Provinciale Staten stemde 5 januari in met het Groninger plan voor het landelijk gebied. Het plan van is een visiedocument voor de toekomst van het platteland en vraagt van Den Haag ca. 3 miljard euro. LTO Noord vindt dat de regie in de zeven gebieden moet liggen.
V.l.n.r. op de foto: Annechien ten Have (deelnemer van een van de gebiedsprocessen), Marco Glastra (directeur Groninger Landschap), minister Femke Wiersma en gedeputeerde Henk Emmens op het podium in de ‘Groninger ambassade’ tijdens 'Toekomst Landelijk Gebied Groningen'.
Dinsdag 4 februari al werd het plan in Den Haag symbolisch aangeboden op de ‘Groninger ambassade’ die als pop-up-locatie tijdelijk werd opgericht om de Groninger belangen te duiden. Minister Wiersma nam het plan toen al in ontvangst van gedeputeerde Henk Emmens. Want de financiering voor het plan moet vooral uit Den Haag komen.
De essentie van het plan is een vervolg op het Groninger Programma Landelijk Gebied, dat in september van tafel ging met het opheffen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Dit nieuwe plan is een samenvoeging van de zeven losse gebiedsplannen in de provincie Groningen, waar LTO Noord ook haar inbreng in heeft gehad. Zo zijn rapportages opgesteld waarin de natuur- en klimaatdoelstellingen zijn geschetst en waarin vooral gekeken is naar de kansen en uitdagingen van agrarisch ondernemers in het gebied. Met name de koppelkansen die gemaakt kunnen worden tussen de verschillende opgaven zijn van belang, want voorlopig is alleen de landelijk toegezegde 500 miljoen voor agrarisch natuurbeheer beschikbaar.
Henk Hulshoff, regiobestuurder van LTO Noord, is blij met de positieve energie die met het plan gepaard gaat. Maar hij ziet ook aandachtspunten: “Het plan ligt er, maar nu is het zaak om naar een uitvoeringsagenda te gaan. Wij vinden dat de kracht van een landelijk gebied en sterke agrarische sector juist ontstaat van onderop. Daar moeten we de partners in de gebieden de regie in geven. Wij als LTO Noord zijn daar bestuurlijk ook sterk bij betrokken en kunnen helpen er invulling aan te geven. Want nieuwe plannen werken alleen als er draagvlak is; een gebiedsproces is daarvoor een goede basis. Maar eerst moet de financiering vanuit Den Haag geregeld worden. Want zonder knaken geen taken!”