actief voor waren, na acht jaar goed op de kaart. ‘De vier gemeenten zien ons als serieuze gesprekspartner. Als ze iets van landbouw willen weten, gaan ze naar LTO.’

Bron: Nieuwe Oogst