Rendabel verwerken van dierlijke mest weer een stap dichterbij

  • Duurzame Energie

Op 19 januari vond de eerste digitale masterclass plaats vanuit het project Meer uit Mest, Minder CO2. Drie experts lichtten toe hoe digestaat uit mest ontstaat, verwerkt, en toegepast wordt.

Leven in een vergister

Eline Keuning van Bioclear earth vertelde hoe verschillende soorten bacteriën in een vergister samenwerken om methaan kunnen produceren. In de pens van een koe vinden dezelfde stappen plaats: maar dan zelfs nog biodiverser. Eigenlijk is een koeienpens dus een supervergister. Eline gaf ook aan dat de wetenschap druk bezig is met het optimaliseren van het vergistingsproces voor monomestvergisting.

Kunstmestvervanger uit dierlijke mest

Sytze Waltje van DLV Advies vertelde meer over lopende projecten in Noord-Nederland waarbij o.a. DLV zoekt naar manieren om een kunstmestvervanger uit dierlijke mest en digestaat te produceren. Strippen, kraken, persen en omgekeerde osmose zijn hier voorbeelden van. De uitdaging is om dierlijke mest om te zetten in een product dat de mineralen op het juiste moment beschikbaar maakt. Met dierlijke mest komt wel eens voor dat een deel van de mineralen pas aan het eind van het groeiseizoen beschikbaar komt, en dus minder goed benut worden. Ook blijft het zoeken naar een rendabele businesscase. Hierbij lijkt een aanpak op regionaal niveau meer kans te hebben dan een aanpak op bedrijfsniveau.

Kunstmestvrije Achterhoek

Kees Kroes vertelde over het project “Kunstmestvrije Achterhoek”. Binnen dit project is voor vier jaar een ontheffing verkregen om uit dierlijke mest herwonnen meststoffen aan te wenden in de kunstmestruimte. Het gaat onder andere om digestaat uit covergiste varkensmest. Wel geldt dat de concentratie mineralen hoger moet liggen dan de eisen voor mineralenconcentraat. Uit dit project blijkt dat een herwonnen meststof nagenoeg dezelfde opbrengst levert als kunstmest: een van de eisen om uit dierlijke mest herwonnen meststoffen goedgekeurd te krijgen door de EU. Wat betreft uitspoeling van mineralen doet de herwonnen meststof het in ieder geval niet slechter dan conventionele kunstmest. Door het project wordt broodnodige kennis opgedaan over opslag, productie, en optimale aanwending. Kees heeft goede hoop dat het binnen twee jaar toegestaan is om uit dierlijke mest gewonnen meststoffen aan te mogen wenden in plaats van kunstmest.

Oplossing voor stikstofproblematiek in de landbouw

Tijdens de einddiscussie werd gevraagd waarom mestvergisting en mestverwerking niet wordt gezien als dé oplossing voor de stikstofproblematiek in de landbouw. De experts gaven aan dat dit zeker kan bijdragen maar dat hier geen eenduidig antwoord op is. Bijvoorbeeld het vergisten van verse mest reduceert dan wel emissie uit de stal, maar organische stikstof wordt in de vergister juist deels omgezet in ammoniakaal stikstof. Bij het strippen en scrubben van digestaat kan dit gebonden worden, maar daarbij moet de landbouwkundige behoefte niet uit het oog worden verloren. Ook kan eenzelfde meststof tot verschillende emissies leiden wanneer het bouwplan en/of de aanwendingsmethode verschillen. Dit project is een samenwerkingsverband tussen Provincie Friesland, LTO Noord, Van Hall Larenstein en Vereniging Noardlike Fryske Wâlden.  Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: “Europa investeert in zijn platteland”.