LTO Noord spreekt bij Tweede Kamer over aanlanding windpark Noordzee

  • Regio Noord
  • Friesland
  • Groningen
  • Drenthe
  • Akkerbouw en vollegrondsgroenten
  • Schiermonnikoog
  • Aanlanding windenergie Noordzee

Op donderdag 16 september deed LTO Noord namens landbouw mee aan het rondetafelgesprek van D66 over de aanleg van het windmolenpark op de Noordzee.

Het gesprek met wetenschappers, maatschappelijke organisaties overheden en TenneT heeft als doel om de informatiepositie van de Tweede Kamer te versterken in aanloop naar een besluit.

Er leven in de samenleving en in de Kamer nog altijd veel vragen over het proces rondom de aanleg van het windpark op de Noordzee. Over hoe de besluitvorming heeft plaatsgevonden om te komen tot een voorkeursalternatief (VKA) voor het leidingtracé via Eemshaven-West. De minister heeft aangekondigd met nadere onderzoeken en uitwerkingen te komen. 

Position paper

Het is een breed debat waar Henk Smith, regiobestuurder van LTO Noord ons standpunt inbrengt namens de landbouw. Daarnaast is een position paper ingebracht met een uitgebreide onderbouwing. Smith: “Voor landbouw is de route via Eemshaven-West het meest bezwaarlijke tracé. Het graven van een grote stroomkabel door ruim 35 km vruchtbare landbouwgrond heeft grote gevolgen voor boeren zoals verzilting van de grond. Duurzame energie is belangrijk, maar we willen wel een oplossing die rekening houdt met de belangen van landbouw en voedsel.”

Petitie

Het ministerie van EZK heeft gekozen voor het tracé Eemshaven-West als voorkeursalternatief (VKA) voor de aanleg van het windpark op de Noordzee. Daarom bracht dit voorjaar een breed gezelschap van boeren, natuurorganisaties en eilandbewoners een petitie aan bij de Tweede Kamer.

Verbindingen voor toekomst

Onder druk van regionale stakeholders worden nu ook de mogelijkheden van de route via de Oostkant onderzocht. De staatssecretaris laat onderzoeken welke verbindingen er in de toekomst door het Waddengebied nodig zijn. Parallel daaraan wordt het traject via Eemshaven-Oost nader uitgewerkt, om beter zicht hebben op de aanlegtechnieken en de impact op de natuur en landbouw. LTO Noord pleit nog steeds voor de aanlanding via de oostelijke route omdat dit tracé de minste impact heeft op zowel de landbouw als de natuur.