Maandag 20 november, de IJsseldijk net boven Arnhem. Vijf boeren, drie provincieambtenaren en gedeputeerde Harold Zoet bespreken de uitdagingen en behoeftes in het natuurinclusieve landbouwproces Veluwezoom IJssel.
Een groep boeren trekken de kar, met ruggensteun vanuit LTO Noord: “We willen duidelijkheid en vertrouwen, voor een verhaal voor onze toekomst.”
Wilco Nieuwenhuis is een van de LTO-leden die het contact onderhouden namens de brede groep van twaalf boeren in het gebied Veluwezoom IJssel, tussen Arnhem en Giesbeek. De groep bestaat uit melkveehouders, akkerbouwers, paardenhouders en zorgboeren. Het gebied ligt deels in het Natura 2000-gebied Rijntakken en is onderdeel van het Rivierklimaatpark IJsselpoort.
Aanleiding voor het bezoek van de gedeputeerde is om de status quo in het proces te doorbreken en alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Al sinds 2011 zijn de boeren bezig om natuurinclusiever te werken. Een van hun doelen is om 1000 hectare landbouwgrond natuurvriendelijker in te richten. Wilco: “Met de ontwikkeling van onze bedrijfsplannen waren we daarmee goed op weg: een stapje terug, twee vooruit. Zo keken we ook naar de mogelijkheden van technologische maatregen, zoals stikstofscheiders en naar managementmaatregelen, zoals een ander rantsoen.”
Totdat de provincie aan Natuurmonumenten subsidie gaf om in het gebied 48 hectare natuur te realiseren. Maar daartoe kreeg het gebied plots wel de status van habitatrichtlijngebied. Met alle onduidelijke gevolgen voor de boeren aldaar. Komen er nu aanvullende eisen in de vorm van kritische prestatie-indicatoren (KPI’s), bijvoorbeeld op het gebied van CO2-uitstoot en waterkwaliteit? Wilco: “Het probleem daarmee is dat we dit nu niet weten; laat staan dat we dergelijke zaken met onze plannen direct meetbaar kunnen maken, terwijl de provincie graag alles in een Excel-overzicht wil kunnen modelleren. Wij vinden dat zoiets niet kan zonder duidelijkheid te geven en zonder flankerend beleid.”
Dat verschil van inzicht probeerden de boeren duidelijk te maken aan de provincie. De behoefte van de groep is kortweg ‘duidelijkheid en vertrouwen’. Onderliggende wensen zijn er ook, vertelt Wilco: “Maak langere pachttermijnen van minimaal zes jaar mogelijk, om investeringen mogelijk te maken. En ook zouden we graag ondersteuning willen bij de financiering van graan-winteropslag en strostallen met vaste mest. Daarmee kunnen we ook meer aan de slag met lokale reststromen.”
Wilco is blij met de rol die LTO Noord in het gebied op zich neemt. “Op bestuurlijk en beleidsvlak hebben wij de kennis en mensen om daar mee aan de slag te gaan. Je ziet soms dat er voor projecten vanuit natuurorganisaties gemakkelijk geld beschikbaar komt, maar dat dit voor boeren met een natuurdoel een taai proces is. Daarom is het goed dat we vanuit LTO Noord met de provincie en nieuwe gedeputeerde dat gesprek kunnen voeren.”