Het besluit betekent dat op 20 verschillende locaties in Nederland boerengezinnen in onzekerheid blijven zitten. Dat waren er 53. De meeste van die locaties liggen in het gebied van de leden van LTO Noord. De definitieve locatiekeuzes wordt dit voorjaar verwacht.

• In het NPRD-rapport van 12 november vind je de 'eerste trechtering van locatie-alternatieven' van Defensie. Op pagina 9 staan de locaties die nog wel in beeld zijn voor Defensieplannen.

Inventarisatie van locatie-alternatieven
Voor alle provincies brengt LTO Noord in kaart waar agrarische belangen geschaad zouden kunnen worden. Dit geeft ons een goed beeld van de totale impact op het landelijke gebied en op nadelige gevolgen voor de land- en tuinbouw. Dit helpt ons in onze belangenbehartiging naar onze leden en in onze argumentatie naar Defensie.

Wat vindt LTO Noord van deze trechtering in de zoektocht naar locaties?
Wij vinden dat het onduidelijk is welke afwegingen zijn gemaakt. Het aantal locaties wordt vernauwd, maar de balans van de voorkeurslocaties slaat door naar agrarische gronden. We begrijpen het belang van uitbreiding van de activiteiten van Defensie in een onzekere wereld, maar willen duidelijkheid hoe, en op welke gronden, afwegingen worden gemaakt.

Reactie van Defensie op 4 zorgpunten van LTO Noord
Begin september heeft LTO Noord vier zorgpunten gedeeld over de impact van het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD). Het ministerie heeft inmiddels gereageerd. Wij zijn blij dat ze onze zorgen deelt en met sommige punten al aan de slag gegaan is. Anderzijds blijft er nog lange tijd veel onzekerheid voor agrariërs in resterende zoekgebieden.

Wat is de reactie van Defensie in hoofdlijnen?
Het Ministerie van Defensie geeft aan dat ze onze zorgen serieus neemt en deze een plek geeft in de beslisformatie, die begin 2025 naar het kabinet gaat. Inzake onze punten is haar reactie als volgt:

1. We willen dat Defensie eerst kijkt naar hergebruik huidige eigen terreinen en faciliteiten
   Reactie: voor veel activiteiten wordt gekeken naar bestaande ruimte, maar voor sommige zaken is extra ruimte elders nodig.
   
   
2. Wij willen dat Defensie eerst een Landbouw Effect Rapportage (LER) laat uitvoeren.
   Reactie: de planMER (Milieu Effect Rapportage) is inmiddels verdiept, waar het gaat om het in kaart brengen van de effecten op landbouwgronden en -activiteiten. Mede gezien de vele zienswijzen richting het belang van de landbouw(grond) zal een van de perspectieven in de MER ‘landbouw’ zijn.
   
   
3. We willen weten in hoeverre agrarische activiteiten op die bufferstroken toegestaan is.
   Reactie: op dit moment is er nog geen sprake van vastgestelde veiligheidszones. In het planMER worden voor verschillende locatie-opties wel ‘worst case’-effecten in kaart gebracht. Er wordt nog onderzocht hoe een munitiecomplex en bijbehorende zonering het best kan worden gerealiseerd en hoe de impact op de leefomgeving kan worden geminimaliseerd. Pas daarna worden de veiligheidszones vastgesteld.
   
   
4. Wij vragen Defensie om meer zorgvuldigheid in de zoektocht naar grond en na te denken over compensatie van eventuele schade.
   Reactie: Defensie ziet op basis van onze brief dat het duiden van een gebied als zoeklocatie impact kan hebben. “Een helder en begrijpelijk signaal”, schetst ze. Voornemen is om bewoners en ondernemers in de betreffende gebieden nog actiever en directer informeren over de uitkomsten en vervolgstappen.