Zo stellig wil Meindert Talma, regiobestuurder Noord, het niet wegzetten. ‘Maar misschien heeft het De Jonge wel het laatste duwtje gegeven om in te zien dat het zo niet langer kan. Als wij het in Friesland niet hadden gedaan, was de minister misschien nog niet zo ver geweest.’
Talma weet dat meer provincies met het vraagstuk worstelen. Dat, mede namens de inzet van LTO Noord, in alle coalitieakkoorden de kritische houding ten opzichte van zonneparken op vruchtbare landbouwgrond is opgenomen, spreekt boekdelen.
‘Friesland heeft het nu naar beleid vertaald, waarbij geen plaats meer is voor grootschalige zonneparken op kostbare landbouwgrond. Nu Friesland dat heeft, prikkelt dat andere provincies misschien ook om er werk van te maken’, zegt de regiobestuurder.
Het verbod is niet zo rigide dat er niets meer mogelijk is. ‘Bij een dubbeldoelfunctie kan het wellicht wel. Bijvoorbeeld een fruitteler die de zonnepanelen ook gebruikt als schaduwmogelijkheid. Of een pluimveehouder die ze als schuilplek laat functioneren voor de kippen in de uitloop’, zegt Talma.
De regiobestuurder denkt dat de maatschappij de dubbeldoelfunctie ook eerder accepteert. ‘Mensen zien dan dat de zonnepanelen echt ergens voor worden gebruikt. Zo’n groot zonnepark wordt eerder als lelijk beoordeeld.’
Ook kleine initiatieven van een buurt, wijk of straat wijst Talma niet af. ‘Als de omvang maar niet zo groot is en er slechts een klein hoekje nodig is. Per project moet dit worden bekeken. Er worden niet op voorhand kaders gesteld. We zijn ook niet tegen het gebruik van incourante percelen voor zonnepanelen’, benadrukt hij.
Uitgangspunt
Voor LTO Noord is en blijft de zonneladder het uitgangspunt. ‘Dus eerst daken en restgronden vol en dan pas zonnepanelen op landbouwgronden. Het is belangrijk dat landbouwgrond beschikbaar blijft voor de agrarische sector en dat we zuinig omgaan met de ruimte die we hebben’, licht de regiobestuurder toe.
Diezelfde zonneladder benoemt De Jonge ook en die wil hij in afspraken tussen het kabinet en lokale overheden laten vastleggen. Talma is daar verheugd over en daar doet de demissionaire status van de minister niets aan af.
‘Ik denk niet dat het volgende kabinet het aan de kant schuift. Anders is het een onbetrouwbare overheid. Het is beter dat De Jonge dit nu in gang heeft gezet dan dat hij het had overgegeven aan de nieuwe minister.’
