Vechtdal: Hoe melkveehouder Stan werkt aan het verlagen van ammoniak en methaan

  • Regio Deal Zwolle
  • Natuur, Klimaat en Energie
  • Overijssel
  • Melkveehouderij
  • Vechtdal
  • Netwerk Praktijkbedrijven

We hielden een bijeenkomst over het verlagen van ammoniak- en methaanemissies met managementmaatregelen. Melkveehouder Stan Bosman (De Krim) vertelde over zijn eigen bedrijfsvoering en de ‘Netwerk Praktijkbedrijven-aanpak’.

Een reductieroute met basisstappen om emissies op een melkveehouderij te verlagen. In dit artikel lees je meer over de bijeenkomst, ook geeft Stan enkele tips.

De bijeenkomst

Tijdens deze bijeenkomst in juli waren 5 ondernemers aanwezig die geïnteresseerd waren in de mogelijkheden om ammoniak- en methaanemissies te verlagen. De ochtend begon met een presentatie van Stan over de ‘Netwerk Praktijkbedrijven-aanpak’, deze was erg interactief en er werden gedachten uitgewisseld over de verschillende werkwijzen van de ondernemers.

Daarnaast spraken de deelnemers over mest scheiden in dikke en dunne fractie, een werkwijze die Stan ook toepast op zijn bedrijf. Stan zegt hierover: “Van de dikke fractie maken we onze eigen boxstrooisel, daarmee besparen we op de aanschaf van stro of zaagsel.”

Netwerk Praktijkbedrijven-aanpak

In het project ‘Netwerk Praktijkbedrijven’ is een routeplan ontwikkeld voor het verlagen van ammoniak- en methaanemissies. Melkveehouders kunnen deze aanpak gebruiken om deze emissies op hun eigen bedrijf te reduceren. De aanpak bestaat uit 4 basisstappen en focust zich op rantsoen- en diermanagement.

De stappen zijn:

  1. Verlagen van het RE-totaal tot 150 g per kg ds berekend rantsoen in de KLW in combinatie met het verlagen van het aantal stuks jongvee naar < 5 stuks per 10 melkkoeien;
  2. Verlagen van het RE-totaal tot 150 g per kg ds berekend rantsoen in de KLW in combinatie met het verhogen van de VEM per kg ds (streefwaarde is RE/kVEM verhouding van 155);
  3. Aan de slag gaan met emissiefactoren van het rantsoen van zowel krachtvoer als ruwvoer;
  4. De teelt van ruwvoer (praktijkonderzoek loopt nog).

Meer informatie over de ‘Netwerk Praktijkbedrijven-aanpak’ vind je via deze link. 

“Eén van de uitkomsten van Netwerk Praktijkbedrijven is dat het verlagen van de TAN (Totale Ammoniakale Stikstof) een goede maatregel is om de uitstoot van NH3-emissies te verlagen. In de kringloopwijzer wordt deze voor elk bedrijf berekend. Door hierop te sturen kun je zowel de efficiëntie als de uitstoot verbeteren”, vult Stan aan.

Tips van Stan

Stan geeft nog de volgende tips:

  1. Droger inkuilen, hierdoor krijg je meer DVE in plaats van OEB. OEB zorgt ervoor dat er een hoger ruw eiwit gehalte in het voer moet zitten om aan de eiwitbehoefte van de koe te voldoen, dit betekent meer uitstoot. Eiwit heeft een sterke correlatie met stikstof;
  2. Hoe ouder de koeien worden, hoe minder jongvee je nodig hebt. Koeien stoten tijdens de eerste 2 levensjaren wel emissies uit, maar geven geen melk. Stan probeert de koeien ouder te laten worden met behulp van gezonde voeding en goede huisvesting, ook gaat hij langer door met insemineren. Liever een lange tussenkalftijd dan een hoge vervanging;
  3. De grond neemt de mest beter op als je het verdunt met water, ook is het minder agressief voor het bodemleven. Vanwege het verdunningseffect daalt de uitstoot. Hoe lager de concentratie NH3 in de mest, hoe minder NH3 er vrij komt.

Projecten: Regiodeal Zwolle en Netwerk Praktijkbedrijven

Deze bijeenkomst werd georganiseerd door de projecten Regiodeal Zwolle en Netwerk Praktijkbedrijven, waarbij de laatste de inhoudelijke invulling in samenwerking met melkveehouder Stan Bosman verzorgde.

LTO Noord is in het Vechtdal (Overijssel) betrokken bij het project Regiodeal Zwolle/ 'Versnellingskamer klimaatgericht ondernemen in het Vechtdal'. Samen met lokale agrarische ondernemers werken we aan uitdagingen op gebied van klimaat, energie, natuur en water. Hierbij onderzoeken we hoe agrarische ondernemers vanuit gezamenlijke belangen van betrokkenen beloond kunnen worden voor een duurzame ontwikkeling van het gebied. Aan welke inhoudelijke knoppen kunnen agrarische ondernemers draaien en wat staat daar (financieel) tegenover? Goed voor ons allemaal!