Met een opkomst van ruim 120 leden van de drie samenwerkende Twentse LTO-afdelingen was het woensdag 15 november een geslaagde debatavond over de plattelandspolitiek in Twente.
Er was een leuk en afwisselend publiek (jong en oud). Naast veel melkveehouders waren ook de andere sectoren goed vertegenwoordigd.
VVD (Thom van Campen uit Zwolle), D’66 (Joey Koops uit Emmen), CDA (Eline Vedder uit Ruinerwold), GL/PvdA (Joris Thijssen uit Muiderberg), CU (Alwin te Rietstap uit Hardenberg), FvD (Andreas Bakir uit Enschede), BBB (Erik Stegink uit Bathmen) en SGP (Roelof Bisschop uit Staphorst).
Aanleiding van het debat is dat er veel gaande is in de agrarische sector. LTO Noord wil graag weten wat de politieke partijen van plan zijn met de regio Twente en het (agrarische) platteland. Het debat werd geleid door Sandy Nijhuis uit Oldenzaal en is mede mogelijk gemaakt door de Rabobank afdeling Food & Agri Twente. De vooraf aangemelde partijen konden zich voorbereiden op 4 stellingen. De avond werd afgesloten tijdens een drankje waar alle kandidaten nog even de tijd hadden om met het publiek na te praten en te luisteren naar wat er speelt.
We zien veel boeren die door willen gaan en duidelijkheid verwachten van het komende kabinet. Frustratie is ook aanwezig in de zaal; over het laatste kabinet, maar ook over de huidige gang van zaken rondom stikstof en leefbaarheid op het platteland. Daarbij bestaat er veel twijfel over de betrouwbaarheid van de huidige politiek. Alle partijen erkennen dat er in de afgelopen regeerperiode fouten zijn gemaakt en dat in het komende kabinet vooral de aandacht moet komen voor duidelijkheid en erkennen het belang van de Nederlandse landbouw.
Tijdens de avond waren 8 politieke partijen vertegenwoordigd om een brede discussie op gang te brengen. In één van de eerste vragen kwam naar voren of het derogatiebeleid teruggedraaid kan worden. VVD zegt dat ze er veel aan gedaan hebben om de derogatie zo lang mogelijk te rekken, maar geeft aan dat ook zij uiteindelijk aan Europese regels moeten voldoen. BBB erkent dat er veel is misgegaan in de communicatie rondom de derogatie. Ook zij zien nog geen herziening van het huidige besluit.
Partijen zijn het over eens dat er volop ingezet moet worden op innovaties als oplossing. BBB voegt er aan toe dat het stikstofbeleid niet moet gaan over krimp, maar over oplossingen en dat het niet alleen voor de rekening is van de boeren. CDA wil dat er duidelijk onderscheid gemaakt wordt tussen ammoniak (NH3) dat vooral vrijkomt uit mest en urine van dieren, en stikstofoxiden (NOx) die vooral vrijkomen in de lucht door verkeer (uitlaatgassen) en industrie. Pas dan kun je eerlijk gaan meten.
Stelling 1 - Voedselzekerheid gaat boven nieuwe natuur te realiseren.
Alle partijen onderschrijven dat Nederland niet zelfvoorzienend is. Er wordt gewezen op de consumptie van de mens en gekeken naar de staat van de natuur op dit moment. Maar hoe staat het met de uitdaging met steeds meer mensen in Nederland, en monden die moeten worden gevoed?
Stelling 2 - In Twente moet windenergie komen.
Ook verdeeld is de politiek over de komst van windenergie op het Twentse land. BBB, CDA, SGP en FVD zijn tegen windmolens (op land); ze benoemen de mogelijke schadelijke gevolgen en alternatieven voor windenergie.
D’66, GroenLinks/PvdA, CU en VVD zijn voor het plaatsen van windmolens en zien het ook als een (tijdelijke) stap richting een toekomst waarbij we niet meer afhankelijk zijn van fossiele energie.
Stelling 3 - De N35 van Almelo tot Zwolle moet worden verbreed.
D’66 is tegen: het verbreden gaat niet werken i.v.m. de flessenhals die ontstaat bij de dorpen. Maatwerkoplossingen zijn daar nodig.
Veel partijen kijken naar wat is gebeurd. Er moeten veilige oplossingen komen bij dorpskernen. Twente moet goed bereikbaar blijven, omdat er meer is dan alleen de Randstad. Iedere partij is voor een goed mobiliteitsplan. Wel op zijn/haar eigen zienswijze.
Stelling 4 - In kleine kernen moeten alle sociale voorzieningen voor leefbaarheid beschikbaarheid blijven.
D’66 is tegen. Wat zijn alle sociale voorzieningen: willen we echt alles, of maken we keuzes in wat wel en wat niet?
Het publiek vindt basisvoorzieningen als een school, huisarts, bakker en slager belangrijk. Maar er moeten er ook niet te weinig zijn. Als voorbeeld wordt Drenthe genoemd waar dorpen leeglopen. Een voorbeeld van hoe het niet moet, het drijft mensen juist naar de stad. Alle partijen zijn het over eens dat de dorpskernen leefbaar moeten blijven, dat ze toegankelijk moeten zijn en dat ze een goede verbinding moeten behouden.