Vergaande maatregelen tegen bacterieziekte in bonen

  • Akkerbouw en vollegrondsgroenten

Er zijn vergaande maatregelen van kracht in de opsporing en bestrijding van de bacterieziekte Cff in vlinderbloemigen. Dit leidt tot minder en vertraagde import van zaaizaden voor diverse soorten bonen, boonachtigen en andere vlinderbloemigen.

En zorgt voor een lager areaal bonenteelt en onduidelijkheden over gevolgen van de maatregelen van de NVWA. Sectororganisaties zetten zich de afgelopen periode in voor minder vergaande maatregelen en blijven dat doen. Met gezamenlijke berichten informeren zij de achterban.

Vorig jaar juli is bij een partij zaaizaad via een nieuwe labtest een bacterieziekte aangetroffen: Cff (Curtobacterium flaccumfaciens pv. Flaccumfaciens). Cff is niet gevaarlijk voor de volksgezondheid, maar zou in theorie wel economische schade kunnen veroorzaken. Het is een zogeheten quarantaineorganisme, waarvoor de EU-regelgeving verplicht maatregelen te nemen om vestiging (in de EU) tegen te gaan. De NVWA heeft maatregelen opgelegd voor de besmet gevonden partijen. De NVWA heeft daarop ook een pakket met extra maatregelen uitgevaardigd om de insleep en verspreiding van dit Q-organisme te voorkomen.

Geen schade

Volgens de wetenschappelijke literatuur zouden jonge planten die via de bonenzaden besmet raken met Cff moeten verwelken. Dat zou enorme financiële schade opleveren. In de besmette bonenvelden waren echter geen symptomen in het gewas te zien. In de afgelopen 15 jaar is er in de bonenteelt helemaal geen economische schade gerapporteerd. Het kan dus goed zijn dat Cff al jarenlang onopgemerkt in Nederland, Europa en wereldwijd aanwezig en verspreid is. 
Het is bekend dat onder andere in delen van de VS al heel lang Cff voor komt. De sector is van mening dat het ‘oude systeem’ met visuele inspecties tijdens de zaadteelt goed functioneert om de bonenteelt goed te beschermen. 

Gevolgen voor zaadbedrijven

Zaadbedrijven importeren zaaizaad voor bovengenoemde gewassen uit andere werelddelen, vooral uit de VS. Gelet op de Q-status van Cff, moeten importzendingen vrij zijn van Cff. Na de vondst in 2024, stelde de NVWA extra importeisen.  Partijen moeten in het land van herkomst vrij zijn getoetst, of NVWA toetst op basis van een steekproef zendingen. Dit heeft als consequentie dat de import van zaaizaden uit met name de VS sterk is vertraagd, kleiner in omvang is en extra kosten (voor de toetsen) met zich meebracht. De zaden die tijdig in Nederland zijn gekomen hebben de zaadbedrijven vanwege de extra maatregelen in Nederland eerst uitgeleverd aan telers in andere lidstaten. Zaadproducenten in onder andere de VS beraden zich nu op zaaizaadproductie in 2025 (voor uitlevering zaaizaad in 2026) en overwegen andere teelt. Dit zou tot gevolg hebben dat de zaadproductie grotendeels wegvalt voor Nederlandse zaadbedrijven. Zij hebben nu wereldwijd een sterke marktpositie: ze vormen de draaischijffunctie in de productie en levering van zaaizaad van vlinderbloemigen voor de humane consumptie.

Gevolgen voor telers

Een deel van het zaaizaad voor de bonenproductie in 2025 is in Nederland al uitgeleverd en gezaaid. De NVWA gaat op gewas visuele inspecties uitvoeren om te controleren op aanwezigheid van Cff. Dit doen ze bij tuinbonen, sperziebonen, snijbonen, witte bonen, bruine bonen, kidney bonen en sojabonen. Bij symptomen die op Cff kunnen wijzen nemen ze monsters. Op onkruid in nabijheid van bonenpercelen wordt tijdens de inspectie symptoomloos bemonsterd. Bij vondsten, heeft dit geen gevolgen voor het geoogste product (vers of verwerkt), zo meldde de NVWA in een overleg met de sector. Wel gelden strikte vervolgmaatregelen voor het perceel waar de besmetting is geconstateerd met mogelijk forse economische schade. Daar ketenpartijen in Nederland bang zijn voor financiële claims en/of economische schade, is een deel van het teeltareaal inmiddels al verplaatst naar omringende landen. Voor zaadbedrijven en telers is het de komende dagen de vraag of ze het risico nemen om bonen uit te leveren of in te zaaien, mede gelet op contractuele verplichtingen om later in het seizoen bonen te leveren. Zaadbedrijven wegen zelf de risico’s of ze wel of niet zaaizaad leveren en zo ja, onder welke voorwaarden. Om claims naderhand te voorkomen, zijn er zaadbedrijven die extra disclaimers in de leveringsvoorwaarden opnemen en telers vooraf laten tekenen. Dit plaatst telers in een heel onzekere positie.

Gezamenlijk bericht

Deze update is een gezamenlijk bericht van GroentenFruit Huis, LTO Nederland, Plantum en VIGEF. Deze organisaties zetten zich samen in voor minder vergaande maatregelen en staan hierover in voortdurend contact met het ministerie van LVVN en de NVWA. Met gezamenlijke berichten informeren zij de achterban. Voor meer informatie over de maatregelen en de bacterieziekte Cff, zie het dossier op de website van de NVWA.

Bron:

LTO