Vandaag stuurde minister Madlener van Infrastructuur & Waterstaat een brief over de Kaderrichtlijn Water aan de Tweede Kamer met daarbij toegevoegd een ‘Koepelrapport Tussenevaluatie KRW’.
LTO concludeert dat Nederland voor een grote uitdaging staat om enerzijds de waterkwaliteit verder te verbeteren en anderzijds een gezond en gevarieerd voedselpakket te produceren met economisch lange termijn perspectief voor boeren en tuinders.
De invoering van Europese wet- en regelgeving stelt Nederland voor grote opgaven. Op het domein van natuur (de Vogel- en Habitatrichtlijn) en stikstof ervaren boeren en tuinders dat dagelijks. Rechterlijke uitspraken bepalen inmiddels voor een groot deel wat er wel en niet mogelijk is in Nederland en op het boerenerf. Op het waterdomein hebben we te maken met onder andere de Kaderrichtlijn Water (KRW). Wat LTO Nederland betreft is het zaak om daar nu samen met het Kabinet, waterschappen en provincies, als ook met andere bedrijven en burgers, samen de schouders onder te zetten en zo in de komende jaren vooruitgang te boeken. Wat betekent dit?
In tal van projecten en op vele terreinen – van gewasbeschermingsmiddelen tot mineralen en van regionale investeringsregelingen tot ruimtelijke inrichting – wordt lokaal samengewerkt aan verbetering van de waterkwaliteit, onder andere via het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW). Dit is wat LTO betreft de weg naar verbetering. Op deze manier krijgen ondernemers in het gebied zicht op de relatie tussen hun eigen handelen en de waterkwaliteit en – nog belangrijker – worden perspectiefrijke maatregelen samen uitgevoerd. De meer dan 100.000 KRW-doelen die de Nederlandse overheid zichzelf heeft opgelegd krijgen op deze manier een lokale duiding. Het van bovenaf en zonder uitleg uitstrooien van deze doelen over ondernemers gaat niet werken. Ook het opleggen van nóg meer verplichtende maatregelen door Rijk, provincie of waterschap zal niet bijdragen aan draagvlak en vertrouwen. Samen werken in een gebied wel. Om deze samenwerking te effectueren en tot resultaat te laten leiden, kun je ondernemers wel heldere en haalbare bedrijfsdoelen meegeven: waar moet ik naar toe werken en op welke termijn?
Naast een aanpak van onderop zijn heldere bestuurlijke keuzes ook noodzakelijk. In de cyclus van de KRW is 2027 een belangrijk jaar. Dat komt sneller dichterbij dan we denken en er zijn nog knopen door te hakken op Rijksniveau, maar ook binnen Provincies en waterschapsbesturen. LTO roept op tot keuzes op een aantal terreinen, zodat voor ondernemers meer duidelijkheid ontstaat. Zo moet helder uitgesproken worden welke doelen behaald moeten worden. Wordt er afgerekend op het nemen van maatregelen of op het halen van normen? Zijn aanpassingen van normen nog mogelijk? Welke acties lopen daarop? Hoe worden ondernemers afgerekend als het ‘one out all out principe’ gehandhaafd blijft terwijl de trend goed is? Hoe wordt omgegaan met natuurlijke omstandigheden als kwel? Hoe kan het buitenland aangesproken worden (water stopt immers niet bij de grens) en zijn de normen tussen landen wel vergelijkbaar? Hoe wordt de sociaaleconomische toets ingevuld? Welke politieke afweging wordt er gemaakt bij ruimtelijke (inrichtings)keuzes? Is het vergunningenbeleid qua water op orde? Welke overheidslaag gaat welke maatgelen wel of niet afdwingen? Deze talloze vragen geven aan dat de uitdaging groot is en dat helderheid en keuzes noodzakelijk zijn. Dat legt een zware verantwoordelijkheid op bestuurlijk Nederland. Wij denken en werken graag mee in het nieuwe jaar!