Kunt u uzelf voorstellen?
‘Ik ben bijna 60 jaar en woon in het Utrechtse Benschop. Na een heel leven melkvee, jongvee en vleesvarkens te hebben gehouden, ben ik aan het afbouwen met mijn bedrijf. Ik heb geen opvolger en zit met mijn boerderij dicht tegen de dorpskern aan. De gemeente wil in deze omgeving investeren in woningbouw. Dat maakt de toekomst voor een bedrijf op deze locatie lastig.’
U heeft al bestuurlijke ervaring opgedaan?
‘Ik ben een jaar of tien bestuurslid geweest bij het lokale afdelingsbestuur van LTO Noord. Daarna was ik tien jaar voorzitter van Agrarische Natuurvereniging Lopikerwaard en ik heb ook acht jaar lang in de gemeentepolitiek gezeten.
‘Daarnaast ben ik commissielid bij Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Na veertig jaar bij de brandweer te hebben gezeten, waarvan ik 21 jaar postcommandant was in Benschop, is het weer tijd voor een bestuursfunctie bij LTO Noord.’
Hoe kwam deze bestuursfunctie op uw pad?
‘Ik werd benaderd door Jeroen van Wijk, regiobestuurder bij LTO Noord regio West en provinciaal voorzitter van Utrecht. De portefeuille Water & Bodem sprak mij aan. Wel vind ik dat eigenlijk een (jonge) agrarisch ondernemer, die zelf de uitdagingen rondom deze thema’s aan den lijve ondervindt, deze bestuursfunctie had moeten vervullen.’
Wat was uw motivatie om toch ja te zeggen?
‘Je bent als boer geboren en eindigt ook als boer, ook al heb je een afbouwend agrarisch bedrijf. Je blijft boer in hart en nieren. Het beleid raakt mij niet zozeer meer, maar ik wil me graag inzetten voor de agrarisch ondernemers die er wel mee te maken krijgen.
‘Ik vervul deze bestuursfunctie met veel passie en plezier en ga mijn best doen voor de boeren en tuinders in de provincie Utrecht.’
Waar houdt u zich onder meer mee bezig?
‘Met bijvoorbeeld de waterkwaliteit en -kwantiteit, Kaderrichtlijn Water, aan- en afvoer van water, bodemdaling en het waterpeil. Dat is nog lang niet alles, er komt veel meer bij kijken. En dan lopen ook veel thema’s door elkaar heen, zoals stikstof, de met nutriënten verontreinigde gebieden en het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Het hangt allemaal met elkaar samen.’
Wat kunnen leden van u verwachten?
‘Ik wil goed luisteren naar onze leden. Waar liggen volgens hen de grootste uitdagingen op het boerenerf? Samen wil ik kijken naar de doelen die we als sector moeten halen. Het kan niet zo zijn dat een agrariër alles alleen moet doen. Als maatschappij moeten we samen de schouders eronder zetten en ondernemers financieel ondersteunen.
‘Verder wil ik erop aansturen dat bij de start van een project altijd eerst een nulmeting wordt gedaan, zodat je kunt zien of het effect heeft, wat wij dan kunnen claimen.’