Eerste Landbouwakkoord-bijeenkomst in regio Oost positief-kritisch ontvangen

  • Regio Oost
  • Gelderland
  • Overijssel

“Willen we weer zeven jaar stilstand, of wenden we onze invloed echt aan in een Landbouwakkoord met het kabinet?” Circa 170 leden van LTO Noord regio Oost luisterden op 14 maart in een positieve sfeer naar de LTO-visie en gingen in discussie met voorzitter Sjaak van der Tak en directeur Hans van den Heuvel. “Het kan nog alle kanten op.”

Wat is het Landbouwakkoord?

Het Landbouwakkoord – als motie ontstaan in 2020 en in 2022 omarmd door Remkes – moet fungeren als toekomstplan voor de agrarische sector. Uitgangspunt is om vanuit de thema’s ‘Goed eten, Mooi groen, Sterk ondernemerschap’ alle opgaves voor de landbouw in een keer aan te pakken, zodat boeren met duidelijkheid en zekerheid een toekomstplan kunnen maken. Van der Tak: “De laatste echte visie dateert van de jaren ’80, van minister Braks. Nu hebben we als landbouwsector weer de kans om de grote lijn uit te zetten.”

Wie zitten aan tafel? 

  • 1 Hoofdtafel – met de minister van LNV, het IPO (provincies) en de sectorbrede organisaties LTO Nederland, NAJK, Biohuis, Agractie, CBL en FNLI (levensmiddelenindustrie) en Landschappen NL.
  • 6 Sectortafels – met afvaardigingen van overheid, primaire sector, keten en natuur. Daaronder bevinden zich ook alle verschillende agrarische sectoren, zoals de kalverhouderij, akker- en glastuinbouw.
  • 1 Reflectietafel – is er draagvlak voor de maatregel?
  • 1 Rekentafel & Juridische deskundigheid – zijn de maatregelen haalbaar?

6 thematische uitgangspunten

Uitgangspunt voor LTO zijn de voorgestelde maatregelen uit onze Toekomstvisie 2030:

  1. Wetgeving & Financiering - juridische borging, bijvoorbeeld met de Wet Strategisch Belang Land- en Tuinbouw.
    Van der Tak: “Willen we een landbouwland zijn of niet? Dan hebben we als sector bescherming nodig. Want we staan niet alleen voor landbouw, maar ook voor gezond voedsel en zelfvoorzienendheid. Dat is van wezenlijk belang.”

  2. Markt & Keten - van markt en ketenpartijen wordt ook wat verwacht, bijvoorbeeld met een Oranjebonus-schap in de supers of convenanten met supermarkten.
    Van der Tak: “We mogen veel trotser zijn op producten die we hier telen of maken. Daarbij zie ik ook kansen via bijvoorbeeld taxonomie om onze producten ook in de EU beter te verwaarden. De moraal moet zijn dat er meer geld op het boerenerf terugkomt.”

  3. Grond & Ruimtelijke ordening - raken (in)direct aan de NPLG-gebiedsprocessen.
    Van der Tak: “Misschien wel het cruciaalste punt voor onze leden. Hoe gaan we bijvoorbeeld om met het thema ‘landschapsgrond’, ofwel grond met beperkingen. Voor grond is onze hoofdlijn: ‘agrarische grond blijft agrarische grond'. We zullen nooit instemmen met de optie om generiek te onteigenen. We willen dat landbouwgrond deze functie behoudt, omdat we die nodig hebben om voedsel te produceren. Maar de overheid kan nu al beperkingen opleggen op het gebruik van grond. Of we het leuk vinden of niet: dat is een gegeven. De vraag is of we als LTO op het standpunt staan dat we tegen de introductie van ‘landschapsgrond’ zijn en daar een breekpunt van maken. Punt. Ook als dat betekent dat er wel ‘landschapsgrond’ komt en we niet meedenken over de uitwerking daarvan. Of dat we in uiterste instantie wel meedenken over hoe ‘landschapsgrond’ maximaal inzetbaar blijft voor agrarische bedrijfsvoering en boeren daar een maximale vergoeding voor ontvangen. Dat is een dilemma waar we nog niet uit zijn.”

  4. Innovatie & Borging - geld en wetgeving zijn belangrijk, zoals een Innovatiefonds, een afrekenbare stoffenbalans of borging van innovatie en management. 

  5. Maatschappelijke Ecosysteemdiensten - groenblauwe diensten en maatschappelijke eco-diensten moeten verankerd worden in 15 tot 20 jaar vergoedingen van diensten. Dat past binnen het landbouwsysteem van natuur-inclusieve landbouw.

  6. Kennis & Ontwikkeling - scholing en advies is van belang, zoals het versterken van AKIS (Agrarisch Kennis-Innovatiesystemen), de Agenda Leven Lang Leren en aandacht voor de psychosociale component van de transitie.

Leden: kritische vragen uit de zaal

De zaal sprak haar waardering uit voor de uitleg en inzet van beide LTO-voormannen. Vragen zoomden met name in op zaken als garanties rond grondeigendom, aandacht voor pachtgrond, besluittermijnen, betaalbaarheid en het mandaat van zowel de minister als de landbouwsector. Ook de mogelijke impact van het Convenant dierwaardige veehouderij binnen het Landbouwakkoord baarde zorgen.

Van den Heuvel: “Oplossing PAS-melders is toegezegd”

Beide voormannen waren blij met de reacties en beleving uit de zaal: “Daar kunnen we mee terug naar de tafel.” Van den Heuvel sprak zijn waardering uit voor minister Adema, die zich volgens hem oprecht sterk maakt voor het Landbouwakkoord. “Een oplossing voor de PAS-melders is eerder al toegezegd door minister Van der Wal; dat staat zwart op wit. Daar gaan we dus ook niet weer over onderhandelen; dat moet geregeld worden, alleen weten we niet wanneer dat gebeurt.”

Van der Tak: “Onze invloed blijven uitoefenen”

Van der Tak benoemde ook dat de Kritische Depositiewaarde van tafel moet, om net als eerder, weer uit te gaan van de instandhouding van de natuur. “Daarom is het ook zo belangrijk dergelijke zaken in het Landbouwakkoord vast te leggen, zodat dat later geen discussie meer oplevert. Als wij niet meer zouden praten, kun je ook geen invloed meer uitoefenen. Dan wordt over je beslist en dat willen we niet riskeren. Vooralsnog is de sfeer constructief, waarbij ik veel daadkracht zie bij onze partners. Maar tegelijk is veel nog onzeker. Het kan nog alle kanten op.”

LTO wil binnenkort weer een ledenenquête houden over de stand van zaken van het Landbouwakkoord. We houden je op de hoogte.