Grasmat doorzaaien voorkomt bodemdaling en zorgt voor betere eiwitbenutting

  • Emissiereductie door verbeterde eiwitbenutting

Veengrond kan soms problematisch zijn, oogsten of ploegen kunnen er immers voor zorgen dat de grond ongewenst gaat dalen. Dit kan voorkomen worden door de grasmat door te zaaien met een graansoort, in dit geval wintergerst en wintertarwe. Daarbij draagt het ook bij aan een betere eiwitbenutting. We spraken hierover met Cees Verhagen van Vof Verhagen IJsselstein.

Vof Verhagen IJsselstein wordt gerund door Cees Verhagen, samen met zijn vrouw Esther, dochter Angela en oudste zoon Patrick. Hun jongste zoon Stefan werkt als ZZP’er buiten de deur, Cees doet dit af en toe. Ze melken 165 koeien en hebben daarnaast 60 stuks jongvee en 300 fokschapen. Het totale oppervlakte is 86 ha, waarvan 75 ha grasland en daarnaast hebben ze nog 15 ha natuurland in gebruik.

Project: ‘Eiwit van eigen land’ sluit aan bij eigen ideeën

Cees is bestuurslid bij LTO Noord afdeling Krimpenerwaard en is via die weg in contact gekomen met Proeftuin Krimpenerwaard en PPP Agro advies, hier heeft hij het idee van de tarwe voorgelegd en zodoende is het idee ontstaan. Het gehele traject om de bedrijfsvoering te verbeteren met managementmaatregelen is een welkome aanvulling.

“Zelf spelen we al langer met het idee om tarwe in de herfst door de grasmat te zaaien, vooral de aar bevat het zetmeel dat gebruikt kan worden voor extra energie. We verwachten dat dit terug te zien is in een verlaagd ureum gehalte. Een jaar eerder hebben we het zelf geprobeerd te zaaien, maar dat is toen niet gelukt”, zegt Cees.

Vanwege veengrond ingezet op extra zetmeel

Vanwege de veengrond bevat het gras relatief veel eiwit, het ploegen van gras op veengrond en het oogsten van dergelijke gewassen zorgen voor extra afbraak van het veen en versnelt daarmee de bodemdaling. Door de bestaande grasmat door te zaaien met granen (extra zetmeel), wordt verwacht dat de eiwitbenutting stijgt en de grasmat behouden blijft.

Hierover zegt Cees: “Wintertarwe en wintergerst lijken de beste keuze, het zijn beide gewassen met volume en hebben een grote aar met korrels. Relatief veel zetmeel dus.”

Voordat de aar volledig rijp en hard is moeten zowel de tarwe/gerst als gras gemaaid worden, als het gras te lang blijft staan verliest het teveel voedingswaarde en wordt het oud en onsmakelijk. De tarwe, gerst en het gras worden verwerkt tot ronde balen kuilgras.

“Het maaien en persen met een perswikkel combi doen we al, we hebben het volledig in eigen beheer!”

Zaaitechniek niet alles bepalend

We vroegen Cees of er verschillen zichtbaar zijn tussen de gerst en tarwe, Cees antwoordt:

“Momenteel zijn er nog geen verschillen tussen de gerst en tarwe zichtbaar. Aan de andere kant zijn er wel verschillen tussen de zaaisystemen, hoe grover de zaaitechniek hoe minder concurrentie van het gras. Er is gezocht naar het optimale tijdstip voor inzaai, maar het juiste moment is nog niet gevonden. Ondanks de techniek blijft de groei in november in de bestaande grasmat groot. Hoewel de opkomst duidelijk zichtbaar is bij de zaaitechniek die de grasmat beschadigd, is het eindresultaat hetzelfde.”

Hieruit blijkt dat de zaaitechniek niet alles bepalend is.

Cees vervolgt: “Het is belangrijk om te blijven proberen wat het meest juiste moment is om door te zaaien en welke minimale bewerking en techniek hierbij noodzakelijk is. De grote concurrentie met de grasmat blijft een nadeel, gunstige zaaiomstandigheden zijn immers ook gunstige omstandigheden voor de vernieuwde groei van gras.”

Nieuwe en oude maatregelen komen samen

“Op papier ziet het eiwitplan er goed uit, maar het moet zich nog wel bewijzen in de praktijk. Het daadwerkelijk behaalde rendement is uiteindelijk doorslaggevend, maar als de voorgestelde plannen slagen gaan we er zeker mee door”, aldus Cees. “Ook zijn we aan het onderzoeken of het mogelijk is om bodemdaling tegen te gaan door klei op het veen aan te brengen”, vervolgt Cees.

Verder vindt Cees het belangrijk om naast nieuwe dingen ook ‘oude’ dingen van vroeger uit te proberen. Cees zegt: “Denk bijvoorbeeld aan ruige mest of oort. Dit is bevorderlijk voor het bodemleven. Het kost alleen wat extra tijd en opslagruimte, het moet immers wel de tijd hebben om te composteren zonder extra toevoegingen.”

Cees vervolgt: “Door drijfmest te vermengen met stro kun je ruige mest maken, hierdoor kunnen we de stikstof van onze eigen mest beter benutten en kunnen we met minder kunstmest.”

Cees hoopt dat eeuwig boeren op veengrond door deze maatregelen tot de mogelijkheden blijft behoren.

Lees hier het artikel: "Project ‘Eiwit van eigen land’: mooie gelegenheid om ander gewas uit te proberen"

Over het project Eiwit van eigen land

Het project ‘Eiwit van eigen land’ heeft als doel om op bedrijfsniveau de eiwitbenutting te verhogen en daarmee ook emissiereductie mogelijk te maken. Op drie melkveebedrijven in de Krimpenerwaard en Alblasserwaard zijn percelen doorgezaaid met rogge, tarwe en gerst. Deze gewassen nemen de vrijkomende stikstof in de bodem dit najaar op om te groeien.

Samenwerkende partners zijn PPP Agro Advies en LTO Noord. Het project ‘Eiwit van eigen land’ is onderdeel van het LTO Noord programma ‘Duurzame Energie’. Eiwit van eigen land wordt gefinancierd door RvO.