Niet alleen de landbouw, de particuliere dierenhouder, maar ook de terreinbeherende en natuurgerelateerde organisaties krijgen met deze bevolkingsgroei te maken. De terugkeer en forse uitbreiding van al deze diersoorten wordt door natuurminnend Nederland als positief gezien. Toch zijn er nog steeds mensen en organisaties die hard roepen dat het slecht met de Nederlandse natuur gaat.
Stikstof, ik kan het woord bijna niet meer over mijn lippen krijgen. Als veroorzaker wordt steevast naar de boeren gekeken. Een boek als De Stikstoffuik en ook alternatieve oplossingen vanuit de politiek worden als sprookjes afgedaan. De balans is zoek. Welke balans eigenlijk? De ecologische? Of de wijze zoals wij met elkaar het gesprek aangaan? Is het zwart of is het wit en waar is het tussengebied gebleven in ons polderend Nederland?
Ik zal u eerlijk bekennen dat ik fel tegenstander was van de wolf terug in Nederland. Nu heb ik er minder problemen mee wanneer zich een paar beheersbare roedeltjes in enkele gebieden huisvesten.
Ik mis een langetermijnvisie. Hoe willen wij dat onze natuur eruitziet over vijf of tien jaar? De vele deskundigen hoor ik die langetermijnvisie ook niet uitspreken. Laten wij de natuur in Nederland uit de hand lopen of hebben wij echt een plan? De recente analyses van de Ecologische Autoriteit laten nog veel vragen open. Het is tijd dat ook de natuurorganisaties openheid van zaken geven en visies en cijfers met ons delen. Of blijven wij ons afvragen wat er ruist door het struikgewas?