De plannen van het kabinet, de afschaffing van de derogatie en de beschikbaarheid van zoetwater. Zomaar een aantal zaken die akkerbouwer Klaas Schenk motiveerden te solliciteren naar een bestuursfunctie bij LTO Noord. Sinds februari is hij de nieuwe themahouder Water & Bodem bij LTO Noord in de provincie Noord-Holland.
‘Ik ben 51, vader van drie kinderen en run in het Noord-Hollandse Anna Paulowna een akkerbouwbedrijf. Ik teel pootaardappelen, graan en zaaiuien. Ook verhuur ik een deel van mijn land voor de tulpenteelt.’
‘Dat klopt. Ik ben inmiddels alweer vier jaar vakgroepbestuurder bij LTO Akkerbouw en Vollegrondsgroenten. Binnen de vakgroep ben ik verantwoordelijk voor de portefeuille Scholing en Innovatie. Daarnaast richt ik me samen met medebestuurders op alle actuele zaken die in onze sector spelen, zoals het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), het behoud van een breed middelenpakket en het zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn (APN).’
‘De bestuurder die voor mij deze functie vervulde, stopte ermee. Daardoor dreigde een gat te vallen. Ik zag dat deze bestuursfunctie qua onderwerpen wel bij me past.
‘Aan de andere kant is het wel een tijdrovende functie, vooral in combinatie met het bestuurswerk voor LTO Nederland. Maar het belang van de sector weegt voor mij het allerzwaarst. Met alles wat er speelt en de plannen die op ons afkomen, is invloed vanuit de praktijk ontzettend belangrijk. Daar zet ik me dan ook graag voor in.’
‘De uitwerking van het APN, het Nationaal Programma Landelijk Gebied en het GLB zijn een paar voorbeelden die onze sector hard raken.
‘Daarnaast is de beschikbaarheid van zoetwater een belangrijk punt. De bevolking groeit en waterwinbedrijven zoeken naar schoon drinkwater op plekken waar wij ondernemen, waardoor een tekort kan ontstaan.
‘Ook kwamen we eind januari ineens voor een verrassing te staan: agrarisch ondernemers in het werkgebied van de waterschappen Noord-Hollands Noorderkwartier, Delfland en Brabantse Delta zouden in een met nutriënten verontreinigd gebied boeren. Daarom wordt de derogatie versneld afgebouwd en gaan per 2024 de gebruiksnormen voor stikstof met 20 procent omlaag.’
‘Ik ben vooral de connectie tussen de LTO Noord-afdelingsbesturen, waterschappen en provincie. De lokale afdelingen hebben rechtstreeks contact met leden. Zij weten wat er op het individuele boerenerf speelt. Ik probeer vanuit mijn rol vraagbaak te zijn en neem input vanuit de lokale afdelingen mee naar het Interprovinciaal Overleg.
‘Het is belangrijk dat we samen optrekken richting beleidsmakers en uitvoerders van het beleid, zodat we met zijn allen kunnen blijven ondernemen op de plekken waar wij nu boeren. Iedereen moet zijn of haar beeld op de toekomst kunnen houden.’