Vrouwen staan hun mannetje in de pluimveehouderij

  • LTO Noord Vrouw en Bedrijf
  • Pluimveehouderij

Steeds meer vrouwen kiezen voor een baan in de pluimveehouderij. Maar hoe vrouwvriendelijk is de sector eigenlijk? Zijn er verbeterpunten? Voelen vrouwen zich veilig tussen alle mannen? Een rondvraag leert dat de pluimveehouderij juist heel geschikt is voor dames en dat zij prima hun mannetje staan.

pluimveehouder-81

Auteur: Wendy Noordzij

 

Helma Vermuë, is voorzitter van Vrouw & Bedrijf, een sectoroverschrijdend zakelijk netwerk van LTO voor agrarische vrouwen. Daarbij gaat het zowel om vrouwelijke ondernemers, als medewerkers en vrouwen dia via hun partner aan een agrarisch bedrijf zijn verbonden. “Met ons netwerk willen we de positie van vrouwen in de agrarische bedrijven verbeteren”, legt Vermuë uit. “Dat doen we onder meer door kennis te delen. Door middel van onze kennisbank en cursussen proberen we de vrouwen zoveel mogelijk up-to-date te houden. Daarnaast willen we in ons netwerk ervaringen delen. Tijdens de bijeenkomsten, die we meerdere keren per jaar organiseren, komen beide onderdelen altijd aan bod.”

Het aantal vrouwen in de agrarische sector stijgt, merkt Vermuë. Dat maakt het netwerk van Vrouw en Bedrijf heel belangrijk. “Er komen meer vrouwelijke bedrijfsopvolgers. Dat is een heel groot verschil met twintig tot dertig jaar geleden. Ook op agrarische scholen zien we, zowel in het voortgezet als het middelbaar beroepsonderwijs en hoger beroeps onderwijs en op universiteiten, dat het aantal dames stijgt. Soms zitten er zelfs meer meisjes dan jongens in de klas. We verwachten dat deze ontwikkeling verder zal doorzetten.”

Veilige sector

Ervaring met onveiligheid of vrouwonvriendelijkheid in de agrarische sector heeft ze niet. “Wij hebben zelf een melkveehouderij en ik heb niet het idee dat vrouwen zich benadeeld of onveilig voelen. Ik herken het in ieder geval niet. Ook bij Vrouw & Bedrijf is dit onderwerp eigenlijk nooit echt onder de aandacht gebracht, omdat wij er nooit reacties over hebben gekregen. Wel organiseren we allerlei workshops. Bijvoorbeeld op het gebied van communicatie en familiesystemen om bepaalde problemen bespreekbaar te maken.”

Goed communiceren

Een andere groep vrouwen die zich met elkaar inzetten, is Mmmeggies. “Ons initiatief is jarengeleden tijdens een symposium gestart”, blikt Jolanda Kieftenbeld terug. “We vinden het ontzettend leuk om met elkaar de promotie van het ei op te pakken en het imago van de sector te verbeteren. We hebben allerlei leuke spulletjes ontwikkeld, zoals folders en kleurplaten en we delen ook regelmatig roze gekookte eieren uit, zoals tijdens de Vierdaagse in Nijmegen.” De promotie is volgens haar nog altijd hard nodig. “Er is veel onwetendheid. We gaan graag het gesprek aan.”
Het biedt volgens Jolanda een voordeel om als vrouwen de promotie te verzorgen. “Ik denk dat wij heel goed kunnen communiceren en het verhaal over het ei anders brengen dan mannen.”

Naast de broodnodige promotie vinden de vrouwen het ook ontzettend leuk om met elkaar samen te werken. “We zijn een hechte groep met de pluimveehouderij als gemene deler. Doordat we allemaal in de pluimveehouderij werkzaam zijn – de één als eigenaar, de ander als medewerkers en er zijn ook vrouwen wiens man het bedrijf runt- begrijpen we elkaar heel goed. We weten precies welke problemen er kunnen spelen en het is fijn om daar met elkaar over te kunnen praten. We hebben weinig woorden nodig om elkaar te begrijpen.” Met elkaar delen ze lief en leed. “De vogelgriep brengt veel onzekerheid met zich mee. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen weet je niet of het je gaat treffen. Met elkaar kunnen we onze gevoelens delen in de groepsapp. Je kunt je ei kwijt. Dat biedt veel toegevoegde waarde. We kunnen elkaar steun bieden.”

Verschillen worden kleiner

Toen Kieftenbeld in de pluimveehouderij begon, waren de verschillen tussen mannen en vrouwen groter dan nu, merkt ze. “Ik ben vanaf mijn negentiende al werkzaam in de pluimveehouderij en inmiddels ben ik 49. Vroeger werd mij heel vaak de vraag gesteld of mijn man, of de baas ook aanwezig was. Dat vond ik in het begin wel eens vervelend. Waarom zou je als vrouw geen baas kunnen zijn? Deze vraag wordt me nog steeds wel eens gesteld, maar veel minder vaak dan vroeger. Ook merk ik dat ik er zelf minder moeite mee heb. Als iemand er een opmerking over maakt, dan zegt dat meer over hem dan over mij.”

De pluimveehouderij is volgens haar heel geschikt voor vrouwen. “Het werk is door alle mechanisatie niet zo zwaar meer. Alleen als er een machine kapot is, is er nog spierkracht vereist. Zelf vind ik het heel prettig dat je het goed met het opvoeden van je kinderen kunt combineren. Toen mijn kinderen klein waren, zette ik ze regelmatig in de box in de kippenstal. Zo kon ik de zorg voor de kinderen met het werk combineren. Dat was voor mij ideaal. In de varkenshouderij is dat een stuk lastiger. Die dieren zijn veel groter.”

Kieftenbeld zit samen met haar broer in een maatschap. “Samen hebben we een mooie taakverdeling. We runnen ze een varkens- en pluimveebedrijf. De dagelijkse werkzaamheden op het varkensbedrijf worden door mijn broer uitgevoerd en zelf ben ik verantwoordelijk voor de dagelijkse werkzaamheden op het pluimveebedrijf. Verder verzorg ik ook de boekhouding en administratie. Mijn broer en ik vullen elkaar feilloos aan en samen zijn we een mooie combi.” Ze is van mening dat het heel goed is om als man en vrouw samen te werken. “Beiden hebben wellicht een andere visie of aanpak en samen kom je tot de gulden middenweg.”

Serieus genomen

Celine Jurjens voelt zich als vrouwelijke dierenarts bij De Oosthof serieus genomen in de agrarische sector. “Deze ondernemers zijn heel relaxt. Ik vind het een hele fijne, veilige werkomgeving.” Ze merkt geen verschil tussen de behandeling van mannen en vrouwen. “Inmiddels is vrijwel iedereen eraan gewend dat er zowel mannelijke en vrouwelijke dierenartsen zijn. Ik heb ook niet gemerkt dat er een bepaalde voorkeur voor een man of een vrouw is. Dat hebben ze in ieder geval niet uitgesproken. Ik heb daarentegen wel eens gehoord dat iemand liever een vrouwelijke dierenarts had, omdat hij vond dat vrouwen secuurder werken. Mochten er mannen zijn die een voorkeur hebben voor een man, dan komen die waarschijnlijk niet in mijn klantenkring terecht. Iedere dierenarts heeft eigenlijk wel een klantenkring die matcht.”

In tegenstelling tot de runderhouderij is het werk als dierenarts in een varkensstal en vooral op een pluimveebedrijf fysiek veel minder zwaar, weet ze. “Misschien dat men tijdens een verlossing van een kalf liever een man heeft omdat die sterker is, terwijl slimme oplossingen vaak beter zijn dan kracht.”

Veilig gevoel

Ze voelt zich veilig in de agrarische sector. “Soms moet je een boodschap brengen, zoals eerlijke kritiek, die niet leuk is om te horen. Gelukkig heb ik nooit meegemaakt dat iemand daar boos of agressief op reageerde, maar het zou natuurlijk voor kunnen komen. Al gebeurt dat misschien eerder tussen mannen onderling.” Ze denkt dat eventuele onveiligheidsgevoelens persoonsafhankelijk zijn. “Hoe vat je iets als persoon op. Seksistische gedachten zullen de mannen misschien wel hebben. Zolang ze dat niet aan mij vertellen dan heb ik daar geen problemen mee ”, zegt ze lachend.

Van seksisme en seksueel onaanvaardbaar gedrag heeft ze nooit iets gemerkt. “Zelf denk ik dat het in de sector niet anders is dan erbuiten. Er wordt her en der wel eens een seksistisch grapjes gemaakt en dit zal mogelijk meer zijn als er geen vrouwen in de buurt zijn. Maar voor mijn gevoel is het nooit puur op mij gericht geweest als ik in de buurt was. Binnen ons team worden vrouwen gewoon gelijkwaardig behandeld en heb ik nooit iets ervaren van seksisme of seksueel onaanvaardbaar gedrag.”

 

Bron:

Pluimveeweb