'LTO Noord mag zich meer profileren'

  • Regio West
  • Regio Oost
  • Regio Noord

De eerste honderd dagen zitten erop voor de kersverse provinciaal voorzitters Marbel de Graaf (Noord-Holland) en Jeroen van Wijk (Utrecht). Twee jonge bestuurders met grote ambities.

LTO Noord is een belangenorganisatie om trots op te zijn, maar mag zich meer profileren, vinden de twee. ‘Dat heeft met lef te maken en dat kunnen wij inbrengen.’

Het valt niet mee om Marbel de Graaf en Jeroen van Wijk samen te strikken voor een interview. Hun agenda’s zitten bomvol. Voor het provinciaal voorzitterschap staat twee dagen in de week, maar er zijn ook weken dat de bestuurders vier of vijf dagen met bestuurswerk kunnen vullen. Stikstof is op dit moment het hete hangijzer, waar veel energie in gaat zitten, zegt Van Wijk.

‘LTO Noord voert een keiharde lobby om de toekomst voor boeren mogelijk te houden. De rol van onze organisatie is hierin belangrijker dan ooit. We zien de pijn bij de boeren. Door de stikstofproblematiek collectief op te pakken, kunnen we heel veel doen voor onze leden. Dat alleen al is een reden om je te verenigen.’

Marbel de Graaf (40) uit Wieringerwerf en Jeroen van Wijk (42) uit Odijk zijn sinds 1 maart provinciaal voorzitters van respectievelijk Noord-Holland en Utrecht. Een uitdaging waar zij zich vol voor gaan inzetten, zeggen ze. Daarnaast is De Graaf binnen Regio West verantwoordelijk voor de portefeuille Markt & Maatschappij, Van Wijk is themahouder Ruimtelijke Ordening.

‘Ondanks dat ik al veel ervaring binnen LTO Noord heb, werd ik de eerste drie weken overspoeld met telefoontjes van mensen die ik niet kende’, blikt De Graaf terug. Van Wijk: ‘Je hele netwerk wordt groter. Je bent op veel meer vlakken actief. Ik heb veel meer petten op dan ik van tevoren had gedacht.’

De twee provinciaal voorzitters streven ernaar met al die petten op voldoende zichtbaar te zijn voor de leden. Het is zoeken hoe je dat doet, zeggen ze. Ledencommunicatie is daarbij heel belangrijk, stelt De Graaf. ‘Mijn ambitie is om mijn zichtbaarheid naar leden toe te vergroten. De LTO Noord-organisatie weet mij te vinden en dat geldt tevens voor afdelingsvoorzitters en regiobestuurders.

‘Ik wil echter ook van leden in Noord-Holland weten hoe ik hen het beste van dienst kan zijn. Wat speelt er? Waar is vraag naar? Waar is men binnen de afdelingen mee bezig en waar wordt al vol op ingezet? Leden mogen meer meekrijgen van wat we doen. Als er ideeën zijn, hoor ik die graag!’

De Graaf ziet een kloof tussen de LTO Noord-organisatie en de afdelingen. ‘De organisatie is de plek waar zaken gebeuren en naar buiten worden gebracht. De afdelingen zijn een andere tak. Er wordt heel veel gedaan in de afdelingen, ik ben onder de indruk van wat daar allemaal gebeurt.

‘We kunnen de kracht van de afdelingen veel meer benutten, je moet kijken waar de energie zit. Door afdelingen te ondersteunen en krachten te bundelen, kun je grotere slagen maken. Als lobbyorganisatie schaakt LTO op veel borden, maar er moet ook op een bord worden geschaakt voor de professionalisering van de afdelingen. Het mag meer van onderop komen en minder van boven af.’

Ander soort lid aanspreken

Van Wijk wil een ander soort lid aanspreken. Dan krijg je volgens hem andere input. ‘We moeten uitkijken dat we niet te veel in de reguliere stroom meegaan, je moet vanuit het lid blijven denken. LTO Noord wordt wel eens neergezet als nette mensen die blijven praten, maar als ik in gesprek ben met een gedeputeerde, dan gaat het er soms best fel aan toe. We moeten af van de beeldvorming dat we een brave organisatie zijn.’

Als themahouder Ruimtelijke Ordening speelt het stikstofdossier voor hem op dit moment een grote rol. ‘De stikstofproblematiek slokt enorm veel tijd op, het gevaar is dat je andere zaken laat schieten. Daar moet je voor oppassen. Stikstof is ook niet een dossier waar ik energie van krijg. Die energie haal ik wel uit het politieke spel dat wordt gespeeld. Het is leuk om daaraan mee te doen.’

Voor de agrarische sector in Utrecht wil Van Wijk zich inzetten voor een meer vitaal platteland met perspectief voor de lange termijn. Er wordt nu te veel naar de korte termijn gekeken, vindt hij. ‘Mijn streven is een meer integraal toekomstbestendig platteland neer te zetten, waarin veel opgaven zijn verweven. We zijn nu zover dat terreinbeherende organisaties het daarover met ons eens zijn. Daar hoort een gebiedsgerichte aanpak bij.

‘Wat dat betreft staan we voor een belangrijke wedstrijd. De toekomstvisie 2030 van LTO Nederland is: goed eten, mooi groen en sterk ondernemerschap. We willen dat meer tussen de oren van de afdelingen, gemeenten, provincies en stakeholders krijgen. We hebben een vitaal platteland nodig, waarin de agrarische sector onmisbaar is.’

De Graaf is in regio West bestuurlijke trekker van het programma ‘Voor de volgende generatie’. Dat is het jongerenprogramma van LTO Noord dat zich specifiek op de behoeften van jonge ondernemers richt. Een onderdeel hiervan is de Jongerenadviesraad, om het geluid van jonge leden te laten weerklinken in alle lagen van de vereniging.

‘We willen de beschikbare innovatiekracht en bevlogenheid van jonge ondernemers tot waarde brengen voor de sector’, stelt zij. ‘Dat doen we samen met de nieuwe lichting agrariërs.’ Jongeren zijn heel belangrijk voor de organisatie, vindt ook Van Wijk. ‘Daar werken we hard aan, onder meer door intensief samen te werken met de provinciale AJK’s.’

De blik vooruit

De twee bestuurders zien LTO Noord als een sterk en solide huis, een goed functioneerde organisatie. LTO Noord is er voor de ondernemers die vooruit willen, zeggen ze. De Graaf: ‘We zijn er voor het collectieve belang, niet voor de individuele agrariër. LTO mag zich stevig uitspreken over wat zij wenselijk vindt voor de sector. Het ondernemerschap ontwikkelt zich en LTO verandert daarin mee. De organisatie baseert zich op kennis, inhoud, feiten en resultaten, niet op emotie. We moeten het meer hebben van daden dan woorden, presteren in plaats van brullen. Dat zit in het DNA van de organisatie.’

LTO Noord is een belangenvereniging om trots op te zijn, besluit Van Wijk. ‘We zetten ons keihard in voor de toekomst. Dat mag beter worden uitgedragen, de vereniging mag zich meer naar buiten toe profileren. Dat heeft met lef te maken en daar kunnen wij als jonge bestuurders een rol in spelen.’

Marbel de Graaf en Jeroen van Wijk in het kort

Marbel de Graaf-Montsma (40) heeft samen met haar man Jacco een akkerbouwbedrijf (90 hectare) met vergaderlocatie in Wieringerwerf. Zij is sinds 2013 bestuurlijk actief voor LTO Noord, als bestuurslid en afdelingsondersteuner van LTO Noord Hollands Kroon en themahouder Markt & Maatschappij Noord-Holland. Naast het provinciaal voorzitterschap van Noord-Holland heeft De Graaf ook thema Markt & Maatschappij in portefeuille en is zij bestuurlijk trekker van programma ‘Voor de volgende generatie’.

Jeroen van Wijk (42) heeft een melkveebedrijf met 110 koeien op twee melkrobots en 58 hectare land in Odijk. Van Wijk was de afgelopen jaren actief als voorzitter van LTO Noord-afdeling Bunnik-Houten en als LTO Noord-themahouder Markt & Maatschappij in Utrecht. Ook was hij verantwoordelijk voor thema Duurzame Landbouw en Natuur. Van Wijk is provinciaal voorzitter van LTO Noord Utrecht en themahouder Ruimtelijke Ordening van Regio West. Hij is getrouwd met Astrid.

Bron:

Nieuwe Oogst