LTO Noord wil werkbaar Fries Programma Landelijk Gebied

  • Friesland
  • Regio Noord

LTO Noord kiest in de discussie met de provincie Fryslân voor het offensief. Zeker nu er een andere politieke wind gaat waaien in de provincie, liggen er kansen om in het Fries Programma Landelijk Gebied (FPLG) tot een aanpak te komen die aansluit bij wat de agrarische sector wil en kan.

friesland-69

De Rijks-doelstellingen op het terrein van biodiversiteit, stikstof, klimaat en water waar de provincies mee aan de slag moeten roepen veel weerstand op bij de leden. De strijd om de ruimte met als doel om de landbouw plaats te laten maken voor natuur en water wordt vanuit het Rijk ingezet. De provincie Fryslân zit hier genuanceerd in,  zoals ook blijkt uit de stellingname van Gedeputeerde Staten over de aandacht voor de sociaal economische impact van zaken. Regiobestuurder Jan Teade Kooistra: “Dit is het moment om de discussie te laten kantelen en te komen met een eigen Friese aanpak.”

In de komende weken wordt in Fryslân het fundament gelegd voor het Friese Programma Landelijk Gebied (FPLG). In de wet is opgenomen dat de provincie een dergelijk plan voor 1 juli moet opleveren. Dat wordt bestuurlijk / politiek nog ingewikkeld met het oude College van GS en nieuwe Provinciale Staten. Kooistra: “Bij het maken van een eigen plan biedt dit wel de mogelijkheid om zelf weer enigszins regie te krijgen over wat er allemaal moet gebeuren en hoe enige balans aangebracht kan worden als het gaat om haalbaarheid, uitvoerbaarheid en draagvlak.” 

Het FPLG begint volgens LTO Noord met een analyse van hoe we er in relatie tot doelen voor staan, een schifting in de doelen die wettelijk zijn vastgelegd en de wensbeelden. Als dat allemaal  helder is, kan je praten over wat er dan nog moet gebeuren en wat sectoren gezamenlijk (dus niet alleen landbouw) kunnen doen om die doelen dichterbij te brengen. Het is evident dat landbouw alleen kan en wil bijdragen aan deze opgaven als het perspectief van de sector geborgd is.

Wat LTO Noord betreft wordt het plan dat 1 juli wordt opgeleverd niet meer dan een paraplu waaronder de gebiedsgerichte aanpak van onderop tot bloei moet komen. Dus geen dictaat met kaartjes maar een schets van een aanpak waarbij initiatief van onderop wordt gefaciliteerd en ruimte laat voor maatwerk, zowel ten aanzien van doelen als het tijdspad.