Sophie van Roomen is themabestuurder Mens, Ondernemerschap & Onderwijs. Ook is ze benoemd tot vicevoorzitter van Utrecht.
Jan van Bruchem (foto rechts) en Art Wolleswinkel (links) zijn benoemd tot themabestuurders Bodem & Water; Jan voor Utrecht-West, Art voor Utrecht-Oost. Utrecht-West is vooral veengrond en vereist een heel andere specialisatie dan de zandgronden van Utrecht-Oost.
Daarmee zijn 3 van de 4 thema’s in Utrecht bestuurlijk vervuld:
- Jeroen van Wijk (voorzitter) was eerder al benoemd tot themabestuurder Platteland & Omgeving
- Koos Segers blijft de komende periode betrokken op het dossier Fauna.
- Voor het thema Natuur, Klimaat & Energie is nog een vacature. Interesse? Meer info vind je hier:
Wie zijn de drie nieuwe themabestuurders in provincie Utrecht?
Sophie van Roomen (48) heeft samen met haar man een melkveehouderij met 115 melkkoeien in Leusden. Ook werkt ze als financieel administrateur op een agrarisch accountantskantoor. Daarnaast is ze bestuurlijk actief, waaronder tot voor kort acht jaar lang bij LTO-afdeling Gelderse Vallei.
Haar motivatie voor de themabestuurdersfunctie Mens, Ondernemerschap & Onderwijs:
“Ik miste het bestuurswerk wel, dus daarom sprak deze nieuwe rol in de provincie me aan. Belangenbehartiging vind ik belangrijk, en er staat veel op stapel. In dit thema komt veel samen van wat een agrarisch bedrijf inhoudt. Ik vind dat ondernemers zelf de vrijheid moeten houden om hun bedrijf vorm te geven, zoals zij dat zelf willen. Voor de een is dat intensief, voor de ander bijvoorbeeld biologisch; het moet vooral ook bij je passen, anders werkt het niet. Maar ook het contact met de maatschappij is van belang. Op een relatief klein gebied moet van alles gebeuren, van woningbouw en recreatie tot natuur met de wolf, maar we moeten voorkomen dat dat botst.”
—-
Jan van Bruchem (60) uit Benschop had tot voor kort een veehouderij met melkkoeien en vleesvarkens. Bestuurlijke ervaring heeft hij onder andere binnen de Agrarische Natuurvereniging Lopikerwaard, als gemeenteraadslid en momenteel als commissielid bij Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Daarnaast was hij tien jaar bestuurslid bij de lokale LTO-afdeling en is hij sinds 2024 al themahouder Water & Bodem bij LTO Noord in de provincie Utrecht.
Zijn motivatie voor de themabestuurdersfunctie Bodem & Water:
“Ik vind bestuurswerk interessant en ik heb er nu meer de tijd voor. Ik vind het belangrijk om me voor de landbouw in te zetten. Met de Kaderrichtlijn Water en in het bijzonder het veenweidegebied hebben we in westelijk Utrecht flinke uitdagingen. Dat vraagt om begrip te kweken bij de politiek, en hen te vertellen en te laten zien wat we als sector allemaal al doen om te werken aan schoon water en een gezonde bodem. Speerpunt van me is om in het bijzonder familiebedrijven een fatsoenlijk gezinsinkomen te kunnen laten verdienen. Als er morgen geen boer meer is, hebben we een maatschappelijk probleem. Naast voedselvoorziening zorgen we voor een prachtig landschap.”
—-
Art Wolleswinkel (48) uit Renswoude heeft met Birgit een melkveehouderij met 90 melkkoeien. Op hun boerderij Aerderoort hebben ze ook een zuiveltak, waar ze zich onder andere onderscheiden met kefir. Art was eerder onder meer acht jaar afdelingsbestuurder van LTO Gelderse Vallei. Momenteel is hij al vier jaar lang themahouder Water & Bodem bij LTO Noord in de provincie Utrecht.
Zijn motivatie voor de themabestuurdersfunctie Bodem & Water:
“Graag geef ik vervolg aan mijn bestuurswerk. Ik zie dat onze goede contacten en samenwerking met bijvoorbeeld het waterschap leiden tot resultaat, hier op de hogere zandgronden in Utrecht-Oost. Hier spelen met name de Kaderrichtlijn Water en specifiek het probleem van verdroging. We zijn succesvol met een aantal zaken bezig, zoals het vasthouden van water via stuwtjes. Je ziet dat waterbeheer en een beter bodembeheer juist door de aanpak van onderop energie geven in de regio. En het is nog eens veel effectiever en voordeliger dan alle investeringen en beperkingen die opgelegde regels vanuit de overheid met zich mee zou brengen. Nu is het nog zaak om onze inzet daarin ook gehonoreerd te laten worden door de overheid.”