Wat vindt LTO Noord van GPLG-voorstel voor vitaal Gelders landelijk gebied?

  • Gelderland
  • Regio Oost
  • Achterhoek Noord
  • Bommelerwaard
  • De Liemers Montferland
  • Gelderse Vallei
  • Noord-Oost Veluwe
  • Oost Achterhoek
  • Randmeerkust
  • West Achterhoek
  • Zuid-Oost Veluwe
  • Oost Betuwe
  • De Betuwe

Op 1 juli 2023 moet Gelderland voor het Gelders Programma Landelijk Gebied (GPLG) een Gebiedsprogramma met globaal plan bij het Rijk inleveren. Als ijkmoment heeft ze een voorstel ontwikkeld met vijf uitgangspunten. Wat is onze kijk op dat voorstel?

Gedeputeerde Staten (GS) willen daarover in gesprek met de medeoverheden en maatschappelijke organisaties. Ook LTO Noord is bereid om hierover in gesprek te gaan met de provincie. Ons belangrijkste uitgangspunt is dat het GPLG perspectief moet bieden aan de agrarische sector. Dat vindt de provincie ook, maar het is niet makkelijk om vast te stellen wat dat perspectief zal moeten zijn. In ieder geval mag landbouw niet de sluitpost zijn. Het GPLG moet een goed afgewogen document worden.

Wat vindt LTO van de vijf uitgangspunten van provincie Gelderland?

  1. Natuurinclusieve en/of kringlooplandbouw als passend toekomstperspectief voor de land- en tuinbouw
    (Niet-)grondgebonden - Voor zowel grondgebonden als niet-grondgebonden landbouw moet bestaansrecht zijn, vinden wij. Een verdergaande reductie van emissies en het sluiten van kringlopen is mogelijk. Verplichte weidegang vinden wij te ver gaan; de veehouder moet zelf de keuze behouden. Wij vinden dat ook de niet-grondgebonden veehouderij mogelijkheden moet behouden in de omgeving van kwetsbare gebieden. Deze bedrijven hebben hun emissies al ver teruggebracht en er is nog meer mogelijk. Zij hoeven niet noodzakelijkerwijs te stoppen of te verplaatsen.
    Landbouwgrond - De (melk)veehouderij kan alleen grondgebonden worden, als er voldoende landbouwgrond beschikbaar blijft. Alleen dan kan er sprake zijn van een toekomstbestendige, grondgebonden sector, die ook in staat is maatschappelijke diensten te verlenen.
    Maatschappelijke diensten - Wij zijn positief over het belonen van maatschappelijke diensten die ondernemers kunnen verrichten, waarbij afspraken worden gemaakt over aangepast beheer over een langjarige periode (naast 6 jaar ook voor 20 tot 30 jaar).
    Kavelruil - Wij vinden kavelruil/landinrichting te weinig terugkomen in het voorstel. Naast een verplaatsingsregeling is een goede regeling voor kavelruil met professionele ondersteuning onmisbaar voor alle gebiedsprocessen. 

  2. Water en bodem sturend in de opgaven
    Waterbeheer - Bodem en water mogen sturend zijn, maar dat wil niet zeggen dat je bestaande cultuurtechnische maatregelen (waterbeheer) niet kunt voortzetten. Het is niet zo dat overal de grenzen van het water- en bodemsysteem bereikt zijn. Wij pleiten voor een genuanceerdere benadering; Gelderland is immers grotendeels een (agrarisch) cultuurlandschap.
    Zoetwater - Wij onderschrijven de noodzaak van de beschikbaarheid van zoetwater voor voedselproductie. De afweging tussen alle functies van zoetwater, zoals drinkwater, industrie en natuur, moet evenwichtig zijn.

  3. Natuurherstel door robuust systeemherstel van de N2000 gebieden, groenblauwe dooradering en extra maatregelen in de overgangsgebieden.
    Overgangsgebieden - Volgens ons kan robuuste natuur samengaan met toekomstbestendige landbouw. Landbouw heeft eigenstandige doelen, zoals een goede verdiencapaciteit en grondgebondenheid. Daarom vinden wij dat de overgangsgebieden voor de landbouw moeten worden behouden. Het is grotendeels agrarisch gebied en dat moet zo blijven.
    Groenblauwe dooradering - Wij vinden verdere groenblauwe dooradering van het landschap bespreekbaar. Verbindingen door het landschap met oog voor de agrarische inpasbaarheid is een betere strategie voor versterking van natuur en landschap dan nieuwe vlakdekkende claims, zoals in de bossenstrategie. De dooradering moet per gebied via een gebiedsproces uitgewerkt worden.

  4. Bij de klimaatopgave vasthouden aan het Gelderse klimaatplan 2021-2030 en het nationale klimaatakkoord
    Toekomstoplossing - Wij pleiten voor een ambitieus programma energie uit landelijk gebied waarbij de landbouw niet als probleem, maar als oplossing gezien wordt. De sector kan een bijdrage leveren aan het terugdringen van CO2-emissies. Volop inzetten op de energieleverende potentie van de landbouw vraagt om slimme inzet van zon op dak, meervoudig landgebruik, waterstofproductie en windenergie. Ook een betere (ruimtelijke) combinatie van vraag en aanbod is kansrijk. 

  5. Bij de maatschappelijke opgaven sturen op samenhang
    Beperkt ruimtebeslag - Opgaven als energietransitie, gezonde leefomgeving, leefbaarheid, woningbouw en verstedelijking vergen allemaal ruimte. Soms kan dat samen met landbouw (leefbaarheid, leefomgeving); soms gaat het om harde functies. Wij pleiten ervoor het ruimtebeslag beperkt te houden.

Conclusie – zorgen voor de toekomst

Wij zijn op zich bereid ons in te zetten voor het GPLG, zodat de provincie een goed programma kan aanbieden aan het Rijk. Maar inmiddels zijn de kamerbrieven van 25 november verschenen en die vervullen ons met grote zorg. Ook is nog niet te zeggen wat het landbouwakkoord kan gaan betekenen. Wij kunnen nu nog geen definitieve conclusies trekken, maar ons uitgangspunt een agrarische sector met perspectief komt door deze kamerbrieven nog verder onder druk te staan.

Planning GPLG in 2023

Op 1 juli 2023 moet Gelderland een Gebiedsprogramma met globaal plan bij het Rijk inleveren. Als ijkmoment levert ze op 1 januari een concept op. Van februari tot april wil de provincie met zoveel mogelijk betrokken organisaties, waaronder LTO Noord, inventariseren welke mogelijkheden zij zien. Daarna is het aan de nieuw verkozen Provinciale Staten om het Gebiedsprogramma definitief te maken. Dan zullen we als LTO Noord de balans moeten opmaken. Het Rijk zal uiteindelijk beoordelen of het GPLG voldoende is om de landelijke doelen te bereiken.