Biologische melkveehouderij: 70% minder stikstofverlies per ha

  • Biologische landbouw

Op verzoek van Biohuis, en betaald door het ministerie van LNV, deed de WUR onderzoek naar de effecten van biologische bedrijfsvoering op de stikstofproblematiek.

veehouder-van-diest-19

Het rapport “Quick Scan stikstofproblematiek en biologische veehouderij” kwam onlangs uit. Veel landelijke media besteedden er aandacht aan.

De hoge stikstofuitstoot van de Nederlandse landbouw is een belangrijke oorzaak van de achteruitgang van kwetsbare natuurgebieden. In de biologische melkveehouderij blijkt de ammoniakemissie per hectare ongeveer de helft lager, dan bij een gemiddeld gangbaar bedrijf. De totale stikstofverliezen – de optelsom van de uitstoot naar de lucht en naar het water – zijn zelfs bijna 70% lager. Oorzaken: minder koeien op meer grond, en veel meer weidegang (3300 uur gemiddeld), minder mestgebruik en geen kunstmest. Ook zit er minder stikstof in het voer.

Bij de varkenshouderij en de pluimveehouderij is het niet zo duidelijk. Daar zijn de emissies per dier groter dan bij gangbaar, met name door de grotere leefoppervlakte. Daar staat tegenover dat biobedrijven minder dieren houden en met een kleiner aantal dieren eenzelfde inkomen kunnen halen.

Het rapport geeft aan dat omschakeling naar biologische melkveehouderij flinke stikstofwinst oplevert en dat de biologische melkveehouderij een belangrijke rol kan spelen in het gebiedsgerichte beleid rondom de kwetsbare Natura 2000 gebieden. Dit brengen we vanuit Biohuis, Bionext en De Natuurweide nu nadrukkelijk onder de aandacht bij de landelijke en provinciale beleidsmakers. Een grotere markt voor biozuivel is hierbij cruciaal.

Bron:

Biohuis