Nieuws
18 januari 2021

Boeren en tuinders onderzoeken vlinderstand

De grote beer, moeraswalstrospanner en klein visstaartje. Het is een greep uit de verschillende nachtvlinders die deelneemster Attje Meekma uit Damwâld voor project ‘Bimag’ telde op haar bedrijf. Agrariërs kunnen zich nog aanmelden voor dit project.

Atjje Meekma met vlindertelling.

De melkveehoudster die een bedrijf runt met tweehonderd koeien en bijbehorend jongvee en CDA-Statenlid van provincie Fryslân is, doet alweer twee jaar mee aan het project ‘Boeren Insectenmonitoring agrarische gebieden’ (Bimag) van LTO Noord, BoerenNatuur en De Vlinderstichting. 'Het is indrukwekkend om te zien wat er allemaal leeft in het boerenland.’

In dit project tellen boeren en tuinders in heel Nederland dag- en nachtvlinders op hun bedrijf en werken zij op die manier mee aan meerjarig onderzoek naar de insectenstand in landbouwgebieden. Door het zelf uitvoeren van deze metingen wordt het perspectief van de boer meegenomen in biodiversiteitsherstel. Voor de metingen krijgen de deelnemers drie emmers met daarin een ledlamp, lichtsensor, powerbank en kartonnen eierdozen. ‘Twee emmers staan op ons melkveebedrijf in Sibrandahûs, in een gangbaar perceel en in een perceel met agrarisch natuurbeheer’, legt Meekma uit. De derde emmer staat bij haar thuis op de jongveelocatie in Damwâld, op een perceel met een elzensingel.

981 vlinders geteld

Afgelopen twee jaar ving de melkveehoudster maar liefst 981 macronachtvlinders, verspreid over 109 soorten. ‘De meeste vlinders telde ik op het perceel met de elzensingel. Daar vind je ook de soorten die afhankelijk zijn van verschillende bomen. Per biotoop kom je andere soorten vlinders tegen.’ Meekma is al langer bezig de insectenstand op haar bedrijf in kaart te brengen. ‘Ik ben vier jaar geleden begonnen, met name door de berichtgeving in de media’, legt zij uit. ‘De achteruitgang van de insectenstand was volgens de berichtgeving voor een groot deel toe te rekenen aan de landbouw.’

Eigen foto

‘Boeren en tuinders kregen steeds vaker te maken met woorden als ‘landschapspijn’, waarmee gesuggereerd werd dat door de moderne landbouw de idylle en de biodiversiteit compleet uit het landschap werden verdreven. En dat terwijl wij dagelijks met beide voeten in de natuur staan.’ Meekma wilde een realistisch beeld overbrengen. ‘Ik had net een spiegelreflexcamera gekocht en experimenteerde met het fotograferen van dagvlinders. Al gauw zag ik dat er hier best veel soorten insecten waren als libellen, bijen, hommels, zweegvliegen en kevers.

Deze foto’s deel ik op Twitter.’ Volgens Meekma werd de insectenstand in het agrarisch gebied tot het Bimag-project niet of nauwelijks gemeten. ‘Daarom is dit ook zo’n waardevol project. Door te meten, weten we hoe het is gesteld met de vlinderstand. De Vlinderstichting is tevreden met de resultaten. Zo worden er ook zeldzame en bedreigde soorten vlinders waargenomen.’