‘Eiwit van eigen land’ past bij onze zoektocht naar verbeterde eiwitkwaliteit

  • Emissiereductie door verbeterde eiwitbenutting

Soms worden projecten op het juiste moment bij deelnemers onder de aandacht gebracht. Dit geldt in ieder geval voor Sander Heikoop uit Hardinxveld-Giessendam. Zelf waren ze al een tijdje bezig om hun eiwitkwaliteit te verbeteren. Het project ‘Eiwit van eigen land’ gaf ze een aantal interessante invalshoeken om te experimenteren en werd daarmee een mooie aanvulling op hun zoektocht.

trekker-in-groen

Sander Heikoop heeft samen met zijn moeder een melkveebedrijf in Hardinxveld-Giessendam, hierin worden ze ondersteund door de vrouw van Sander. Ze melken 70 melkkoeien met bijbehorend jongvee op 42 ha gras.

Wegen kruisen elkaar

Waarom doen jullie mee met het project ‘Eiwit van eigen land’? Sander antwoordt:

“We zijn zelf al een tijdje bezig met het verbeteren van de grasopbrengst en de eiwitkwaliteit. We wilden zelf graag meer melk uit gras halen, maar we hebben over het algemeen te veel eiwit dat vaak van matige kwaliteit is. Toen werden we voor het project ‘Eiwit van eigen land’ benaderd door Sjon de Leeuw van PPP-Agro Advies en werd gauw duidelijk dat dit project past bij onze wensen.

Voorgestelde maatregelen

In het eiwitplan worden een aantal maatregelen genoemd om de benutting en productie van eigen eiwit te verhogen, dit zijn:

  1. In het voorseizoen meer drijfmest gebruiken en streven naar een lege mestkelder op 1 juli;
  2. Niet te vroeg maaien;
  3. Bijvoeren met snijmaïs;
  4. Krachtvoer gebruiken met veel energie en minimaal eiwit;
  5. Snelle lente rogge doorzaaien in het najaar.

Het is gewenst om het ruw eiwitgehalte in het eigen ruwvoer omlaag te krijgen, hiervoor is het doel om de voorjaars- en tweede snede kuil te oogsten bij een gemiddeld ruw eiwitgehalte van 15% per kg droge stof. Dit kan bereikt worden door bewuster te bemesten in het voorjaar en door niet te vroeg te maaien.

Als alternatief is gezocht naar een teelt die de beschikbare stikstof in het najaar weet om te benutten tot een productief gewas. Hiervoor is een experiment uitgevoerd met de teelt van snelle lenterogge, dit gewas vergt echter een andere behandeling dan het reguliere grasland. Het advies voor het geschikte moment voor voorjaarsbemesting is het begin van de vegetatieve groei, tussen de groeistadia (GS) 25 en 30 tot ten laatste 30 dagen voor de oogst. Het ideale oogstmoment is eind april (groeistadium 37/39), ofwel het vlagblad stadium. Ook wordt geadviseerd het product zo kort mogelijk te snijden tijdens de oogst, bij voorkeur door te hakselen.

Door snelle lente rogge door te zaaien in het najaar wordt de productie en benutting van eiwit verhoogd.

Eiwitplan sluit aan bij bedrijfsspecifieke situatie

We vroegen Sander wat hij van het eiwitplan vond dat is opgesteld op basis van zijn bedrijfsspecifieke situatie, Sander antwoordt:

“Het eiwitplan is op zich heel logisch en met een groot aantal punten van het actieplan waren we ook al bezig. Zo vernieuwen we al elk jaar een aantal percelen en sturen met zowel bemesting als het zaaimoment op het gewenste eiwitpercentage in het gras.”

Snelle lente rogge tegen ruwvoertekort

Waarom is voor snelle lente rogge gekozen?

“Door de droge jaren komen we grasopbrengst te kort. In theorie is snelle lente rogge een goede aanvulling om het te kort te compenseren”, zegt Sander. “We konden ook gebruik maken van gerst of tarwe als energie aanvulling voor betere benutting van het eiwit uit gras, maar omdat wij een ruwvoer tekort hadden viel de keuze toch op snelle lente rogge.”

Sander vervolgt: “Door in te zaaien in het najaar en dit vervolgens in het vroege voorjaar te maaien zou je een extra snede van je land kunnen halen.

Experimenteren met zaaitechnieken

Op perceel 16 zaaien jullie door en op perceel 17 zaaien jullie in, waarom doen jullie dit?

“Zowel perceel 16 als 17 stonden op de planning voor herinzaai, maar perceel 16 vonden wij geschikt genoeg voor de proef met doorzaaien. Tijdens mijn stage in Nieuw-Zeeland had ik een vergelijkbare situatie gezien, daar zaaiden ze haver mee met het gras. Haver is een graanachtige en kiemt zeer snel, daarom is het een goede bodembedekker en dit vermindert de kans op onkruid. Haver geeft daarnaast ook een hoge opbrengst bij de eerste sneden, dus ik dacht; waarom kan dat hier ook niet, maar dan met snelle lente rogge.”

Natte oktober gooide roet in het eten

De natte oktober heeft roet in het eten gegooid. Het is Sander vanwege het extreem natte weer niet gelukt om conform het plan banen van 3 meter te maken. “We waren al blij dat we het gras er in hebben kunnen krijgen”, zegt Sander. “Zelf heb ik een dag na het zaaien van het gras de rogge met de hand gezaaid, maar deze is nooit opgekomen.”, vervolgt hij.

En nu?

Optimistisch zegt Sander: “De rogge proef is nu helaas mislukt, maar op de langere termijn zullen we wel goede resultaten boeken. Ik wil het dit jaar nog wel een keer opnieuw proberen, maar dan moet het weer wel meewerken.”

Ideeën voor de nabije toekomst

Hebben jullie nog andere ideeën die jullie graag willen uitzoeken?

“Misschien dat we nog kunnen onderzoeken wat het effect is van kruiden en klavers in combinatie met minder tot geen kunstmest op veen. Misschien zijn er ook nog andere gewassen die we kunnen telen? En we zijn op zoek naar handvatten voor meer planmatige (lees akkerbouwachtige) manieren van grasland telen, waarbij we hogere opbrengsten kunnen behalen”, zegt Sander.

Over het project Eiwit van eigen land

Het project ‘Eiwit van eigen land’ heeft als doel om op bedrijfsniveau de eiwitbenutting te verhogen en daarmee ook emissiereductie mogelijk te maken. Op drie melkveebedrijven in de Krimpenerwaard en Alblasserwaard zijn percelen doorgezaaid met rogge, tarwe en gerst. Deze gewassen nemen de vrijkomende stikstof in de bodem dit najaar op om te groeien.

Samenwerkende partners zijn PPP Agro Advies en LTO Noord. Eiwit van eigen land wordt gefinancierd door RvO.