Boeren Flevoland raken gefrustreerd over bodemdaling

  • Flevoland
  • Regio West

Voor het eerst sinds de coronapandemie troffen Flevolandse boeren elkaar rond het thema bodemdaling. Individueel hadden ze de afgelopen tijd wel hun mening kunnen geven tijdens keukentafelgesprekken, vorige week volgde een groepsbijeenkomst in Nagele in het kader van het gebiedsproces.

Heel wat handen gaan omhoog als projectleider Bart Budding de circa zestig aanwezigen in de zaal vraagt wie er last heeft van bodemdaling. Slechts enkelen zeggen even later te twijfelen aan het fenomeen dat zowel in de Noordoostpolder als in Zuidelijk Flevoland steeds vaker de kop opsteekt. ‘Het gebiedsproces is om bewustwording te vergroten, kennis te vergaren en te delen en om oplossingen te zoeken’, meldt Budding.

De frustratie en onmacht onder Flevolandse boeren over de toenemende vernatting van hun percelen druipt er soms af in de verschillende groepsdiscussies. ‘Je kunt de beste landbouwgrond van Europa toch niet zomaar verloren laten gaan? Het is wel grond waar we eerder de hoofdprijs voor hebben betaald.’

De bodemdaling slaat vooral toe rond Schokland in de Noordoostpolder en tussen Zeewolde en Almere. Sommige percelen dalen nog wel 50 tot 70 centimeter in de komende decennia, waarschuwt Michiel Heuser van waterschap Zuiderzeeland. ‘De strategie is tijdig ingrijpen en de kennis die er is toetsen aan de praktijk, zodat agrariërs handvatten krijgen voor hun bedrijfsvoering en adviezen geven aan overheden.’

De daling van het maaiveld is nog wel te behappen, dat het daardoor steeds natter wordt op het land is echter lastig te verkroppen, blijkt uit de reacties van diverse boeren op de presentatie. ‘We moeten met elkaar ontdekken wat wel en niet effectief is, dat bespreken en samen tot een oplossing zien te komen’, geeft heemraad Piet Boer mee.

Oplossingen

De mogelijke oplossingen vlogen al snel over tafel. Zo zou het mooi zijn als de peilvakken in bodemdalingsgebieden een stuk kleiner zouden worden, oppert iemand. Dan is er meer maatwerk mogelijk om de grondwaterspiegel op een werkbaar niveau te houden. ‘Het is geen afwateringsprobleem, maar een vraagstuk van ontwateringsdiepte. Volgend jaar gaan de eerste proeven van start om het effect van onderbemaling te onderzoeken’, belooft Heuser.

‘De polder blijft een tegennatuurlijk ding dat is ontworpen om water af te voeren, niet om vast te houden. Het waterschap moet zorgen dat we kunnen blijven telen’, stelt iemand vast. En: ‘Het blijft niet de maagdelijke grond die we zestig jaar geleden aantroffen toen de pioniers hier begonnen met hun bedrijf. Ik heb al een kopakker waar het gewas niet goed meer groeit en er staan steeds meer plasjes op het land.’

Uitruil van gronden zou een goede aanpak kunnen zijn, blijkt tijdens een andere discussie. Alleen is dat een lastig proces. ‘Natuurorganisaties krijgen ze zo in de schoot geworpen, terwijl wij graag over alternatieve gronden willen kunnen beschikken. Kavels die te nat zijn, zijn eigenlijk al natuur. Die zou je moeten kunnen uitruilen.’

Foto: Han Reindsen

Bron:

Nieuwe Oogst