Haast geen enkel leven zou in landbouwgronden zitten, volgens het onderzoek. ‘Daar klopt geen biet van’, was de eerste reactie van de Gelderse melkveehouder. Iedere boer ziet dat landbouwbodem vol met wormen, bacteriën en schimmels zit. ‘Maar een hoogleraar van de Radboud Universiteit beweert dit niet zomaar. Ik heb hem gevraagd of hij hierover wilde praten.’
Van gesprek tot project
Met een aantal boeren en een boswachter van Natuurmonumenten zijn vervolgens gesprekken geweest. Besloten is om met verschillende partijen verder onderzoek te doen. Alleen de financiering moest nog rond. ‘Hier kwam het LTO Noord Innovatiefonds in beeld. Voor een financiële bijdrage dienden wij een aanvraag in. De beoordelingscommissie van het fonds zag het belang in van dit project. Een welkome financiële hulp om ons project van de grond te krijgen’, zegt Brouwer.
Tegenbewijs geleverd
Wat is het effect van verschil in grondgebruik op het bodemleven? Het onderzoek is in samenwerking met boeren, Natuurmonumenten, het Louis Bolk Instituut en de Radboud Universiteit succesvol uitgevoerd. Volgens Brouwer een gedegen onderzoek, waarbij twintig percelen natuurgrasland en twintig percelen landbouwgrasland zijn vergeleken. ‘In het onderzoek hebben we gekeken naar springstaarten en mijten in de bodem en de mate van omzetting van organische stof door het bodemleven.’
Het resultaat bevestigde wat Brouwer al dacht: er is geen groot verschil in bodemleven in beide gronden. ‘Een mooi resultaat dat nu ook wetenschappelijk is vastgesteld, waaruit blijkt dat de kwaliteit van landbouwgronden best meevalt. En het belangrijkste: in goede harmonie met boeren, natuurbeschermers en onderzoekers is weer meer kennis over het bodemleven verkregen.’
Zelf een idee voor een project? Neem een kijkje op de pagina van het LTO Noord Innovatiefonds.
Bekijk het artikel op de website van Natuurmonumenten voor meer informatie over het resultaat.