Vanaf 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. Dat vraagt ook vanuit de agrarische sector een andere benadering naar onze omgeving. Daarom organiseerde LTO Noord voor regio Oost een informatiebijeenkomst.
De bijeenkomst was voor bestuurders. De hoofdvraag was: hoe zorgen we dat we onze wensen laten meewegen?
Ruim 30 bestuurders van diverse LTO-afdelingen uit Overijssel en Gelderland waren bij de bijeenkomst in Wilp, onder het motto: ‘De omgevingswet een participatiefeest; hoe speelt jouw afdeling dat spel?’ De moraal: als agrarische sector moet je zorgen dat je vanaf het begin van de ontwikkeling van zaken rond de Omgevingswet betrokken bent.
Regiobestuurder Martien Nillesen van regio Oost, met de portefeuille Ruimtelijke ordening schetst het belang van deze avond: “Je ziet dat bestuurders behoefte hebben aan informatie en handvatten rond wetten en regelgeving. Zij waren vooral benieuwd naar de praktische uitwerking. De moraal: probeer vooral in mogelijkheden te kijken en niet in bedreigingen. Zorg dat je aan tafel zit met de andere betrokkenen.”
Momenteel zijn verschillende wetten gerelateerd aan onze leefomgeving, zoals bouwvoorschriften, milieuregels, waterbeheer, ruimtelijke ordening en natuurbescherming. Met de Omgevingswet wil de overheid initiatieven, zoals het bouwen van huizen, stallen of windmolens gemakkelijker maken via één online loket. Ook is het de bedoeling de betrokkenheid van burgers en ondernemers bij de ontwikkeling van de leefomgeving te vergroten.
De essentie is dat de inspraak die nu achteraf plaats vindt (via zienswijzen en inspraak) straks deels vooraf plaatsvindt. De hoop is dat partijen er dan nog niet geharnast in zitten. Beleid wordt meer op hoofdlijnen, maar daarnaast zijn er gewoon regels waar een initiatief in moet passen. Passen die regels toch niet helemaal, dan zijn die hoofdlijnen wel belangrijk om te kijken of het alsnog kan. Als het initiatief een positieve uitwerking op de leefomgeving heeft, is er meer mogelijk.
Dat betekent voor agrarische ondernemers dat je overheden vroegtijdig moet betrekken bij je plannen. Wilco Pelgrom, wethouder in Bronkhorst, één van de P10 (grootste plattelands-)gemeenten, gaf aan dat gemeenten vaak blij zijn met de kennis vanuit de agrarische sector. Zo kunnen ze tot een zorgvuldiger afweging komen. Overigens wil LTO Noord mogelijkheden verkennen om samen met de P10 aan gezamenlijke kennisopbouw te doen op typische plattelands-items.