'Geest steeds rijper voor toestaan erfmolens'

  • Regio West
  • Energie
  • Duurzame Energie
  • West-Friesland
  • De Hoeksche Waard
  • Krimpenerwaard

Steeds meer gemeenten in West-Nederland zien de meerwaarde in van kleine windturbines voor eigen gebruik op de boerderij. In combinatie met zonnepanelen kunnen zulke erfmolens bedrijven efficiënter maken qua energieverbruik.

groningen-07

Pieter Koehoorn van turbineleverancier EAZ Wind bespeurt een duidelijke koerswijziging bij gemeenten. ‘De geest is rijper voor het plaatsen van erfmolens. We begeleiden veel klanten bij de vergunningaanvragen. Waar er enkele jaren geleden nog sprake was van veel koudwatervrees, merken we dat steeds meer gemeenten het nut van kleine windmolens op waarde schatten.’

Vorige week reed Koehoorn tijdens een bustour met wethouders en raadsleden van zeven West-Friese gemeenten door het gebied om enkele voorbeelden van erfmolens te laten zien en met de politici van gedachten te wisselen. ‘Dat is zinvol en werkt goed, omdat ze dan met eigen ogen zien dat zo’n molen niet te vergelijken is met de impact van hoge turbines. Die misvatting zorgt meestal voor de terughoudendheid, vooral op ambtelijk niveau.’

Urgentie ontbreekt

In Noord-Holland speelt ook mee dat de erfmolen pas een jaar geleden weer uit de ban is gedaan. ‘Sommige gemeenten hebben die omslag niet gelijk gemaakt. Dat is geen onwil, maar het ontbreekt vaak aan urgentie om die aanpassingen door te voeren’, stelt Koehoorn.

‘Gemeente Koggenland doet dat juist goed. Die heeft het proactief opgepakt en een speciaal toetsingskader opgesteld, waarmee vergunningaanvragen binnen de gangbare acht tot veertien weken kunnen worden beoordeeld. Steeds meer gemeenten kopiëren die aanpak.’

Vooral in Zuid-Holland ziet Koe-hoorn veel gemeenten naar openingen zoeken om de vergunningverlening van erfturbines te vereenvoudigen. ‘Daar springen Kaag en Braassem en Molenlanden er wat mij betreft bovenuit. Die voorbeelden leggen we ook aan andere gemeenten voor, die nog nog worstelen met deze materie’, zegt hij.

‘Belangrijk is in elk geval dat er een aanpassing komt in het bestemmingsplan dat erfmolens toestaat, met daaraan gekoppeld de regels waaraan moet worden voldaan.’

Vicevoorzitter Hans Rozendaal van LTO Noord-afdeling Hoeksche Waard onderschrijft het nut van die aanpak. ‘We zijn in goed gesprek met de gemeente waardoor we veel misverstanden hebben kunnen wegnemen’, stelt hij.

‘Dat komt ook door onze lobby, die heeft geleid tot een pilotproject om een energiepolder in te richten. Doel is om daar de energievraag in kaart te brengen en die te koppelen aan de hoeveelheid stroom die er met zon en wind kan worden opgewekt. Sindsdien moment zitten we constructief met elkaar om tafel’, zegt Rozendaal.

Uit een inventarisatie blijkt dat vijftien ondernemers in de Hoeksche Waard concreet interesse hebben om erfmolens te plaatsen. ‘Hoewel er juridisch nog wel wat plooien moeten worden gladgestreken, heeft de gemeente dit onderwerp wel naar voren gehaald. Er is er speciaal iemand in dienst genomen om hiervoor een beleidskader op te stellen’, zegt de LTO Noord-bestuurder.

In de gemeente Bodegraven-Reeuwijk is een iets andere volgorde gebruikt door eerst een beleidsstuk te schrijven, waar vervolgens betrokkenen op konden reageren.

Legeskosten

Voorzitter Bartlo Hoogendijk van LTO Noord-afdeling Bodegraven e.o.: ‘Op zich konden we ons aardig vinden in de opgestelde regels. Wel hebben we onze kanttekeningen geplaatst bij de hoge legeskosten die de gemeente hanteert. Die kunnen oplopen tot 6.000 euro per aanvraag, wat de drempel voor ondernemers onnodig verhoogt om in duurzame energie te investeren.’

Met Energiecoöperatie Bodegraven-Reeuwijk zijn contacten gelegd om meer samen op te trekken bij het plaatsen van zonnepanelen op het dak. Hoogendijk juicht dat toe.

‘Hoewel het voor individuele ondernemers aantrekkelijk kan zijn om mee te werken aan zon op land, heeft dat voor het algemeen belang niet onze voorkeur. Het zorgt voor versnippering van landbouwgronden, terwijl we elke hectare hard nodig hebben voor alle maatschappelijke opgaven die er liggen. Dat maakt deze combinatie van zon en wind direct bij de boerderij juist extra waardevol’, zegt de afdelingsvoorzitter.

Een gemeentelijke herindeling zorgde voor een herijking van het beleid voor erfmolens in de Krimpenerwaard, zegt voorzitter Cees Verhagen van de lokale LTO Noord-afdeling. ‘In sommige gebieden waren ze al toegestaan, in andere gebieden nog niet. Daarom zijn de regels gelijkgetrokken. Kleine turbines voor eigen gebruik mogen nu worden geplaatst op het bouwblok van het agrarisch bedrijf’, licht hij toe.

‘Afgesproken is dat aan het eind van het jaar wordt geïnventariseerd hoe die aanpak werkt en of dit ook naar tevredenheid is, bijvoorbeeld van omwonenden’, zegt Verhagen.

De afdelingsvoorzitter verwacht daar geen grote belemmeringen. ‘Het zal ook niet direct stormlopen met de aanvragen. De impact is veel minder groot dan die van grote windturbines. Er is in het verleden al eens een inventarisatie gedaan. Daaruit bleek dat er best animo was om zo’n molen te plaatsen. Maar de prijzen zijn wat hoger geworden, waardoor het voor sommigen waarschijnlijk minder interessant is geworden.’

Bron:

Nieuwe Oogst