Ria Druijff: ‘Deelname aan saneringsregeling ontzorgt’

  • Varkenshouderij
  • Drenthe
  • Flevoland
  • Friesland
  • Gelderland
  • Groningen
  • Noord-Holland
  • Overijssel
  • Utrecht
  • Zuid-Holland

Terwijl het erf bezaaid is met puinhopen van gesloopte stallen, doen Peter en Ria Druijff uit het Gelderse Voorthuizen hun verhaal. Een leven zonder varkens went snel.

Al werd Ria Druijff de afgelopen maanden op donderdag weleens wakker met de gedachte: vandaag biggen spenen, drukke dag. ‘Een kleine veertig jaar lang hadden onze weken een vast ritme. Dat is gestopt toen eind vorig jaar de laatste varkens vertrokken.’

Peter (58) en Ria (57) Druijff uit het Gelderse Voorthuizen zijn sinds hun huwelijk in 1984 samen varkenshouder geweest. Het ouderlijk bedrijf van Peter Druijff was oorspronkelijk een bedrijf met verschillende diersoorten, zoals er rond Barneveld vele waren. ‘Mijn vader was eigenlijk een echte koeienboer en hield van de fokkerij, maar vanwege weinig grond richtte hij zich noodgedwongen op de ontwikkeling van de varkenstak. Dat paste mij wel. Ik heb niks met koeien’, vertelt Peter Druijff.

Samen met zijn vrouw ontwikkelde de ondernemer het bedrijf in de loop der jaren gestaag. ‘We groeiden geleidelijk naar driehonderd zeugen en ook het aantal vleesvarkens nam in de jaren toe tot we bijna gesloten waren’, vertelt de voormalig varkenshouder. In 2011 volgde een flinke groeisprong. De bouw van een nieuwe zeugenstal maakte het mogelijk om vijfhonderd zeugen te houden. ‘Sinds die tijd verkochten we ongeveer de helft van de biggen.’

Extra arbeid

Door de groei naar vijfhonderd zeugen was ook extra arbeid nodig. De ondernemers namen een fulltimemedewerker en een parttimemedewerker voor de kraamstal in dienst. Tot 2019 was de gepensioneerde vader van Druijff nog regelmatig op het bedrijf te vinden voor allerlei hand- en spandiensten.

Peter Druijff merkte bij zichzelf dat met het voortschrijden van de jaren zijn ondernemersinstelling veranderde. ‘Toen we 20, 30 en 40 jaar waren, zagen we nooit beren op de weg. We gingen iedere uitdaging aan. Als er in de sector iets nieuws was, hadden wij het al in de stal’, vertelt hij.

‘Maar toen we boven de 50 kwamen, werd ik toch wat bedachtzamer. Ik begon meer na te denken over de toekomst. We zagen de maatschappij om ons heen veranderen. Het was duidelijk dat geen van onze kinderen het bedrijf over zou nemen.’

Druijff vervolgt: ‘Het bedrijf hebben we altijd keurig bij de tijd gehouden. Jarenlang geleidelijk uitdokteren is een strategie die niet bij ons past. Onze insteek was heel lang: we blijven investeren tot het eind, zodat we dan een strak bedrijf kunnen verkopen. Het motto toen we ooit begonnen was: je bedrijf is je pensioen.’

Maar dat uitgangspunt begon in de loop der jaren te wankelen. ‘We zagen om ons heen dat bedrijven soms voor de helft van de eigenlijke waarde van de hand gingen.’

Strategische keuzes

Een paar jaar geleden concludeerden de ondernemers dat ze binnen enkele jaren strategische keuzes over hun bedrijf zouden moeten maken. ‘Om het bedrijf bij de tijd te houden en om met veel werkplezier weer door te kunnen gaan tot ik een jaar of 67 zou zijn, zouden we weer flink moeten investeren. Onder meer in renovatie van de vleesvarkens- en biggenstallen en sanering van de asbestdaken’ zegt Druijff.

‘We zouden weer naar de bank moeten en die is, terecht overigens, heel kritisch tegenwoordig. Een vraag die dan zonder meer op tafel zou komen: als je dit allemaal investeert, wat is dan over tien jaar de restwaarde van je bedrijf?. Zonder het exacte antwoord op die vraag te weten, begonnen we ons af te vragen of we die stap zouden moeten zetten. Mogelijk zou beëindiging voor ons een betere keuze kunnen zijn’ vertelt Druijff.

‘Toen in de loop van 2019 duidelijk werd dat er een saneringsregeling voor varkensbedrijven aan zat te komen, kwam die vraag nog nadrukkelijker op tafel. We zijn met onze adviseurs om tafel gegaan en hebben flink zitten rekenen hoe deelname aan de regeling voor ons zou uitpakken. Om kort te gaan: in december 2019 hebben we een aanvraag ingediend voor de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen.’

Na het indienen van de aanvraag volgden enkele maanden afwachten en kwam de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland nog met diverse aanvullende vragen. 

‘Vorige zomer was het zover: we ontvingen een beschikking en die zag er financieel gezien nog wat beter uit dan we zelf hadden berekend. Over het definitieve besluit om te stoppen hebben we toen niet lang meer nagedacht. We groeien er immers al twee jaar naartoe. Toch hebben we nog een weekend genomen om alles nog eens op een rij te zetten.’

Ria Druijff noemt nog een argument dat het paar mee heeft laten wegen: ‘Nu kunnen we samen de beslissing nemen, maar niet iedereen wordt 90 jaar. Als een van ons beiden zou wegvallen, zou het voor de ander lastig worden om een bedrijf als het onze alleen voort te zetten. Deelname aan de saneringsregeling betekent voor ons een stuk ontzorging.’

De sloop van de bedrijfsgebouwen is in volle gang. Peter en Ria Druijff hebben besloten om te verhuizen naar een andere woning op het erf waar eerder zijn ouders woonden. ‘Die woning is seniorproof en na een opknapbeurt geschikt voor ons. Achter de nieuwe woning bouwen we een schuur voor stalling van machines en wat hobbygeiten en -schapen’, legt Peter Druijf uit.

Rood-voor-roodregeling

De huidige woning komt in de verkoop. Met de gemeente hebben de ondernemers gesproken over de mogelijkheden van de rood-voor-roodregeling. ‘Conclusie is dat hier geen plek is voor extra woningen vanwege veel agrarische bedrijvigheid in de buurt. Daar hebben we begrip voor. We gaan de regeling nu benutten om sloopmeters te verkopen.’

De sloop, de verhuizing en de afwikkeling van bedrijfszaken brengen de nodige beslommeringen met zich mee. Aan het eind van het jaar is dat allemaal achter de rug. Peter en Ria Druijff zijn dan beiden nog geen 60. Wat gaan ze doen?

‘Volgend jaar gaan we allebei op zoek naar een baantje. Veertig jaar lang stonden we ‘s morgens om 5 uur op om aan de slag te gaan. We zijn geen mensen om stil te zitten’, meldt Ria Druijff. ‘Zelf denk ik aan een functie op financieel-administratief gebied. Dat is wat ik hier ook het meeste deed.’

Peter Druijff weet nog niet wat hij gaat doen. ‘Niets in de varkens en geen bestuurlijke functie. Ik zie wel wat er op mijn pad komt.’

Betrokken bij LTO Noord

Peter Druijff noemt zichzelf LTO-lid in hart in nieren. ‘Ik denk dat ik een jaar of 16 was, toen ik voor het eerst met mijn vader meeging naar een bijeenkomst van een van de voorlopers van LTO Noord. Zoals dat dan vaak gaat, werd ik na een aantal jaren benaderd voor een functie in het afdelingsbestuur.’

Druijff is 22 jaar bestuurlijk actief geweest bij LTO. ‘De laatste vijf jaar als voorzitter van LTO Noord-afdeling Barneveld. Toen ik de voorzittershamer neerlegde, was ik 55 jaar.’

De voormalig varkenshouder wil niet opnieuw een bestuursfunctie vervullen. ‘Nu ik meer tijd krijg, ben ik niet van plan om weer actief te worden binnen LTO Noord. Ik vind dat nu de jongere generaties aan zet zijn. Jongeren hebben namelijk een andere benadering dan iemand van bijna 60 die zijn rol als ondernemer afbouwt.’

 

Bron:

Nieuwe Oogst