Pachtcontract zet boeren klem

  • Regio West
  • Natuurondernemers

‘Gewurgd’ door het pachtcontract. Het klinkt hard, maar Gerda Kool kan wel voorbeelden opnoemen waar het realiteit is. Als bestuurder in LTO Noord regio West zet zij zich met de werkgroep Natuurondernemers in om hier paal en perk aan te stellen.

De pachtcontracten moeten een langere looptijd krijgen, beheervergoedingen moeten naar de agrariër en het GLB-geld moet op het boerenerf blijven. Het zijn enkele punten waarop de werkgroep zich focust. Geld is een ding, maar er speelt meer.

Als Gerda Kool naar haar eigen financiële huishouden kijkt, weet ze zeker dat pachtcontracten met de terreinbeherende natuurorganisatie veel boeren klem zetten. ‘Ze kunnen meer voor de natuur doen als er niet zo veel pacht betaald hoefde te worden.’

Want de gaten in de begroting van de terreinbeherende organisaties (TBO’s) worden volgens de melkveehoudster gevuld met geld van de boeren. ‘Die zijn het kind van de rekening.’

Hoe dat in zijn werk gaat? Kool legt het uit. ‘De natuurorganisaties krijgen geld van de overheid. Maar niet genoeg om de gestelde doelen te halen. Dat tekort halen ze bij de boeren weg. Door de GLB-gelden, die boeren kunnen aanvragen voor natuurgronden waarop agrarische activiteiten mogelijk zijn, bij de pacht op te zetten. En de organisaties krijgen het beheergeld, terwijl de boer het werk doet en feitelijk het beheer uitvoert.’

Kortlopende contracten

Maar dat is nog niet alles. De werkgroep gaat in verweer tegen de kortlopende pachtcontracten en de telkens veranderende voorwaarden en natuurdoeltypes van de stukken grond. Voor een boer een onmogelijke situatie om vooruit te denken, om met de toekomst bezig te zijn. De looptijd van een pachtovereenkomst is doorgaans hooguit drie jaar. De werkgroep ziet dit graag omgezet worden naar bijvoorbeeld minimaal 25 jaar.

Inspraak is ook een heikel punt. ‘Natuurdoeltypes worden bepaald door een ecoloog op het provinciehuis. Je volgt de regels die zij bedenken. Eigen kundigheid mag je niet inbrengen’, zegt Kool.

Of al die aan boeren opgelegde regeltjes en beperkingen hun uitwerking hebben, blijft voor de agrariër ongewis. ‘Welke plantjes zijn er, welke diertjes? Wat wordt gemonitord, wat zijn de resultaten? We krijgen niks teruggekoppeld. Terwijl je dat juist samen zou moeten doen, om samen een doel te hebben.’

Ontevreden boeren

Niet verwonderlijk dat veel boeren ontevreden zijn over hun verpachter. In het Vechtdal werd een enquête gehouden waarbij gevraagd werd hoe gewaardeerd de boeren zich voelen door hun verpachter. De score kwam niet boven een vijf uit.

De enquête is nu opgetuigd voor heel LTO Noord en kan via de website worden ingevuld. Met het doel inzicht te krijgen hoe de contracten zijn opgesteld, waar boeren tegenaan lopen, hoe tevreden ze zijn en hoe gewaardeerd ze zich voelen door de verpachter. De enquête kan tot 31 januari worden ingevuld.

De werkgroep zat al aan tafel bij het regiobestuur van Oost en streeft ernaar om in elke provincie het gesprek aan te gaan. ‘Het is belangrijk dat de relaties met de TBO’s verbeteren. Er is zo veel wantrouwen. Daardoor komen de gebiedsprocessen ook niet op gang. Er is nog een hele strijd te winnen.’

Bron:

Nieuwe Oogst